-13-
Inderdaad is de eerste ronde niet gelopen, zoals we die gewenst
hadden en daar betaald de gemeente nu een hoge prijs voor.
In dit kader zijn in de vertrouwelijke notitie maatregelen aangekon
digd.
Het is ook de opinie van het college dat een volgende groep asielzoe
kers met dezelfde warmte en hartelijkheid moet worden ontvangen
als in de afgelopen periode is gebeurd.
Vervolgens gaat de heer Tuinman in op de drie concrete vragen, zoals
die door de heer Hoekwater zijn gesteld.
Allereerst was er sprake van 4 asielzoekers in de woning Dr. Jan
v.d. Tempellaan 26.
Later heeft zich daarbij gevoegd een vriend van de vrouwelijke asiel
zoeker, tevens vader van haar daar aanwezige kinderen.
Inderdaad is er voor deze niet-asielzoeker een gedoogbeleid gevoerd
door het college.
Los van de ervaringen opgedaan in de achterliggende periode is het
college niet voornemens om in toekomstige gevallen nog sprake te
laten zijn van zo'n gedoogsituatie.
Met betrekking tot de ziektekostenverzekering die afgesloten is
voor de niet—asielzoeker merkt de heer Tuinman op dat bij het ontbre
ken van een dergelijke verzekering de gemeente voor de eventueel
ontstane ziektekosten op had moéten draaien. Misschien had over
deze verzekering vooraf gesproken moeten worden. Misschien ook niet,
de heer Tuinman laat dat in het midden. Overigens gelooft hij niet
dat hier enige precedentwerking van uit gaat.
De voorzitter zal straks nog een verdere toelichting geven op dit
punt.
Van gemeentewege is een munten/telefoontoestel aangebracht in do
asielzoekerswoning. De beweegredenen daartoe zijn duidelijk en uit
gebreid verwoord in de vertrouwelijke notitie.
Dat muntentoestel is vooral geplaatst om te voorkomen dat het Staats
bedrijf der P.T.T. voor hoge kosten zou kunnen komen te staan.
Bij het college leefde toen ook de gedachte dat de P.T.T. in dezen
aansprakelijk zou zijn. Achteraf blijkt dat de inmiddels geprivati
seerde P.T.T. zich geenszins mede aansprakelijk acht en de rekening
netjes op het bordje van de gemeente deponeert.
De beslissing om een muntentoestel te plaatsen was inderdaad een
meerderheidsbesluit van het college. De gekozen pörtefeuillehoudero
achter deze raadstafel waren destijds voor het plaatsen van hst
toestel.
Daaruit volgt dat de door de Kroon benoemde portefeuillehouder daar
geen voorstander van was.
Er heeft geen contröle plaatsgevonden van het mun ten toe s tri 1 in de
reeds door de heer Hoekwater genoemde periode.
Dat was ook niet verplicht.
Achteraf was het misschien beter geweest die contrSle wel uit te
voeren.
Het beleid van het college in deze was een humanitair beleid en
er is te goeder trouw gehandeld.
-In-