- 15 - 12Wijziging algemeen delegatiebesluit le termijn Namens de CDA-fractie vraagt de heer Van der Sluijs naar de reden om dit voorstel nog heden als een aanvullend agendapunt in de vergadering te behandelen. Antwoord le termijn. De voorzitter antwoordt: "Het vorige besluit dat de raad ter zake heeft genomen is van 1974. Toen is daarbij een bedrag aangehouden wat in die tijd echt aanzienlijk hoog was. Nu voeren wij niet zo vaak rechtsgedingen, dus dat besluit gaat dan in de la totdat het een keer nodig is. Nu bleek het onlangs, nog heel recent, nodig te zijn. Het had zelfs zo kunnen zijn dat we uw raad in een aparte vergadering bijeen hadden moeten roepen om het college te machtigen. Om dat nu te voorkomen vragen wij u thans om dat bedrag van 10.000,waartoe uw raad destijds heeft besloten, te verhogen tot 100.000, Dat bedrag is natuurlijk altijd arbitrair, want morgen kan het opnieuw te weinig blijken te zijn. Maar ik denk dat het college met die 100.000,heel ver uit de voeten kan". 2e termijn. Namens de CDA-fractie verzoekt de heer Van der Sluijs schorsing van de vergadering om het voorstel nader te kunnen bekijken. De voorzitter schorst dan de vergadering. Na de schorsing heropent de voorzitter de vergadering en geeft het woord aan de heer Van der Sluijs. Namens de fractie van het CDA deelt de heer Van der Sluijs mede met het voorstel te kunnen instemmen. Hij merkt verder echter op dat zijn fractie moeite heeft met het feit dat aanvullende stukken op het laatste moment ter tafel worden gebracht en dat daarop dan ook direct een beslissing moet worden genomen. Vervolgens zegt hij dat het college voortaan moet proberen te voorkomen dat op het allerlaatste ogenblik zaken aan de raad worden voorgelegd en waarover men dus binnen de fracties geen overleg heeft kunnen voeren. Antwoord 2e termijn. De voorzitter merkt op dat het hier een dringende aangelegenheid betreft die geen maand kan wachten. Als er heden geen reguliere vergadering was geweest, was de raad heden toch bijeen geroepen om dit ene besluit te nemen. Verder haalt de voorzitter aan dat het geen gewoonte is om stukken op het laatste moment aan de agenda toe te voegen, wat wel moge blijken uit het feit dat er in de afgelopen 4 jaar géén 5 x een toegevoegd stuk is geweest. Het is dus een volstrekt ongebruikelijke gebeurtenis. De voorzitter zegt toe, daar waar het niet absoluut noodzakelijk is, zich te zullen beperken in het toevoegen van stukken aan de agenda. Zonder verder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten artikel 1 lid D sub 1 van het algemeen delegatie-besluit van 19 november 1974 als volgt te wijzigen: "Aan het college van burgemeester en wethouders wordt de bevoegdheid gedelegeerd tot het beoordelen en beslissen of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd, zowel in eerste aanleg als in hoger

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 16