-15-
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
dan
conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten tot
de
navolgende verdeling van het batig saldo van de
jaarrekening 1989:
- reserve vernieuwing/vervanging brandweerauto
50.000,
- reserve sociaal-culturele accommodaties
10.000,—
- reserve sociaal-culturele voorzieningen
(knelpunten en incidentele gevallen)
15.000,—
- reserve toerisme en recreatie
50.000,
- reserve inrichting Mauritshuis
25.000,
- reserve grote openbare werken (verbreding
Noordlangeweg
200.000,—
- reserve nationale en internationale betrekkingen
15.000,
- reserve onderhoud rioleringen
16.301,91
Tussentijdse rapportage omtrent bijstelling van
de
begroting 1990.
le termijn.
Namens de V.V.D.-fractie merkt de heer hoekwater op dat hij de indruk heeft
dat de post "onvoorzien" momenteel als een soort tussenrekening wordt
gebruikt
Het komt hem voor dat de gemeenteraad als gevolg daarvan moeilijker zicht
heeft op hetgeen werkelijk beschikbaar is als post "onvoorzien".
Hij verneemt graag de reactie van de voorzitter daarop.
Namens de CDA-fractie merkt de heer Driesprong op dat hij met de heer
Hoekwater benieuwd is naar het antwoord op diens vraag.
Antwoord le termijn.
De voorzitter merkt op dat door middel van deze tussentijdse rapportage de
raad op de hoogte wordt gesteld van de financiële situatie van de gemeente.
Hij is van mening dat niet alleen de negatieve effecten, maar ook de
positieve effecten op de post "onvoorzien" aan de raad kenbaar moeten worden
gemaakt
Daarom zal er, elke keer wanneer er met de post "onvoorzien" iets gebeurt
een stand van de post "onvoorzien" aan de raad worden overgelegd.
Zonder verdere beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot
tussentijdse bijstelling van de begroting 1990.
De voorzitter schorst dan de vergadering voor enige tijd. Na 15 minuten
schorsing heropent de voorzitter de vergadering.
Primitieve begroting 1991, investerinqsnota 1991 en ontwerp-beleidsplan
1991-1995 van het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant.
le termijn
Namens de fractie van het CDA merkt mevrouw In 't Veld op dat haar fractie
een groot voorstander is van budgetfinanciering. Zij is dan ook blij dat het
Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant ook met de budgetfinanciering is
gaan werken. Het is volgens haar wel een magere zaak als het schap niet weet
over hoeveel geld beschikt kan worden na 1991.
Het maken van plannen zonder dat men weet over hoeveel geld men kan
beschikken, baart haar zorgen.
Zij vraagt het college dan ook met klem om, net als het college in het
voorstel zelf al aangeeft, het dagelijks bestuur van het schap te verzoeken