-2- Naar aanleiding van de notulen van de vergadering van 11 april 1989 merkt de heer Munters op dat de P.T.T. vermoedelijk al na de bouwvak vakantie start met de bouw van een invalidentoegang bij het postkan toor. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden vervolgens de betreffende notulen ongewijzigd vastgesteld. 3. Ingekomen stukken. De volgende stukken zijn voor de vergadering ingekomen: 1. Circulaire van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 17 mei 1989 nr. EB89/89/3 inzake het opnemen van de Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen (KNBRD) in het gemeentelijke rampenplan als organisatie die bij de bestrijding van een ramp (i.e. t.a.v. overstromingen en dijkdoorbraken) kunnen worden betrokken; 2. besluit van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 3 mei 1989 nr. 68513, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 11 april 1989 tot het verlenen van garantie als bedoeld in artikel 1857 van het Burgerlijk Wetboek voor de betaling van hoofdsom en rente van een door Tennisvereniging "T.V. '76" af te sluiten geldlening; 3. schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 23 mei 1989 nr. 63967/72994, waarbij wordt overgelegd het ontwerp besluit tot wijziging van de bijlagen behorende bij de "Salarisrege ling gemeentesecretarissen Noord—Brabant 1981", per 1 januari 1989; 4. verzoek van de Juristenvereniging Pro Vita van april 1989, om een jaarlijkse financiële bijdrage van bijv. één cent per twee of drie inwoners; 5. arbeidsmarktverslag per ultimo april 1989 van het gewest Roosendaal van het Gewestelijk Arbeidsbureau Roosendaal; 6. ontwerp-verslag van de vergadering van de commissie voor Openbare Werken, gehouden op 26 mei 1989. 7. Brief van bewoners van de Voorstraat d.d. 2 juni 1989, houdende een verzoek tot intrekking van het voorbereidingsbesluit d.d. 9 mei 1989 ten behoeve van verplaatsing van het horecabedrijf Landpoortstraat 5 naar het perceel Voorstraat 65. Ie Termijn naar aanleiding van punt 7. Namens de P.v.d.A.-fractie merkt de heer Kamp op dat ten aanzien van het ruimtelijk en economisch beleid binnen de vesting door de raad duidelijke randvoorwaarden zijn gesteld in de zin van recrea tieve ontwikkeling en het woon/leef klimaat. In het kader van de toetsing aan de ter zake geformuleerde uitgangs punten vraagt hij of eventuele bouwplannen voor verplaatsing van het horecabedrijf aan de raad voorgelegd worden zodat deze de beslis sing kan nemen of een vrijstellingsprocedure in de zin van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gevoerd kan worden. Tevens vraagt hij of er, indien het bouwplan wordt ingediend, met de aanvrager overleg gevoerd kan worden dat er toe leidt dat het accent op de zachte horeca komt te liggen. Namens de CDA-fractie deelt mevrouw In t Veld mede dat zij de bezorgdheid van de bewoners van de Voorstraat deelt. In de vorige raadsvergadering is deze bezorgdheid door het CDA reeds kenbaar gemaakt. -Zij-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1989 | | pagina 67