-15-
gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid
gegeven tot het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen.
Het ontheffingenbeleid is gebaseerd op artikel 87 van het reglement
"Verkeersregels en verkeerstekens".
Een en ander betekent dat door het college van burgemeester en
wethouders ontheffing kan worden verleend van het besluit tot het
gesloten verklaren van de vesting voor de bestuurders van motor
voertuigen.
Verder merkt de heer Kamp op dat de gedeputeerde staten zal worden
gevraagd om binnen de geldende termijn goedkeuring te verlenen aan het
in het voorstel genoemde beschikbaar te stellen bedrag.
Het moge bekend zijn, aldus de heer Kamp, dat goedkeuringsbesluiten van
de gedeputeerde staten zeer snel binnenkomen.
Aangaande de opmerking van de heer Hoekwater over de doorgaande weg
merkt de heer Kamp op dat de Noordlangeweg een doorgaande weg is, waar
het verkeer langs kan. Op dat punt zal er dus geen verstoring
plaatsvinden.
Aangaande de waarde van de enquête, bezien in relatie met de verlichting
welke niet functioneerde als gevolg van een technische storing, merkt
hij op dat de onderzoekers een en ander zullen moeten meenemen. Op de
waarde van een en ander kan hij op dit moment nog niet ingaan, daar er
nog één weekeinde een telling moet plaatsvinden.
Een en ander zal echter zeker een punt van discussie zijn op het moment
dat het onderzoeksrapport verschijnt.
De ad hoe—commissie is gevraagd om met name te adviseren over het
eventueel bijstellen van zaken die zich voordoen, daar de commissie een
taak heeft in het begeleiden van de proef.
De opmerking van de heer Hoekwater dat hij er niet bij voorbaat mee
accoord gaat om de commissie op maandag bijeen te roepen, onderschrijft
de heer Kamp niet.
Het college is van mening dat een en ander juist wel zou moeten
gebeuren, omdat met name daar de aspecten aan de orde moeten komen op
grond van de ervaring van de proef zelf en dat de commissie ook de
bevoegdheid en de mogelijkheid moet hebben om op dat punt te kunnen
bijsturen.
De heer Kamp is met de heer De Witte van mening dat haast niet gelijk is
aan goede voorbereiding of omgekeerd.
Verder haalt de heer Kamp aan dat men ambtelijk direct nadat de
infrastructurele maatregelen waren getroffen, met de voorbereidingen
voor de proefafsluiting is begonnen. Daarbij is heel veel naar details
gekeken.
Op de opmerking dat het een jaar geleden niet bekend was dat er geen
ruimte voor een evaluatie zou zijn, daar de termijnen te kort zijn,
antwoordt hij dat hij destijds heeft gezegd dat er een moment gekozen
zou moeten worden om de stand van zaken op te nemen. Dat moment ligt
tegen het eind van het onderzoek. Een en ander betekent dat er nog één
weekeinde is te gaan. De zaken zullen dus aanstaande donderdag in de ad
hoc-commissie aan de orde komen, aldus de heer Kamp.
Verder merkt de heer Kamp op dat de afsluiting is gestoeld op de proef,
welke in het totale plan is neergelegd.
In de commissie komen de details van het principe en de uitwerking
daarvan naar voren.
Over de conclusie van de heer Moerland dat de commissie niet bij de
voorbereiding is betrokken zegt de heer Kamp dat hij dienaangaande de
taakstelling van de commissie nog eens scherp heeft bezien.
De commissie heeft een heel nadrukkelijke taak, daar waar het gaat om
het begeleiden van het lopende onderzoek en de lopende proef.
Bij de instelling van de commissie is ook aangegeven op welke momenten
die commissie bijeen komt.