- 24 - sommige oren over, mijn plaats in de fractie en mijn zetel in de raad ter discussie gesteld ten gunste van de heer Slabbekoorn. Maar wij allen kwamen tot de conclusie dat het het beste was letterlijke uitvoering te geven aan de bepalingen in de Kieswet. Ik zal in de komende 4 jaar met nieuwe energie en hernieuwd elan proberen er aan te werken, dat een verdienstelijk raadslid als de heer Slabbekoorn over 4 jaar kan terugkeren. U allen moet van mij aannemen dat ik met weemoed afscheid neem als uw wethouder, althans tijdens deze raadsvergadering. En met een variant op een frans gezegde: "Un peut partir, c'est mourir un petit peut". Er wacht nu vanaf 1 mei een andere verantwoordelijkheid. Vandaag zou ik een slotwoord willen richten tot de raad. Het college komt wat dat betreft op 23 april a.s. nog aan de beurt, en de leden van de commissie Welzijn op 26 april a.s. Ik dank, zonder uitzondering, alle fracties voor de constructieve opstelling, waar het mijn portefeuille of mijn persoon betrof. Onder de huidige verhoudingen heb ik van u allen een coöperatieve medewerking mogen ervaren en ik dank u daarvoor zeer". De voorzitter dankt de heer Tuinman en stelt de afscheidnemende leden van de raad in de gelegenheid om te reageren. Hij geeft als eerste de heer Slabbekoorn het woord. De heer Slabbekoorn vervolgt: "Ja, voorzitter, het werd al door diverse mensen gememoreerd, nl. dat ik nooit zoveel van woorden ben geweest. Dat zal ik ook nu niet doen. Ik wilde het dus bij een kort woordje houden. Ik bezit nog wel niet de wijsheid van de grijsheid, maar wel zoveel mogelijk de grijsheid van de wijsheid. Dus de rest komt misschien nog. Ik ben een klein beetje verlegen door al de lofwoorden die mij van alle kanten worden toebedeeld. Ik ben zelf nog niet tot de conclusie gekomen, waaraan ik het allemaal verdien, maar dat laat ik in het midden. Jullie zullen wel gelijk hebben. Had ik vorig jaar al problemen met rekenen- de methode van afronden zult u zich zeker nog herinneren-, sinds 21 maart 1990 heb ik ook nog problemen met het rekenen zelf. Want toen bleek me dat het verschil tussen 6 en 3 één was. En dat was die ene stoel, die ik straks weer ter beschikking stel. U heeft mij namens de gemeente een keurig cadeautje aangeboden. Ik wilde tot besluit al mijn collega-raadsleden, de leden van het college, de medewerkers van het gemeentelijke apparaat in al zijn vormen en niet als laatste de mensen die regelmatig de publieke tribune bevolkten, bedanken voor hun interesse, voor de medewerking en de vriendschap die ik ondervonden heb" De voorzitter dankt de heer Slabbekoorn en geeft vervolgens de heer Maris het woord. De heer Maris vervolgt: "Meneer de voorzitter, ik wil u hartelijk bedanken voor hetgeen u tot mij gesproken heeft. Ik heb vele jaren met veel plezier mogen werken voor het CDA. We hebben zelfs hier in Willemstad de plaatselijke CDA op mogen. Daar zijn we vele avonden mee bezig geweest. Bijzondere dank voor het mooie cadeautje en bijzonder dank aan de heer Boertjes, voor de door hem gesproken woorden. Ik wil alle hier aanwezige fracties en het college bedanken voor de afgelopen 4 jaren van samenwerking. Hartelijk dank voor hetgeen we met zijn allen hebben mogen doen." De voorzitter dankt de heer Maris en geeft daarna de heer Van der Sluijs het woord.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 68