-12- Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten het Streekgewest mede te delen geen bemerkingen te hebben op de begrotingen 1991, doch dat wat betreft het nieuw beleid eerst de financiële gevolgen in de kaderbrief worden afgewacht. Herverdeling Stadsvernieuwinqsqelden 1991. Ie termijn. Namens de fractie van het CDA vraagt de heer Groeneveld of de geplande verbetering van de 20 sociale huurwoningen doorschuift naar 1991. Antwoord le termijn. Onder verwijzing naar de zojuist vastgestelde planningslij sten nieuwbouw en verbetering 1991 t/m 1995 wordt dit door de heer Munters beaamt. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten: de bij raadsbesluit van 13 maart 1990 gereserveerde gelden als volgt her te verdelen: I. verlaging tot nihil van het voor huurders van te verbeteren huur woningen gereserveerde subsidiebudget verhuis- en herinrichtingskosten, zijnde 16.202, II. verhoging met 16.202,van het gereserveerde subsidiebudget ten behoeve van de verbetering van door eigenaren bewoonde woningen als bedoeld in de Subsidieverordening Stads- en dorpsvernieuwing. Stand van zaken Hoqesnelheidsspoorlijn. le termijn. Namens de fractie van de P.v.d.A zegt de heer Tuinman het volgende: "Allereerst dank voor de uitgebreide informatie die het college de raad heeft doen toekomen m.b.t. de HSL. In het kader van deze notitie staat de meest relevante informatie op blz. 5 t/m 8. Het gaat eigenlijk om twee zaken. 1. Op 10 april jl. heeft de raad unaniem een motie aangenomen, waarin wij ons uitspraken tegen elk tracé van de HSL dat het grondgebied van Willemstad (en daarmee de belangen van haar inwoners) aantast 2. Het college informeert de raad breedvoerig over de actuele stand van zaken en oppert voorzichtig dat dit voor de raad wellicht aanleiding is het destijds ingenomen standpunt te heroverwegen. Dat betekent dat wij ons hebben af te vragen of dat kan en of wij dat willen. Als er sprake is van achterhaalde zaken dient men de bereidheid te hebben om met elkaar te duscussiëren voor eventuele bijstelling van teksten van moties bijvoorbeeld. Dan nu maar eerst iets over de motie zelf. Het komt mij voor dat het college i.e. haar voorzitter willens en wetens aan een weinig flexibele interpretatie van de motie heeft willen vasthouden. Waar ging het om? Meerdere malen is ons te verstaan gegeven dat de voorzitter met de tekst van de motie in de onderhandelingssfeer niet uit de voeten kon. Dat begrijp ik niet. Als in de motie de opdracht wordt gegeven de aanleg tegen te gaan van een tracé dat het grondgebied van Willemstad (enz.) aantastdan kan toch in de onderhandelingssfeer worden geprobeerd die aantasting weg te poetsen. Bovendien had gevraagd kunnen worden wat de raad onder aantasting zou verstaan. Met andere woorden met de tekst van de motie van 10 april 1990 kon volgens mijn fractie de burgemeester de onderhandelingen in.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 131