-11-
De heer Boertjes denkt dat zo'n overeenkomst een onderdeel is van het
totale pakket in deze.
Hij vraagt of het college de overeenkomst alsnog wil laten sluiten.
Namens de CDA-fractie merkt de heer Driesprong op dat zijn fractie in
deze kwestie altijd al duidelijk en rechtlijnig is geweest.
Hij blijft het een goede zaak vinden dat de "harde horeca" verschuift
naar "zachte horeca", en gaat dan ook accoord met het collegevoorstel.
Antwoord le termijn.
De heer Munters geeft allereerst de in le termijn gemaakte opmerkingen
in het kort weer.
Vervolgens zegt hij toe dat, voordat het eerste kwartaal van 1992 is
gepasseerd, de raad een ontwerp-leefmilieuverordening voor de vesting
Willemstad tegemoet kan zien, zodat de eindronde van de uiteindelijke
verordening nog in 1992 haar beslag kan krijgen.
Het heeft hem deugd gedaan dat de provincie de waarde van de
privaatrechtelijke overeenkomst heeft erkend.
De heer Munters merkt verder op dat de privaatrechtelijke overeenkomst
zeker haar waarde zal bewijzen als de exploitant de gemaakte afspraken
niet nakomt
Verder merkt de heer Munters op dat de privaatrechtelijke overeenkomst
niet in het voorstel thuishoort. Dat wil echter niet zeggen dat hiermee
die overeenkomst ook onder tafel is geschoven.
De overeenkomst zal met de exploitant van het pand Voorstraat 65 worden
gesloten.
De heer Munters denkt dat het nieuwe bestemmingsplan voor de vesting nog
niet in 1993 van kracht zal worden, daar er met een herziening van een
bestemmingsplan diverse jaren gemoeid zijn.
Wel kan hij toezeggen dat de raad op heel korte termijn een voorstel om
kredieten te voteren voor de herziening van het bestemmingsplan voor de
vesting, tegemoet kan zien.
Hij is blij dat de heer Driesprong nog eens duidelijk naar voren heeft
gebracht dat er een "hard" horecabedrijf wordt ingeleverd voor een
"zacht" horecabedrijf.
2e termijn
De heer De Witte memoreert de opmerking van de heer Munters, dat de
privaatrechtelijke overeenkomst niet in het voorstel thuishoort.
De provincie heeft opgemerkt, en ook hij is die mening toegedaan, dat
momenteel echter die overeenkomst het enige handvat is, omdat er nog
geen leefmilieuverordening geldt.
Die overeenkomst is dus wel zeker van essentieel belang bij deze zaak.
De heer Boertjes gaat accoord met het voorstel.
Hij is blij dat op vrij korte termijn de leefmilieuverordening aan de
orde wordt gesteld.
Ook hij vindt de privaatrechtelijke overeenkomst van essentieel belang,
en vraagt binnen welke termijn die overeenkomst zal worden gesloten en
op welke wijze de raad daarover wordt ingelicht.
Antwoordt 2e termijn.
De heer Munters merkt op dat er heden een besluit wordt genomen om
voor het pand Voorstraat 65 vrijstelling ex artikel 19 WRO te verlenen
voor de vestiging van een "zacht-horecabedrijfen om het pand Land-
poortstraat 3 een "woondoeleinden- en detailhandelbestemming" te geven.
De privaatrechtelijke overeenkomst is al getekend door de ondernemer,
welke straks het pand Voorstraat 65 gaat exploiteren.
Die overeenkomst ligt dus al vast.