-2-
2. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 12 september
1990, nr. 139.230 houdende goedkeuring van begrotingswijziging nr.
15, begrotingsjaar 1990, (voorzieningen aan archiefbewaarplaats in
Affuitenloods
3. idem van 12 september 1990, nr. 139.233 houdende goedkeuring van
begrotingswijziging nr. 15, begrotingsjaar 1990, (realisering
contingent sociale huurwoningen 1990);
4. schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant
d.d. 18 september 1990, inzake procedure gemeentelijke herindeling
in het samenwerkingsgebied s-Hertogenbosch;
5. schrijven van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant
d.d. 2 5 september 1990, houdende mededeling dat de gewestraad in
zijn vergadering van 24 september 1990 het programma 1991, de
begrotingen 1991 van de gezondheidsdienst, de centrale post
ambulancevervoer, de brandweer, de ambulancedienst, de regionale
dienst afvalverwijdering en de algemene dienst heeft vastgesteld.
Tevens is de begroting 1990 van de regionale dienst
afvalverwijdering vastgesteld;
6. schrijven van de gemeente Roosendaal d.d. 21 september 1990,
betreffende de ontwerp-jaarrekening 1987 en de liquidatiebalans per
1 mei 1990 van het voormalige Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant;
7. schrijven van woningbouwvereniging "Brabants Westhoek" te Klundert
d.d. 24 september 1990, waarbij wordt toegezonden het jaarverslag
1989, de jaarrekening 1989, het verslag van de controle-deskundige
met bijbehorende accountantsverklaring en het verslag en advies van
de Raad van Commissarissen inzake de jaarstukken 1989;
8. arbeidsverslag per ultimo augustus 1990 van het gewest Roosendaal
van het Gewestelijk Arbeidsbureau Roosendaal.
Betreffende ingekomen stuk nummer 7 merkt de heer Driesprong op dat de
jaarrekening en het jaarverslag niet voorzien in een
meerjarenonderhoudsbegroting, noch in een meerjarenliquiditeitsprognose
Desondanks heeft de woningbouwvereniging haar onderhoudsreserve gebruikt
ter financiering van zaken op lange termijn. Hij verzoekt de Willemstadse
vertegenwoordigers in de woningbouwvereniging hun invloed aan te wenden
om tenminste een meerjarenonderhoudsbegroting en een liquiditeitsprognose
op langere termijn te creëeren, zodat de vermogensbehoefte op wat
kortere termijn beter in beeld gebracht kan worden, waardoor ook wellicht
het beleggen van een eigen vermogen op langere termijn, met name de
onderhoudsreserve, beter onderbouwd is.
Betreffende ingekomen stuk nummer 5 vraagt de heer Hoekwater waarom het
Streekgewest Westelijk Noord-Brabant zich niet, zoals wel de daarbij
individueel aangesloten gemeenten, hoeft te houden aan de strikte
richtlijnen met betrekking tot het indienen van begrotingen en rekeningen.
Vervolgens merkt hij op dat het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant
stelt dat het de mogelijkheid wil onderzoeken om tot een
meerjarenperspectief te komen.
Als naar zijn mening een gemeente als Willemstad al jaren aan die eis
voldoet, waarom moet dan het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant zich
nog van de noodzaak daarvan gaan overtuigen?