-23-
De heer Munters merkt op dat hij een supermarkt met een
vloeroppervlakte van 325 m2 een kleinschalige of mini-supermarkt noemt.
Men kan in zo'n geval nog niet spreken van een grootschalige supermarkt,
zoals die in de omgeving van Willemstad meerdere malen voorkomt.
Aangaande de winkelwagentjes en het parkeren van auto's denkt hij dat
het een goede maatregel is wanneer men de winkelwagentjes op het
parkeerterrein stationeert omdat een en ander de mensen, die met de auto
naar de winkel komen dwingt om op de parkeerplaats te parkeren, omdat
daar een winkelwagentje kan worden gepakt en teruggezet.
Hij denkt dat wanneer de winkelwagentjes in de winkel staan gestald, de
aanleiding om in de Achterstraat verkeerd te parkeren groter zal zijn
als in de situatie dat de wagentjes op het parkeerterrein staan.
In relatie tot de herinrichting van de Achterstraat haalt de heer
Munters aan dat men blij moet zijn dat de wisseling van winkels zich op
dit moment aandient, daar men dan bij de herinrichting met de nieuwe
situatie rekening kan houden en men verkeersmaatregelen kan treffen
welke gezien de nieuwe ontwikkeling nodig zijn.
Aangaande de bevoorrading merkt de heer Munters op dat het college de
door de heer Boertjes in deze uitgesproken zorg deelt.
In het voorstel is te lezen dat er met het grootwinkelbedrijf duidelijk
afspraken gemaakt zijn over het feit dat er alleen bevoorraad mag worden
met kleinere vrachtwagens en dus geen grote combinaties, aldus de heer
Munters.
Verder zegt hij: "Ik denk dat we het van de andere kant ook eens moeten
vergelijken met de huidige situatie.
De heer Driesprong heeft gezegd dat hij regelmatig moet wachten in de
Landpoortstraat wanneer daar de huidige winkel wordt bevoorraad. Maar
daar stopt het op dit moment niet mee, want we hebben ook een
bakkersbedrijf dat op dit moment ook bevoorraad wordt en dat ook
overlast bezorgd.
Deze ontwikkeling maakt in ieder geval dat het bevoorraden van het
bakkersbedrijf niet meer nodig is. Dus er is toch sprake van een
verdunning van de overlast die op dit moment op dat gebied aanwezig is."
De heer Munters merkt verder op dat men zich moet realiseren wat de
huidige situatie is.
De mensen die bij de huidige supermarkt gaan winkelen en met de auto
komen zetten die auto in 90% van de gevallen in de Landpoortstraat
legaal danwel illegaal.
In de nieuwe situatie met de winkelwagentjes op het parkeerterrein,
zullen die klanten naar de mening van de heer Munters veel meer gebruik
maken van het parkeerterrein.
Op het moment dat de winkelende mensen gebruik maken van het
parkeerterrein zal dat terrein vrijwel leeg zijn, daar er op dat moment
vrijwel geen toeristisch verkeer is en er geen watersporters zijn, die
het parkeerterrein zullen gebruiken.
Alleen zal mogelijk tijdens de bouwvakvakantie het parkeerterrein ook
gedurende de week wat bezet zijn, aldus de heer Munters.
De heer Munters denkt dat bij de te verwachten situatie, in vergelijking
met de huidige situatie, de parkeerdruk een verbetering zal ondergaan.
De heer Munters merkt verder op dat de heer De Witte gelijk heeft met
zijn opmerking dat er een andere verkeersstroom zal ontstaan.
Verder haalt hij aan dat de klanten van binnen de vesting meestal zonder
auto zullen komen.
Een deel van de mensen die buiten de vesting wonen, zal gebruik maken
van de auto.
Hij denkt dat de Achterstraat en de Benedenkade voldoende ruimte hebben
om die beperkte voornoemde verkeersstroom op te vangen zonder dat er
enige extra overlast voor de mensen die daar wonen danwel eventueel
recreëren, zal ontstaan.