-20-
Deze praktijk heeft verder als consequentie dat de getoonde financiële
positie van de gemeente wordt vertroebeld door het aanwezig zijn van
stille reserves. Daarnaast kan het feit of bepaalde activiteiten al of
niet kostendekkend zijn, niet uit de verslaggeving worden afgeleid en
is een inter- en intragemeentelijke vergelijking niet zonder meer te
realiseren. Het op deze wijze uitleg geven aan artikel 25 lid 4 van de
gemeentelijke comtabiliteitsvoorschriften is tot nu toe niet door een
verbodsbepaling onmogelijk gemaakt."
Ik heb dit ontleend aan schriftuur van het VB-accountantskantoor
Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot de onvoorziene tegenvaller van
een ton het volgende.
Natuurlijk klopt uw cijferopstelling op de cent.
Waar het ons om gaat, is de teneur, die er uit spreekt. Een pessimist
zegt: "mijn glaasje is half leeg", de optimist zegt: "mijn glaasje is
half vol". Zo benaderen wij ook de ton. Dat over '91 een ton meer aan
rente aan de reserves kan worden bijgeschreven blijven wij geen
tegenvaller noemen.
Afsluitend de 5% belastingverhoging, waar wij graag 2% vanaf willen halen
als gebaar naar de burgers.
U mocht volgens het beleidsprogramma dit jaar maximaal 5% benutten. U
benut ook 5%, geen 4,8%, geen 4,9% nee 5%. Wat is er onjuist aan onze
constatering dat u de 5% maximaal benut heeft? Gelukkig heeft u kans
gezien voor 1992 het tarief met 2% naar beneden bij te stellen. Wij zijn
u daar zeer dankbaar voor.
Ons cijfervoorbeeld van 1985 t/m 1989 geeft aan dat u bijna 75.000,
meer belastingen heeft geïnd dan in de begrotingen stond vermeld.
Dat is gemiddeld bijna 15.000,per jaar. Wij hebben geen reden om aan
te nemen dat 1990 en 1991 van deze trend zullen afwijken.
De werkelijke inkomsten schatten wij voor 1990 derhalve op 492.802,
Als we daarop een verhoging van 3% leggen, komen we uit op een geschatte
ontvangst van 507.556,voor 1991.
Daaruit volgt dat er ook in onze redenering geen 9.000,ongedekt
tekort is", aldus de heer Hoekwater.
De voorzitter schorst vervolgens de vergadering ter voorbereiding van
het antwoord in 2e termijn.
Antwoord in 2e Termijn.
De voorzitter heropent de vergadering.
De voorzitter beantwoordt de volgende vragen c.q. opmerkingen behorende
tot zijn portefeuille, waarbij hij er op wijst dat de antwoorden van de
afzonderlijke collegeleden, gelet op de collegiale verantwoordelijkheid,
dienen te worden gezien als antwoorden van het college.
Overleg met accountant.
De voorzitter is het niet eens met de suggestie van de heer Hoekwater
om als raad met de accountant te gaan praten betreffende bepaalde zaken.
Dit zou betekenen dat enig wantrouwen ten opzichte van het college wordt
gekoesterd, hetgeen niet op z'n plaats is. Het college is uitvoerder van
de wil van de raad en gaat daar op een juiste en contentieuze wijze mee
Ambtenaar burgerlijke stand.
Gelet op de werkdruk ter secretarie en het aantal huwelijken dat wordt
gesloten is aantrekking van bedoelde ambtenaar noodzakelijk. Het college
heeft iemand op het oog welke rechtstreeks zal worden benaderd.
De raad zal op korte termijn worden geïnformeerd.