- 19 - Die heeft, mede namens de directeur van het "Mauritshof" te Klundert, zowel het hoofd van de afdeling Algemene Zaken als ondergetekende uitgenodigd voor een gesprek in de week van 2 6 februari 1990. Een van de onderwerpen van gesprek zal zijn de toekomstige ontwikkelingen en de situatie vanaf 1995 en volgende jaren. Dit alles ondanks de reeds eerder geschetste situatie met betrekking tot het Stadsgewest Breda en het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant. Namens de CDA-fractie stelt mevrouw In 't Veld ook de volgende vraag: "Naar wij vernamen, heeft de P.P.D. een negatief advies uitgebracht aan de gedeputeerde staten met betrekking tot de vestiging van Friatec b.v. op het kleinschalig bedrijventerrein. Is dit bij u bekend en zo ja kunt u ons dan nader informeren?" Antwoord le termijn. De heer Munters merkt op dat de informatie gelukkig niet geheel juist is. Hij meent er goed aan te doen even aan te halen wat reeds is medegedeeld in de vergadering van de commissie A.B.Z. van 1 februari jl. Toen is namelijk medegedeeld dat de kleine commissie van de P.P.C. op 5 februari bijeen zou komen om de aanvraag van het gemeentebestuur van Willemstad, inzake het kleinschalig bedrijventerrein, te behandelen. Tijdens dat gesprek zijn een paar conclusies getrokken. Ten eerste is geconcludeerd dat er ruimtelijk gezien geen bezwaren waren tegen het ontwikkelen van het geplande bedrijventerrein. Een tweede standpunt was dat de vertegenwoordigers van Ruimtelijke Ordening wat vraagtkens hadden bij de aanvraag van Friatec b.v. met betrekking tot het aantal m2 grond die dat bedrijf wilde aankopen om dat bedrijf daar een bepaalde ontwikkelingskans te geven. Zij meenden dat het aantal m2 niet geheel paste in de optiek die de gemeente Willemstad had ten opzichte van het kleinschalig bedrijventerrein. Een derde conclusie was dat de vertegenwoordigers van Economische Zaken in de commissie unaniem van oordeel waren dat er met de komst van Friatec b.v. een hoogwaardig gekwalificeerd bedrijf op het bedrijventerrein zou komen. Dat zou zonder meer een positieve uitstraling hebben naar de Willemstadse samenleving. Te denken valt dan onder andere aan de werkgelegenheid en de uitstraling naar andere bedrijven die in Willemstad werkzaam zijn. Al met al is de mening van de P.P.D. nog niet bekend. De P.P.C. heeft een gedeeld advies en het ziet er naar uit dat op korte termijn daarop een nader advies uitgebracht zal worden via de P.P.D. naar de gedeputeerde staten. Namens de CDA-fractie stelt de heer Groeneveld de volgende vraag: "Via ingezonden brieven in een ter plaatse verschijnend weekblad hebben we de mening kunnen vernemen van een aantal inwoners m.b.t. de kastanjebomen aan de Kerkring. Hoe is, wat de gemeentelijke plannen betreft, momenteel de stand van zaken?" Antwoord le termijn. De heer Munters meent dat de publicatie over de kastanjebomen aan de Kerkring in "de Brillant" van november nogal wat pennen heeft losgemaakt

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 20