-16-
een en ander betaalt. De kans groot is immers groot dat de gemeente de
wegen krijgt, zoals ze zijn.
De bushalte is in een en ander namelijk niet voorzien.
Verder haalt hij nog aan dat de bij het vorige agendapunt gemaakte
opmerkingen ook hier van toepassing zijn.
Namens de CDA-fractie vraagt de heer Moerland wat de status van deze
niet-openbare wegen na de overdracht is.
Antwoord le termijn.
De heer Munters zegt toe dat met rijkswaterstaat zal worden gesproken
over de bushaltes.
Hij denkt dat er aan om bij rijkswaterstaat aan te kaarten om één
bushalte aan te passen aan de werkzaamheden welke aan de Malthaweg
worden uitgevoerd. De andere halte, zo kan men rijkswaterstaat
verzoeken, kan in de huidige toestand worden overgedragen.
Dit betekent dat de gemeente zelf op de laatst genoemde halte misschien
een asfaltlaag moet aanbrengen, welke uit eigen middelen moet worden
betaald, doch de kosten daarvan zullen geen veelvoud van 1.000,
bedragen.
Aangaande de status merkt hij op dat na de overdracht de niet-openbare
wegen openbaar worden.
Het feitelijk gebruik van de wegen verandert niet.
Zonder verder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten onder bepaalde voorwaarden in te stemmen met de door
rijkswaterstaat voorgelegde overeenkomst regelende de overdracht van het
eigendom, het beheer en het onderhoud van de in het voorstel genoemde
niet-openbare wegen in de gemeente.
15Subsidieverzoek van V.V. Kogelvangers ten behoeve van de uitbreiding
van de kleedaccommodatie op het gemeentelijk sportcomplex.
le termijn.
Namens de CDA-fractie haalt de heer Dane aan dat het voorstel in de
commissie openbare werken is behandeld.
Enkele leden van de CDA-fractie hebben de moeite genomen om de
voorgestelde uitbreiding te gaan bezien.
Hij kan instemmen met het voorstel.
Tijdens gesprekken met enkele bestuursleden heeft hij vernomen dat een
gedeelte van de werkzaamheden door leden van de vereniging zullen worden
uitgevoerd, hetgeen aangeeft dat de leden wederom door zelfwerkzaamheid
in positieve zin een steentje bijdragen.
Verder zegt hij: "Tot slot nog een vraag, want wat ons bevreemd is het
volgende. Waarom dit agendapunt nu pas, öf zo u wil nu al op de agenda.
Op 22 juni 1991 komt er van V.V. Kogelvangers een subsidieverzoek. Negen
maanden later, op 16 maart 1992, komt er van het bestuur van V.V.
Kogelvangers een toelichting naar het college toe.
Vervolgens komt de stroomversnelling, want op 9 april 1992 wordt door
voornoemde vereniging de verdeling van de kosten aangegeven. Op 7 mei
1992 wordt een en ander in de commissie openbare werken behandeld en nu
ineens, op 12 mei 1992, staat een en ander op de agenda voor deze
raadsvergadering, zonder dat men kennis heeft kunnen nemen van het
verslag van de vergadering van de commissie openbare werken.
Nogmaals, meneer de voorzitter, laat er geen misverstand bestaan over
het positief reageren op het subsidieverzoek.
Maar de manier waarop u ons het een en ander voorstelt, vraagt toch om
een nadere uitleg."