-23- Hij merkt vervolgens nog op dat hij het jammer vindt dat de heer Boertjes niet aangeeft op welke punten hij het niet eens is met het beleidsprogramma daar dit juist de gelegenheid daarvoor is. Wel vindt hij het buitengewoon positief dat de V.V.D.-fractie op een positieve en constructieve wijze wil meewerken aan het wel en wee van de gemeente Willemstad. De heer Munters merkt op dat hij bij de P.v.d.A.-fractie tweeslachtige gevoelens constateert. Enerzijds bemerkt hij een grote tevredenheid, daar de P.v.d.A. in het geheel duidelijk aan haar trekken is gekomen, doch anderzijds verbaasd hij zich over de verbazing van de P.v.d.A. betreffende de coalitiebesprekingen en het beleidsprogramma. Tevens is hij verwonderd over de verbazing en teleurstelling bij de P.v.d.A. inzake de door het CDA gegeven aanzet tot het beleidsprogramma. Het CDA heeft, als grootste partij, de verantwoordelijkheid gevoeld en een ontwerp-beleidsprogramma opgesteld. Daarbij hebben de verkiezingsprogramma's van zowel het CDA, de V.V.D. als de P.v.d.A. als uitgangspunt gediend. Het stemt de heer Munters wel tot tevredenheid dat zowel de Pv.d.A.-fractie als de V.V.D-fractie een groot gedeelte van hun verkiezingsprogramma in het beleidsprogramma kunnen terugvinden, hetgeen ook de opzet van de CDA-fractie is geweest. Het door de CDA-fractie opgestelde ontwerp-beleidsprogramma was een aanzet, waarop door de P.v.d.A.-fractie en de V.V.D.-fractie gereageerd kan worden, hetgeen ook is gebeurd, aldus de heer Munters. Hij vervolgt met de opmerking dat de CDA-fractie de komende vier jaren op een democratische wijze de gemeente wil besturen en niet de meerderheid wil uitbuiten. In de richting van de V.V.D.-fractie merkt de heer Munters op dat hetgeen de heer Boertjes heeft opgemerkt over de onroerend-goedbelastingen niet zo veel afwijkt van hetgeen in het beleidsprogramma is verwoord. De in het beleidsprogramma aangehaalde "maximaal bespreekbare verhoging" behoeft niet persé gehaald te worden, doch kan ook veel lager uitvallen. Want indien een maximale verhoging niet nodig is, zal die zeker niet worden doorgevoerd. Hij constateert verder dat de heer Boertjes niet geheel gelukkig is met de verwoordingen inzake de hoge snelheidsspoorlijn. De door de raad aangenomen motie wijkt echter niet veel af van hetgeen in het beleidsprogramma is opgenomen. De motie onderschrijft in zijn ogen min of meer hetgeen in het beleidsprogramma is opgenomen. Zodoende kan hij zich niet indenken dat de gedachten bij de V.V.D.-fractie in deze anders zijn dan de gedachten verwoord in het beleidsprogramma. Het spijt ook de heer Munters dat de heer Boertjes niet aangeeft op welke punten hij het niet eens is met het beleidsprogramma. Het stemt hem tot vreugde dat de V.V.D.-fractie weliswaar kritisch, doch positief het college zal volgen en hij hoopt dat de V.V.D.-fractie niet alleen een trouwe volger zal zijn, doch ook wel eens een voortrekkersrol zal spelen. 2e termijn. Namens de P.v.d.A.-fractie zegt mevrouw Struijt: "Wat gezegd is, is gezegd. Dat vonden wij noodzakelijk. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. De formulering van de heer Munters laten we voor zijn rekening. Met hem hopen wij, en dat zeggen we voor de tweede keer, op een positieve en constructieve samenwerking". Namens de fractie van de V.V.D. merkt de heer Boertjes op dat hij vindt dat de kritiek, zowel positief als negatief, in hoofdlijnen moet worden verwoord, daar er sprake is van een beleidsprogramma in hoofdlijnen. Vandaar heeft hij zijn kritiek niet tot in de uiterste puntjes verwoord.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 117