-7- Kunt u met ons meegaan in ons voorstel om nu tenminste onze opmerkingen met betrekking tot het plan te ventileren, zodat het college hier rekening mee kan houden in het bestemmingsplan, zoals dat op 3 februari ter visie zal worden gelegd?" Namens de fractie van de P.v.d.A. merkt mevrouw Struijt op dat de realisering van een bedrijventerrein nooit op haar verlanglijstje heeft gestaan. Toch heeft het belang van een bedrijventerrein voor de Willemstadse gemeenschap haar doen besluiten, na zorgvuldig onderzoek van diverse locaties, te kiezen voor realisering van een bedrijventerrein aan het Steenpad. Zij vindt wel dat aan de inpassing in het landschap en de beperking van overlast voor de Heiwijkse bewoners de grootste prioriteit moet worden gegeven. Zij kan de sceptische houding ten opzichte van de te realiseren groenvoorziening best begrijpen, gezien de staat van de groenvoorziening nabij de gemeenteloods Voorzover zij kan bekijken, biedt het voor-ontwerp bestemmingsplan voldoende waarborgen om de overlast voor de Heiwijkse bewoners tot een minimum te beperken. Het voor-ontwerp komt haars inziens niet tegemoet aan het uitgangspunt van het beperkt houden van het aantal verkeersaansluitingen op het Steenpad. Een en ander is voor haar onaanvaardbaar. 4 ontsluitingen over zo'n korte afstand is volgens haar waanzin. Vervolgens zegt zij tot het college: "Probeer maar of in onderhandeling met Friatec en Renion, de geplande parallelweg over de gehele lengte van het plan te realiseren is. Lukt dit niet, dan misschien oostelijk om het terrein heen zodat de huidige ontsluitingen de enige kunnen blijven." Verder kan zij instemmen met de voorgestelde procedures. Namens de V.V.D.-fractie merkt de heer Hoekwater op dat hij, gezien de opgenomen waarborgen in het voor-ontwerp bestemmingsplan en de zorgvuldigheid welke is verwoord in de verder te volgen procedure, accoord gaat met het advies van het college. Hij heeft moeite met het standpunt van het college dat 4 ontsluitingen voor het bedrijventerrein noodzakelijk zijn. Hij zou graag zien dat met de huidige 2 ontsluitingen zou worden volstaan. Vervolgens zegt hij: "Gezegd hebbende, meneer de voorzitter, dat wij accoord gaan met uw voorstel, kunnen wij aannemen dat dit voor een aantal bewoners van de Prins Hendrikstraat moeilijk te verteren kost zal zijn. Blijkbaar hebben wij als politiek deze bewoners zo van ons vervreemd dat zij niet aanwezig zijn geweest op de informatie-avond van 25 oktober." De heer Hoekwater is van mening dat men het uiterste moet doen om te proberen de inwoners niet van de politiek te doen vervreemden, hoe moeilijk dat ook zal zijn. Namens de CDA-fractie merkt de heer Driesprong betreffende de geplande groenstrook rond het bedrijventerrein op, dat in het voor-ontwerp, en met name in de toelichting, gesproken wordt over een strook met opgaand groen met een zekere massa. Hij heeft behoefte aan een nadere omschrijving daarvan, welke tenminste hoogte en een afdoende massa verzekert. Tevens wijst hij in deze, net als mevrouw Struijt, ook op de staat van de groenvoorziening nabij de gemeenteloods Vervolgens merkt hij op dat het nuttig is om het aantal van 4 geplande ontsluitingen nog eens in ogenschouw te nemen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 220