-21- In het beleidsprogramma kunnen wij ons vinden, zij het dat zo dadelijk een voorbehoud gemaakt zal worden ten aanzien van enkele punten uit dat programma. Tevredenheid alom dus. En toch zult u van ons enige kritische kanttekeningen horen. Wij waren verbaasd over het feit dat het CDA de gesprekken met de V.V.D. en ons afzonderlijk heeft gevoerd. We waren erover verbaasd dat het CDA, op ruim twee bladzijden A4-formaat aandachtspunten had geformuleerd, waarbij meegedeeld werd dat aansluitig was gezocht bij het P.v.d.A.-program. Nu vinden we dat wel een sympathiek trekje, maar we hadden liever zelf onze eigen punten aangeleverd. Wij hebben begrepen dat de gemeentesecretaris de aandachtspunten heeft uitgewerkt tot een heus programma van 12 bladzijden. Ook daarvoor alle waardering, hoewel we ons hadden kunnen voorstellen dat het in samenspraak met ons of één onzer was gebeurd. Zeker nu wij van de V.V.D. hebben begrepen dat de gemeentesecretaris niet de enige is geweest die geformuleerd heeft. Hij schijnt dat gedaan te hebben in samenspraak met de heren Munters en Groeneveld. Als je zoiets achteraf hoort, wekt dat een onaangenaam gevoel. Nogmaals: we zijn niets tekort gekomen. Maar het beleven van de absolute meerderheid moet volgens ons voor het CDA ook betekenen dat er ruimte gegeven wordt. Ruimte voor de coalitiepartner, ruimte voor de raad in zijn totaliteit. In dat kader hebben wij de sfeer rond de kandidaatstelling voor de gewestraad als zeer teleurstellend ervaren. Dit was een breekpunt voor het CDA. Voorzitter, de P.v.d.A. zal halverwege 1992 een en ander evalueren. Wij willen dan bezien welke zaken uit het beleidsprogramma gerealiseerd zijn. Wij willen dan bezien welke politieke ruimte er is geweest. Dat zal voor ons een ijkpunt zijn. Voorzitter, wij hopen op een goede samenwerking op basis van dit beleidsprogramma. Hierbij echter de kanttekening dat twee leden van de P.v.d.A.-fractie de opmerkingen met betrekking tot de "verkeer- en parkeersituatie vesting" te mager vinden. In de ogen van die leden was er nu de gelegenheid tot realisatie van een ruime parkeergelegenheid. Het driehoekje van Oosters moet dus geen bestemming voor woondoeleinden krijgen. Voor wat betreft de verbreding van de Noordlangeweg-west zijn voor ons verkeersveilige voorzieningen voor de langzame verkeersdeelnemer een absolute voorwaarde om akkoord te kunnen gaan. Een en ander kan consequenties hebben voor de prioriteitstelling voor het fietspad Stadsedijk-Helsedijk. Namens de V.V.D.-fractie merkt de heer Boertjes op dat het hem frappeert dat hij slechts één week heeft gekregen om zich te bezinnen op het concept-beleidsprogramma 1990-1994. Tevens frappeert het hem dat alleen de heren Munters en Groeneveld in samenspraak met de gemeentesecretaris het concept-beleidsprogramma 1990-1994 hebben samengesteld. Hij is tevreden met het feit dat in het beleidsprogramma 1990-1994 een aantal V.V.D.-punten zijn terug te vinden, waar hij al een aantal jaren om heeft gevraagd. Hij noemt onder andere het besluitenlijstje van de collegevergaderingen, ontvangstbevestigingen en verplaatsing van het vragenhalfuurtje. Vervolgens merkt hij op dat hij aanneemt dat het in het beleidsprogramma verwoorde woningtoewijzingsbeleid ook van toepassing zal zijn op ingezetenen, die in aanmerking wensen te komen voor een bejaardenwoning. Hij is niet geheel ongelukkig met het feit dat in het beleidsprogramma de verhoging van onder andere de onroerend-goedbelastingen als maximaal bespreekbaar wordt aangemerkt. Hij wenst in de notulen opgenomen te zien dat zijn fractie vindt dat men de o.g.b.-percentages gelijk moet laten lopen met de inflatie-percentages en niet zoals in het verleden het geval was: jaren niets en dan ineens een aantal grote verhogingen. Hij wacht af of men zich aan het gestelde voornemen zal houden.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 115