-22- De heer Driesprong kan zich voorstellen dat er bij een eventuele herinrichting van de Achterstraat, welke binnen enige termijn ook in de planning zit, maatregelen genomen kunnen worden tegen eventueel ongewenst parkeren in de Achterstraat op plaatsen waar het overlast voor de bevolking teweeg brengt. Verder zegt hij: "Als ik denk aan de bevoorrading van deze winkel en ik denk aan de tijd die ik nog niet zo lang geleden in de Landpoortstraat heb staan te wachten, omdat daar deze zelfde winkel in de huidige vorm bevoorraad werd, dan kan ik me nauwelijks voorstellen dat we er op dat gebied op achteruit gaan." Alles in deze overzien is hij van mening dat het voorliggende plan een vooruitgang betekent voor de gemeente. Zodoende gaat hij gaarne met het voorstel accoord. Namens de V.V.D.-fractie merkt de heer Boertjes op dat hij het van groot belang vindt dat het voorzieningenniveau in de gemeente in ieder geval op pijl wordt gehouden c.q. wordt verbeterd. Hij denkt dat een en ander niet alleen op het economische vlak van belang is, doch ook voor de bewoners van de gemeente. In de commissie algemene bestuurlijke zaken heeft de heer Boertjes aangaande dit voorstel een positief advies gegeven. Hij heeft toen in principe echter bij de bevoorrading nog al wat kanttekeningen geplaatst. Verder haalt hij aan dat de voorzitter van de commissie daarop de toezegging heeft gedaan dat in de voorbereidingsfase in overleg zou worden getreden om tot een goede oplossing van dit probleem te komen. Hij verzoekt dringend om te trachten ten aanzien van het bevoorradingsaspect een goede regeling te treffen, zodat er in de nabije toekomst weinig problemen zullen ontstaan. Verder haalt hij aan dat hij het een beetje vreemd vindt dat het college spreekt over het inleveren van 2 parkeerplaatsen voor het reserveren van ruimte voor winkelwagentjes. Hij vindt een en ander vrij fors. Hij vraagt, mogelijk door middel van het statiegeldaspect, ervoor te zorgen dat de wagentjes kunnen worden teruggebracht, zodat mogelijk geen parkeerplaatsen behoeven te worden ingeleverd. Hij hoopt dat het college met een en ander bij de herinrichting van de Achterstraat ook rekening wil houden. Verder hoopt hij dat hetgeen door zijn fractie als kritische noot is ingebracht zijn uitwerking zal krijgen in het definitieve verhaal. Namens de P.v.d.A.-fractie merkt de heer De Witte op dat al het nodige aangaande deze kwestie is gezegd. Hij heeft in de commissie algemene bestuurlijke zaken een standpunt ingenomen en een voorbehoud gemaakt met betrekking tot de verkeersafwikkeling om dat hij daar zorgen over heeft. Hij erkent dat er sprake is van een uitbreiding van de mogelijkheden voor de Willemstadse bevolking en ook zelfs voor mensen van daar buiten ook al heeft het bedrijf geen regionale functie. Hij steunt een en ander. Hij steunt ook het voorstel, doch hij wil er bij het college op wijzen dat er sprake zal zijn van een andere verkeersstroom dan de huidige. Al het verkeer zal zich af moeten wikkelen via de Achterstraat en de Benedenkade, aldus de heer De Witte. Verder wijst hij erop dat de raad toestemming heeft gegeven voor de realisering van een autowasserij in de Achterstraat. In de Achterstraat zal zodoende een cumulatie van verkeer plaatsvinden. Hij verzoekt, mede namens de V.V.D-fractie naar hij heeft begrepen, het college daarom dringend om bij de herinrichting van de Achterstraat tegelijkertijd maatregelen te nemen, zodat voornoemde overlast zo min mogelijk zal plaatsvinden. Antwoord le termijn.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1992 | | pagina 142