-11- De heer Munters schetst hetgeen in le termijn is ingebracht en concludeert dat de 3 fracties het over het algemeen in grote lijnen eens zijn met het geschetste in het voorliggende streekplan. Verder merkt hij inzake het groeiklassebeleid op dat de gedeputeerde Brugman tijdens een informatiebijeenkomst duidelijk heeft laten blijken dat het groeiklassebeleid vaststaat en dat men zich niet de illussie hoeft te maken dat er aan getornd zal worden. Desalniettemin is hij met de V.V.D-fractie van mening dat men richting provincie best een geluid kan laten horen. Verder merkt hij op dat terecht de opmerking is gemaakt dat het open polderlandschap gehandhaafd moet blijven, daar een en ander karakteristiek voor Willemstad is. Toch moeten er mogelijkheden geschapen worden voor agrariërs die om willen schakelen naar andere teeltmethoden danwel gewassen, aldus de heer Munters. Er wordt niet gestreefd naar versnippering en met kassenbouw moet, naar de mening van de heer Munters, uiterst voorzichtig en terughoudend worden omgegaan. Naar aanleiding van hetgeen opgemerkt is inzake de mestverwerking antwoordt de heer Munters dat in heel het streekplan merkbaar is dat alles ondergeschikt is aan het milieu, zo ook de mestopslag en de mestverwerking. De mestopslagplaatsen welke momenteel op Willemstads grondgebied gebouwd worden, moeten voldoen aan vrij strenge milieu-eisen, maar ook aan planologische eisen. Verder merkt de heer Munters inzake "dijkbeplanting" op dat de gemeente niet zo veel mogelijkheden in huis heeft, daar met de ruilverkaveling praktisch alle dijktaluds zijn toebedeeld aan de gebruikers van aangrenzende gronden. Tevens is met de ruilverkaveling het plantrecht verdwenen. Zodoende is men voor een groot gedeelte overgeleverd aan de bereidwilligheid van de grondeigenaren om populieren te planten. 2e termijn. Namens de fractie van de V.V.D. merkt de heer Boertjes op dat hij bezorgd is over de kwetsbaarheid van de mestopslagplaatsen. Hij hoopt dat de milieu-eisen verbonden aan de mestopslag volledig nageleefd zullen worden. Betreffende de opmerking van de heer Driesprong om populieren langs dijken te plaatsen merkt hij op dat populieren na 25 jaar kaprijp zijn en een beworteling hebben die schadelijk is voor zowel de dijken als de rest van de omgeving. Daarom stelt hij voor om een andere boomsoort te kiezen, ondanks de landschappelijke waarde welke de populier heeft. Antwoord 2e termijn. De heer Munters merkt inzake de mestopslag op dat de eisen duidelijk zijn gesteld. Ook het Hoogheemraadschap heeft eisen gesteld, daar de mestopslagplaatsen, in de regel in de omgeving van watergangen worden gebouwd. Zonder verdere beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten in te stemmen met het commentaar op de nota "Brabant op Streek" en een en ander bij de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant kenbaar te maken. Verkoop grond in plan "Noordlanqeweq" aan diverse personen aldaar. le termijn. Namens de V.V.D.-fractie merkt de heer Boertjes op dat hij kan instemmen met het voorstel. Hij betreurt het echter dat de aanwezigheid van leidingen in de grond een grondverkoop in de weg staat.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1990 | | pagina 105