- 2 -
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Munters op bladzijde 5, dat
de Landpoort tot aan het Ravelijn wordt hersteld, waarvoor een bedrag van
f 120.000,is geraamd, en de zo juist gedane mededeling over een
toegezegde bijdrage daarvoor groot f 125.000,uit de provinciale
"knelpuntenpot"vraagt de heer Slabbekoorn of het mogelijk is in het
werk de plaatsing van een zitbank bij het Ravelijn te betrekken.
De heerMunters merkt op dat voor het bedrag van f 125.000,meer
gerealiseerd moet worden dan alleen het opknappen van de Landpoort.
Ondanks dat zegt hij toe te zullen bezien of de begroting ruimte biedt om
bij het Ravelijn een bank te plaatsen.
Daarna haalt de heer Van der Sluijs, in vervolg op zijn eerdere opmerking,
de volgende passage op pagina aan:
"Namens de fractie van het CDA zegt mevrouw In 't Veld dat op de
gememoreerde forumavond is gebleken dat onderhavige kwestie gevoelig ligt.
Zij vraagt het college te reageren op de woorden van de heer Van der
Sluij s"
Hij merkt op dat er hier dient te staan: "de woorden van de heer Sneep".
De voorzitter zegt toe de opmerkingen in de notulen van deze vergadering
op te nemen.
Naar aanleiding van de notulen haalt de heer Van der Sluijs aan dat de
toezegging is gedaan dat vóór de raadsvergadering van heden, de methode van
afronding voor de legesbedragen schriftelijk aan de raad zou worden
medegedeeld.
Verder vraagt hij of de heer Tuinman al is nagegaan of de scholen via de
schoolbegeleidingsdienst op de hoogte zijn gebracht van het schrijven van
Stichting de Ruiter.
Betreffende de vraag over de afrondingen merkt de voorzitter op dat de
afdeling Financiën de heer Slabbekoorn van informatie heeft voorzien.
Hij kan zich echter voorstellen dat de gehele raad de informatie graag
ontvangt
Bij de behandeling van de begroting 1991 zal per afronding een toelichting
worden gegeven, zodat de raad kan zien waar de cijfers achter de komma
blijven.
Inzake de vraag over het schrijven van Stichting de Ruiter merkt de heer
Tuinman op dat hij nog niet is nagegaan of de schoolbegeleidingsdienst
heeft ondernomen. Hij zegt toe een en ander te doen voor zijn terugtreden
als wethouder.
Vervolgens worden de notulen met inachtneming van de gemaakte opmerkingen
vastgesteld.
3. Ingekomen stukken
Voor de raadsvergadering van 10 april 1990 zijn de volgende stukken
ingekomen:
1. Besluit van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d. 28 februari
1990, nr. 115.420 houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 13
februari 1990 waarbij burgemeester en wethouders worden gemachtigd tot
het afsluiten van kasgeldleningen of langlopende geldleningen tot een
gezamenlijk bedrag van ten hoogste f 1.500.000,