- 5 - Hij merkt op gelezen te hebben dat de provincie Noord-Brabant in september 1988 is gestart met een integrale herziening van de streekplannen Midden-,Oost- en West-Brabant. Heden schijnt de notitie "Brabant op streek" te zijn verschenen, t.b.v. een vooroverleg over de streekplanherziening. Hij is bang dat de ondertitel van de notitie zal moeten gaan luiden: "West-Brabant van streek". In de maanden april, mei en juni is er overleg met de gemeentebesturen. Hij is zeer benieuwd welke trajecten eigenlijk nog aan de orde zijn. Ook heeft de heer Hoekwater publicaties gelezen waarin een idee wordt gelanceerd om alsnog in deze regio een vliegveld te projecteren. De heer Vlijmen, lid van de Tweede Kamer voor het CDA, wil op 25 april 1990 een poging wagen om binnen de 4e Nota Ruimtelijke Ordening wederom het vliegveld in de regio aangekaart te krijgen. De heer Hoekwater vraagt de voorzitter of toegezegd kan worden dat in de vergadering van 8 mei a.s. de raad geïnformeerd zal worden over de uitkomst van een en ander, en of de raad dan al inzicht kan krijgen in het rapport "Brabant op streek". De voorzitter merkt op dat er bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in Breda in december 1989 een bijeenkomst is geweest. Daar is een voorlichting gegeven over een aantal varianten voor het traject van de HSL. De wijze waarop de voorlichting werd gegeven was meer dan onbevredigend. In januari 1990 is er wederom een bijeenkomst geweest, waarvan niemand eigenlijk de status kende. Hijzelf heeft de bijeenkomst na een half uur verlaten, daar het de meest onduidelijke sessie was, die men zich maar kan voorstellen. Dat heeft er toe geleid dat de burgemeester van Bergen op Zoom aan gedeputeerde De Geus heeft gevraagd om de burgemeesters uit de regio te informeren over de HSL. Het ongenoegen van de betrokkenen over de informatie-voorziening inzake de HSL is vervolgens aan het Ministerie kenbaar gemaakt. Naast het probleem van de talrijke varianten speelt ook de vraag "wat voor een soort tracé komt waar?". Vrijdag 6 april 1990 is er wederom een bijeenkomst geweest tussen de burgemeesters uit de betrokken gemeenten en de gedeputeerde. Dit naar aanleiding van het gesprek dat de gedeputeerde eind maart gevoerd heeft met de minister van V.R.O.M. en om informatie te geven over de laatste stand van zaken. De bijeenkomst was wat de status betreft, een bijeenkomst van informatieverstrekking door de provincie aan de gemeenten. De voorzitter heeft van de gedeputeerde begrepen dat er een aantal zaken zijn, die in het vervolg van de procedure van belang zijn, danwel waarmee rekening gehouden moet worden. Er is een M.E.J*.-studie lopende. Voor zover hij heeft begrepen is de G-variant, de enige variant die bij die studie in beeld is. Zeker is dat het kabinet besloten heeft dat Nederland moet meedoen in het T.G.V.-project. Wat ook vaststaat in de visie van de minister is, dat de westelijke variant internationaal de enige haalbare mogelijkheid is. Voor zijn gevoel bepalen België en Zuid-Holland, waar in Noord-Brabant de T.G.V. gaat rijden. De gedeputeerde, maar ook de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant hebben van de minister begrepen dat de regering in Zuid-Holland al duidelijke afspraken heeft gemaakt over het traject. Noord-Brabant wordt

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 49