-10-
Namens de fractie van het CDA concludeert de heer Driespronghet
woonwagenplan en de samenvatting van het college gelezen hebbend, dat de
behoefte enerzijds en het bestuurlijk voorgedragen aantal standplaatsen
anderzijds geen reëele verhouding laat zien.
Hij stelt dat hooguit 1 persoon, maar hoogstwaarschijnlijk niemand, op
de 2 resterende te realiseren standplaatsen zit te wachten.
Hij stelt danook voor om, alvorens het collegevoorstel tot uitvoering te
brengen, eerst nog eens contact op te nemen met de provincie en de
situatie voor te leggen.
Aansluitend zegt hij"Het zou me niet verbazen als men ook daar zou
moeten herkennen dat in onze situatie het hele woonwagenplan door de
praktijk volledig of nagenoeg volledig is achterhaald.
Aan onze verplichtingen willen we graag voldoen, maar in dit geval niet
eerder dan dat ons duidelijk is dat er geen andere weg is."
Antwoord le termijn
De heer Munters merkt op dat realisering van het woonwagencentrum
nagenoeg geen consequenties zal hebben voor het bestaande voetbalveld.
Aangaande de opmerking van de heer Driesprong om in overleg te treden
met de provincie, deelt hij mede dat, gezien de tekst op pagina 12 van
het ontwerp-Provinciaal Woonwagenplan 1991-1996, van de zijde van de
provincie als het ware die handreiking al is gegeven.
Willemstad is ondergebracht bij de categorie "tijdelijke artikel 10
standplaatsen"
De gemeenten, welke zijn ondergebracht bij de categorie "tijdelijke
artikel 10 standplaatsen", zullen door de provincie bezocht worden,
aldus de heer Munters. De heer Munters ziet met belangstelling het
bezoek tegemoet.
Tot slot vraagt hij de raad bij voorbaat om, indien de provincie besluit
dat de 2 standplaatsen toch moeten worden gerealiseerd, het plan niet
opnieuw in de raad te hoeven brengen, doch het plan dan verder in
ontwikkeling te mogen nemen.
2e termijn
Namens de CDA-fractie deelt de heer Driesprong mede dat ook hij,
indien blijkt dat het niet anders kan, uiteraard met het collegevoorstel
accoord gaat.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan
besloten om, in afwachting van de resultaten van het overleg met de
provincie, reeds nu goedkeuring te verlenen aan het voornemen om het
provinciaal bestuur ontheffing te vragen voor de inrichting van twee van
de vier standplaatsen van het te realiseren woonwagencentrum.
9Startnotitie Milieu Effect Rapportage (M.E.R.) t.b.v. realisering
G.FT.-composterinqsinrichtinq te Moerdijk.
le termijn
Namens de P.v.d.A.-fractie merkt mevrouw Struijt op dat in de
gemeenteraad van Klundert en Zevenbergen in de afgelopen maanden blijk
van bezorgdheid is gegeven over de ontwikkelingen op het
industrieterrein Moerdijk. De algemene teneur is dat het
industrieterrein dreigt te verworden tot een verzamelplaats van
milieubedreigende ondernemingen.
Zij vraagt of het niet zinnig zou zijn om in de richting van de
provincie en het Stadsgewest Breda deze bezorgdheid te ondersteunen en
bezwaar te maken tegen de planning.