- 13 -
Over een half jaar vindt een evaluatie plaats. Mocht daar aanleiding
toe zijn dan zal daar in de raad op terug worden gekomen. Indien
daartoe geen aanleiding is dan zal op de ingeslagen weg worden
voortgegaan.
3e termijn.
Namens de WD-fractie zegt de heer Boertjes accoord te willen gaan
als over een half jaar ter zake een evaluatie zal plaatsvinden.
Verder merkt hij op heel duidelijk te willen zeggen dat hij niet
gesproken heeft over de kwaliteit van het bedrijf. Hij vindt het daarom
niet relevant dat in zijn richting wordt gesproken over de kwaliteit
van het bedrijf.
Antwoord 3e termijn
De voorzitter zegt toe dat over een half jaar de raad geïnformeerd
zal worden over de gang van zaken.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan
conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten de raming
voor de schoonmaakwerkzaamheden in de begroting 1990 voor het
Mauritshuis en de Affuitenloods met 15.706,10 te verhogen en de
hogere uitgave voor de schoonmaakwerkzaamheden te dekken uit de
hogere algemene uitkering uit het Gemeentefonds over 1990. Het
resterende bedrag van de hogere algemene uitkering van 72.170,90 zal
aan de post "onvoorziene uitgaven" worden toegevoegd. De begroting 1990
zal overeenkomstig worden gewijzigd.
Herzieningbestemmingsplan"Poortweide"t.b.v.uitbreiding
huisartsenpraktijkruimte voorbereidingsbesluit ex 21 W.R.O.).
Ie termijn.
Namens de CDA-fractie zegt mevrouw In 't Veld accoord te gaan met het
voorstel. Zij beseft heel goed dat een bestemmingsplan eigenlijk
constant in gevaar komt door veranderingen die gewoon nodig zijn. Zij
wil aan de herziening meewerken en hoopt dat de huisartsen daardoor
nog beter bereikbaar zullen zijn.
Namens de fractie van de WD merkt de heer Hoekwater op bedenkingen
te hebben tegen het steeds moeten en weer willen hanteren van artikel
21 W.R.O. Toch acht hij het van dermate belang dat de
huisartsenpraktijk volwaardig kan functioneren, mede met het oog op de
toekomst als de zorg in Willemstad zal moeten worden uitgebreid, dat
hij accoord gaat met het voorstel.
Hij vraagt of de kosten, die verband houden met de herziening van het
bestemmingsplan voor rekening van de aanvragers of voor rekening van de
gemeente komen.
Antwoord le termijn.
De heer Munters onderkent dat het spijtig is dat gebruik gemaakt
moet worden van artikel 21 W.R.O. en de bekende anticipatieprocedure.
Hij denkt dat een en ander wel tot een minimum beperkt moet blijven,
doch dat een en ander ook nooit helemaal uit te sluiten zal zijn.
Op de vraag over de kosten moet de heer Munters het antwoord schuldig
blijven.
De voorzitter sluit daarop aan met de opmerking dat de kosten voor de
herziening worden meegenomen in het in voorbereiding zijnde nieuwe
bestemmingsplan "Buiten de Vesting", hetgeen een algehele herziening is
van o.a. het plan Poortweide.