-19-
Eenieder weet, aldus de heer Kamp, dat om tot een goede meting te komen,
deze proef zal moeten plaatsvinden in het seizoen. In het seizoen zijn
er echter altijd mensen met vakantie, welk tijdstip men ook uitkiest.
De heer Kamp treft in een en ander geen nieuw feit aan om te concluderen
dat de commissie niet bijeen zou moeten komen.
De heer Kamp denkt dat het heel belangrijk is om heel vers de ervaringen
van het weekeind mee te nemen en daarbij inderdaad ook de mensen uit te
nodigen die aan de slagbomen hebben gestaan.
Verder merkt de heer Kamp op dat, naast de voorzitter, ook de commissie
zelf de bevoegdheid heeft om de commissie bijeen te roepen.
Hij wil daarmee de commissie geen verwijt maken, doch hij heeft in de
week van 22 juni 1992 geen signaal gekregen dat er op wees dat er bij de
commissie behoefte was aan ander overleg.
Hij merkt in aansluiting hierop verder nog op dat hij wil aangeven dat
het niet zo is dat in het vervolg alle vergaderingen door de commissie
bijeen moeten worden geroepen.
Verder merkt de heer Kamp op dat hij de vaste ligplaatshouders niet tot
de categorie "zakelijk verkeer" wil rekenen.
Daar waar de heer Moerland spreekt over "klanten en ondernemers" wil het
college graag voorzien in de mogelijkheid dat klanten een ondernemer
kunnen bezoeken op het moment dat zij materiaal moeten ophalen of
brengen waarvoor vervoer nodig is. In een en ander kan worden voorzien
in de vorm van een ondernemerskaart, aldus de heer Kamp.
De heer Kamp haalt in deze een cateringbedrijf als voorbeeld aan.
Verder merkt de heer Kamp op dat de slagbomen worden vervaardigd door de
afdeling openbare werken.
Na het weekeinde kunnen de slagbomen, welke van p.v.c. worden gemaakt
weer worden verwijderd.
Verder zegt hij tot slot: "Ten aanzien van de inwoners van de vesting
heb ik mij gebaseerd op uitlatingen die in het verleden zijn gedaan. Ik
wil daar graag met u nog eens over praten en ook nog eens bekijken waar
we die wens, welke in het verleden geuit is, terug kunnen vinden."
3e termijn.
Verwijzend naar het verzoek van de heer Hoekwater verzoekt de heer
Boerttes namens de V.V.D.-fractie de voorzitter om de vergadering
enige minuten te schorsen.
Met instemming van de raad schorst de voorzitter vervolgens de
vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering.
De heer Hoekwater merkt op toch wel een beetje te zijn geschrokken van
de antwoorden van de heer Kamp
Verder zegt hij: "Zoals ik al gezegd heb, ineens komen de vaste
ligplaatshouders boven water. En ineens kan de raad daarover gaan
beslissen, ja of nee.
Het ligt ineens aan de raad. Het zit niet in uw voorstel. Meneer de
voorzitter, ik heb daar grote bezwaren tegen. Dit is niet de wijze
waarop wij met elkaar omgaan."
Verder merkt hij op in de commissievergadering in te zullen gaan op de
kwestie wat er aan de slagbomen zal moeten gebeuren als er geen
collegeleden aanwezig zijn, waaraan raad gevraagd kan worden.
Verder zegt de heer Hoekwater"U zegt ook even gemakkelijk: nou dan
vragen we de mensen van de bewaking of ze ook maar 4 keer willen komen
op een maandag. Meneer de voorzitter, wij hebben een bedrag gevoteerd
voor de bewaking op zaterdag en zondag en als u vindt dat die bewakers
terug moeten komen om rapport uit te brengen, dan hangt daar een