- 17 -
Tevens merkt hij nog op dat de definitieve vaststelling nog door de
provinciale staten zal moeten gebeuren. Daarna zal de ambulancedienst
een en ander moeten uitwerken. En dan zal duidelijk worden, in de
gesprekken die zullen plaatsvinden, welke locatie in Willemstad het
meest geschikt is. Dan zal er ook wat meer duidelijkheid zijn over de
tijdstippen.
Vervolgens stelt mevrouw In 't Veld, namens de fractie van het CDA,
de volgende vraag:
"Omdat bejaarden in onze gemeente, die intensievere zorg nodig
hebben, die zorg helaas buiten onze gemeente moeten krijgen, hebben
wij reeds bij de begrotingsbehandeling gevraagd de mogelijkheden te
onderzoeken die er zijn, om in Willemstad te komen tot een
verzorgingstehuis ex W.B.O.
Die mogelijkheden zijn er, maar uit diverse publicaties in de
regionale dagbladen moeten wij opmaken dat anderen nu al bezig zijn
ons, d.w.z. een verzorgingstehuis in Willemstad, bij allerlei
instellingen in te delen.
Is het niet normaler dat wij zelfgaan beslissen hoe we dit willen
realiseren en met wie wij willen samenwerken?
Graag vernemen wij uw reactie hierover."
Antwoord le termijn.
De heer Tuinman antwoordt dat het gemeentebestuur van Willemstad er
zelf graag bijzit als er beslissingen worden genomen.
Die kans krijgt de gemeente ook, als te zijner tijd het
ontwerp-uitwerkingsplan "bejaardenoorden" aangeboden wordt om daarop in
te spreken, danwel bezwaren daartegen te maken.
Verder stelt hij dat de werkelijkheid vaak anders in elkaar zit dan wij
als normaal vinden. Er zijn beperkingen, ook al vinden wij dat vaak
abnormaal
2e termijn.
Mevrouw In 't Veld merkt op dat zij zelf net als het college de
vinger aan de pols wil houden en wil bepalen hoe of wat. De vormen van
dependances e.d. die opgelegd worden alsof alles in kannen en
kruiken is, blijken dus, zoals zij begrepen heeft, loos alarm. Zij
wil in ieder geval niet dat door een ander opgelegd wordt, wat in
Willemstad gedaan moet worden.
Zij is er wel voor in om in samenwerkingsverband een
verzorgingstehuis in Willemstad te realiseren.
Antwoord 2e termijn.
De heer Tuinman haalt aan dat mevrouw In 't Veld de dependance naar
voren haalt. Hij denkt dat het goed is zich te relaiseren dat men op
dit moment ook nog te maken heeft met het provinciaal kaderplan
"bejaardenoorden 1988-1991". Daarin is ondermeer opgenomen dat het
provinciaal beleid gericht is op een goede spreiding van
vezorgingstehuizen. De feitelijke realisering van dit uitgangspunt
hangt af van de minimum omvang van een verzorgingstehuis. Een minimum
omvang is nodig om garanties te geven voor goede kwaliteit enz. enz.
Ten aanzien van de minimum omvang van bestaande tehuizen is in het
provinciaal beleid o.a. de volgende ondergrens-bepaling opgenomen:
verzorgingstehuizen met een omvang van 25 tot 50 verzorgingsplaatsen
dienen als dependance, bestuurlijk en organisatorisch deel uit te maken
van een grotere organisatie.