-24- Verder zegt de heer Munters nog: "Wij zullen goede afspraken proberen te maken, nog betere afspraken dan er al gemaakt zijn over de bevoorrading, want wij zijn met u van mening dat het bevoorraden in de Achterstraat niet mogelijk is met een combinatie. En dan bedoel ik dat het technisch misschien wel kan maar gezien de ruimte van de straat niet gewenst is. Ik hoop da we inderdaad die toezegging zullen krijgen. In eerste instantie is de toezegging gegeven en ik ga er vanuit dat ook bij het grootwinkelbedrijf "een man een man is, en een woord een woord". 2e termijn. De heer Boertjes is blij dat er afspraken over de bevoorrading gemaakt zullen worden. Hij vraagt daarbij ook het tijdstip van de bevoorrading mee te nemen. Aangaande de winkelwagentjes constateert hij dat het college wat hoopvoller gestemd is als hij zelf. De ervaring leert dat men boodschappen met een winkelwagentje naar de auto brengt en dan geneigd is om het winkelwagentje te laten staan. In diverse omringende gemeenten heeft hij opgemerkt dat jongetjes de wagentjes dan ophalen en naar de winkel brengen. Hij verzoekt een en ander ook mede te nemen in de voorbereidingsfase. Hij blijft het jammer vinden als er 2 parkeerplaatsen moeten worden opgeofferd voor stalling van winkelwagentjes. Misschien dat 1 parkeerplaats tot de mogelijkheden behoort, maar ik hoop dat u een en ander op een juiste manier zult beoordelen, aldus de heer Boertjes. De heer De Witte laat de opmerking van de heer Munters over de verdunning voor zijn rekening. Hij heeft er zo zijn twijfels over. Het lijkt hem logisch dat de mensen toch in de Landpoortstraat parkeren, omdat daar 10 winkels zijn en er straks in de Achterstraat maar 1 winkel is. Hij is bang dat het parkeren in de Landpoortstraat zodoende niet zal verminderen. Aangaande de herinrichting van de Achterstraat verzoekt hij een en ander zoveel mogelijk samen te laten lopen met het betrekken van het pand in de Achterstraat door de heer De Bont. Laat het geluk van de heer De Bont niet het ongeluk van de gemeente zijn, aldus de heer De Witte. Antwoord 2e termijn. Aangaande de winkelwagentjes merkt de heer Munters op dat het de bedoeling is om daarvoor een flink bedrag aan statiegeld te vragen. Hij denkt dat de bereidheid om de wagentjes terug te brengen naar de bewaarplaats zonder meer toeneemt indien er een prijskaartje van f 2,50 aanhangt Hij denkt dat het gevaar van rond zwervende wagentjes zodoende toch vrij klein zal zijn. De heer Munters merkt verder op dat hij denkt dat bij de mensen, die met de auto naar de supermarkt komen om boodschappen te doen, de verleiding erg groot is om dicht bij de winkelwagentjes te parkeren, zeker als die mensen veel boodschappen inkopen. Over de opmerking van de heer De Witte aangaande de herinrichting van de Achterstraat zegt de heer Munters: "Ik zou bijna zeggen laat ons eens 2 a 3 maanden aanzien welke consequenties een en ander heeft en dan pas de aanpassingen teweeg brengen. Dan is er wat ervaring opgedaan en ervaring is een goede leermeester."

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1992 | | pagina 144