- 4 -
14. schrijven van Houthandel Feninga B.V. te Beverwijk, Koker
Bouwprodukten B.V. te Utrecht en Timmermans Houthandel B.V. te
Leeuwarden, inzake een alternatief voor gebruik van tropisch hardhout;
15. schrijven van Artsen zonder Grenzen te Amsterdam d.d. 23 maart 1990,
waarbij wordt verzocht om financiële steun;
16. schrijven van Centrum Kontakt der Kontinenten te Soesterberg d.d. 26
maart 1990, waarbij informatie wordt toegezonden over de cursus
"Gemeentelijk Vredesbeleid en Voorlichting";
17. schrijven van de Socialistiese Partij te Rotterdam d.d. 15 maart 1990,
waarbij wordt toegezonden het rapport "Zuiveren met de kraan open,
rioolpolitiek van overheid en bedrijfsleven";
18. arbeidsverslag per ultimo februari 1990 van het gewest Roosendaal van
het Gewestelijk Arbeidsbureau Roosendaal.
In aansluiting op de ingekomen stukken inzake de HSL dient de heer
Slabbekoorn, namens de fractie van de P.v.d.A., een motie in tegen de
aanleg van de HSL op Willemstads grondgebied.
Eveneens naar aanleiding van de ingekomen stukken betreffende HSL merkt de
heer Marisnamens de CDA-fractie op, dat zo'n aangelegenheid niet voor
kennisgeving aangenomen kan worden.
Indien de geplande HSL gerealiseerd wordt, zal dat enorme gevolgen hebben
voor Willemstad. Er zijn volgens hem meer lasten dan lusten aan verbonden.
Zijn fractie zal nauwlettend de aangelegenheid in de gaten houden.
Bij motie deelt hij vervolgens mede dat de CDA-fractie tegen de HSL is.
Ook de heer Hoekwater gaat, namens de WD-fractie, in op de ingekomen
stukken inzake de HSL. Hij concludeert dat het voor gemeente- en
provinciebesturen volstrekt onmogelijk is om te reageren op het zich telkens
weer wijzigende beleid van het rijk inzake de HSL.
De mate waarin een en ander overweldigend naar de gemeente toekomt is voor
hem volstrekt onacceptabel.
Hij merkt op geen motie in te dienen, maar wel te zullen bezien of hij de
moties van de andere partijen kan onderschrijven.
Over een tweetal punten wil hij graag nader geïnformeerd worden.
Een feit is dat in West-Brabant eigenlijk 2 punten van de HSL als
vaststaand worden aangenomen, namelijk het punt waar de HSL vanuit België
Nederland binnenkomt en het punt waar de HSL de Zuid-Hollandse grens
passeert
In geen enkel stuk heeft hij echter kunnen lezen dat een en ander
gebasseerd is op een accoord van de Belgische danwel de Nederlandse
regering, respectievelijk de provincie Zuid-Holland danwel één van de
gemeenten.
Graag wil hij hieromtrent nader geïnformeerd worden.
Voordat een en ander gerealiseerd zal gaan worden zal er zijns inziens eerst
een streekplanwijziging aan ten grondslag moeten liggen.
Nu de G-variant van de tafel is geveegd, blijft bij hem de vraag bestaan hoe
het met de overige varianten is gesteld. Hij veronderstelt nl. niet dat met
het verdwijnen van de G-variant het gehele plan van de HSL op losse
schroeven is komen te staan.