-16- druk uit te oefenen bij het Rijk om de budgettering voor meerdere jaren mede te delen. Voor het overige kan de CDA-fractie accoord gaan, aldus mevrouw In 't Veld. Antwoord le termijn. De voorzitter onderkent de door mevrouw In 't Veld geschetste problematiek. De ontwikkeling bij de rijksoverheid ten aanzien van de schappen kan volgens de voorzitter best wat zorgen baren. Het Meer Objectief Verdeelmodel (MOV) pakt niet voor ieders gevoel even objectief uit. Het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant functioneert in vergelijking met de overige schappen in de provincie en daarbuiten buitengewoon goedkoop, hetgeen ondermeer tot uitdrukking komt in het feit dat er nogal wat geld over is, aldus de voorzitter. Het is het voornemen om een deel van het overschot te investeren in 1991. Het is zo dat er, omdat het schap meer bedrijfsmatig moet functioneren, een verband moet worden gelegd tussen investeringen en resultaten. De voorzitter wijst op de zes extra WSW-arbeidsplaatsen welke zijn gecreëerd uit de bijdragen van de gemeenten. Een en ander is o.a. geschied omdat er een wachtlijst van meer dan 200 te plaatsen personen was bij het schap. Vanwege de economische opleving is de uitstroom bij het schap richting het bedrijfsleven toegenomen, waardoor o.a. het aantal personen op de wachtlijst is afgenomen. Momenteel doet zich zelfs het probleem voor dat voor vitale plaatsen bij het schap geen personen te krijgen zijn, hetgeen weer op gespannen voet staat met de prestatie die geleverd moet worden. Er is dus momenteel sprake van een moeizaam proces, aldus de voorzitter. Hij merkt vervolgens nog op verder de landelijke ontwikkelingen inzake de voorgaande aangelegenheid met belangstelling te zullen volgen. Zonder verdere beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten: - in te stemmen met de primitieve begroting 1991 en de daarbij behorende investeringsnota; - in te stemmen met het ontwerp-beleidsplan 1991-1995, maar tevens te ver zoeken dat het dagelijks bestuur van het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant bij het Rijk erop aandringt om de budgettering voor meerdere jaren mee te delen. Ontwerp-plan tot reorganisatie van de drinkwatervoorziening. le termijn. Namens de V.V.D-fractie zegt de heer Hoekwater het volgende: "Ik denk dat je als Willemstadse burger, er in de eerste plaats erg in geïnteresseerd bent of er uit je kraan voldoende helder drinkwater komt en dan liefst van een wat zachtere kwaliteit dan nu het geval is. Als daar in de toekomst een monopolist van het formaat van een provinciaal waterleidingbedrijf voor nodig is, dan gaan we daar graag mee accoord". Toch heeft hij nog een kritische kanttekening. In een tijd waar spreiding van macht hoog in het vaandel zou moeten staan, wordt in het denken omtrent onderhavige monopolist geen aandacht besteed aan een zodanige spreiding dat gemeenten via aandeelhouderschap hun invloed of hun mening kenbaar kunnen maken bij het waterleidingbedrijf. De nieuwe N.V., zal hoofdzakelijk haar aandelen plaatsen bij de provincie. Wellicht dat alleen de waterconsument dan via zijn vertegenwoordigers in de provincie invloed zou kunnen uitoefenen. Dit is al het geval bij de PNEM. De heer Hoekwater vraagt zich dan ook af of ook het idee leeft om straks met de gasvoorziening dezelfde kant op te gaan zodat ook daar de provincie de monopolist wordt.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 110