-3-
Betreffende ingekomen stuk nummer 8 merkt de heer Hoekwater op met
vreugde geconstateerd te hebben dat er 3 Willemstadse inwoners weer in
het arbeidsproces zijn ingetreden.
Vorige keer was het aantal met 12 werkzoekenden gestegen.
De huidige daling van het aantal werkzoekenden is naar zijn mening nog
niet wat het zou moeten zijn. Hij verneemt gaarne een reactie daarop.
In antwoord op het door de heer Driesprong naar voren gebrachte deelt de
heer Munters mede dat namens de gemeente een commissaris is aangewezen
die de financiële positie en het financiële handelen van de
woningbouwvereniging controleert. De commissarissen hebben het financiële
beleid van de woningbouwvereniging onderschreven en hebben ook
voorgesteld om het bestuur te dechargeren van het gevoerde financiële
beleid.
Verder merkt hij op dat de oorzaak van het ontbreken van een
meerjarenonderhoudsbegroting en een meerjarenliguiditeitsbegroting is
gelegen in het feit dat de woningbouwvereniging nog maar enkele jaren
functioneert, daar nog maar enkele jaren geleden 5 woningbouwverenigingen
zijn samengevoegd tot de huidige woningbouwvereniging.
De samenvoeging heeft veel werk met zich meegebracht. Momenteel is men
bij de woningbouwvereniging een heel eind op weg om de
meerjarenonderhoudsbegrotingen op papier te zetten.
Verder merkt hij op dat er regelmatig wordt gekeken naar wat het
rendement is indien men op een bepaald moment bepaalde investeringen met
eigen gelden betaalt en welke risico's daaraan op langere termijn
vastzitten.
De woningbouwvereniging heeft ervoor gekozen om zoveel mogelijk uit eigen
middelen te financieren. Op dit moment is dat namelijk voordelig. De
daaraan ten grondslag liggende gedachte is dat geld lenen altijd meer
kost dan eigen geld investeren.
De accountant die de financiële zaken van de woningbouwvereniging
controleert heeft begrip voor de manier waarop met de financiële middelen
wordt omgegaan, maar heeft ook gewezen op het ontbreken van een
liguiditeitsprognose.
Betreffende ingekomen stuk nummer 5 deelt de voorzitter de heer
Hoekwater mede dat het streekgewest Westelijk Noord-Brabant tegemoet wil
komen aan de wens van met name de gemeenten om het meerjarenperspectief
meer inzichtelijk te maken, zodat op termijn een en ander kan sporen met
de meerjarenbegroting van de afzonderlijke gemeenten.
De begroting 1991 van het streekgewest is in juni of juli al door onze
raad vastgesteld. Die begroting is vroeger gereed dan de
gemeentebegroting, zodat bij opstelling van de gemeentebegroting rekening
gehouden kan worden met de streekgewestbegroting.
Investeringen worden vastgesteld met begrotingswijzigingen, hetgeen ook
bij de gemeente gebruikelijk is.
De voorzitter zegt toe de vertegenwoordigster van de gemeente Willemstad
in het streekgewest te verzoeken om bij het streekgewest meer aandacht te
vragen voor het meerjarenperspectief.
De heer Hoekwater wijst er op dat nu pas de begroting 1990 van de
Regionale Dienst Afvalverwijdering van het streekgewest Westelijk
Noord-Brabant wordt vastgesteld. Een en ander kan naar zijn mening
verband houden met het feit dat het hier een nieuwe dienst betreft.
Niettemin vindt hij dat het streekgewest zich net als de gemeenten, moet
houden aan de strikte richtlijnen met betrekking tot het indienen van
financiële bescheiden.
Inzake de opmerkingen van de heer Hoekwater betreffende het
arbeidsverslag merkt de voorzitter op dat, indien de gemeente een actieve