-11- Vervolgens schorst hij de vergadering om binnen het college te over leggen over het al of niet openbaar behandelen van dit agendapunt. Na heropening van de vergadering zegt de voorzitter dat door het college is besloten het predikaat "vertrouwelijk" op te heffen, met uitzondering van die zaken waar het gaat om namen en gegevens die met die namen te maken hebben. In verband hiermede geeft hij wederom het woord aan mevrouw In 't Veld opdat zij zonder enige beperkingen op deze zaak kan ingaan. Mevrouw In t Veld zegt dat het CDA accoord gaat met het college voorstel. Graag komt zij op de zakelijke kant in tweede termijn nog een keertje terug. Waarom zij niet specifiek op een aantal zaken wenst in te gaan is gelegen in het feit dat wanneer de desbetreffende asielzoekers "hun leven beteren en veranderen" zij door dit voorval dusdanig worden geschaad dat een normaal leven daardoor wordt bemoeilijkt. Zij zullen in de toekomst dan toch anders worden bekeken, aldus mevrouw In 't Veld. Vervolgens dankt de heer Hoekwater het college voor de openbare behandeling van dit agendapunt. Het is zeker niet de bedoeling van de V.V.D. om ook maar over één persoon of meerdere personen te spre ken. Het gaat om een zakelijke benadering van een aantal zaken die gepasseerd zijn. We moeten nu komen tot een afronding van het geheel en wel zodanig dat we bij een volgende groep asielzoekers niet meer geconfronteerd worden met dit soort kwesties, aldus de heer Hoekwater. Hij komt dan terug op de vragen die in eerste instantie reeds door hem zijn gesteld. Ten aanzien van de niet-asielzoeker is door het college een gedoog beleid gevoerd. Op een bepaald moment is voor deze persoon een ziekte kostenverzekering afgesloten. De V.V.D.—fractie is de mening toegedaan dat dat tenminste besproken had moeten worden met de raad c.q. met de commissie a.b.z. Van deze beslissing van het college gaat een precedentwerking uit. Waarom sluit het college een dergelijke verzekering af en wat wordt er een volgende keer in zo' situatie gedaan? Wat zijn de juridische gevolgen van het afsluiten van een dergelijke verzekering en in welke mate is de gemeente gebonden aan zaken die niet door de raad gefiatteerd zijn? Een volgende vraag die rijst is, of het beleid van het college zo is uitgestippeld in overleg met contactambtenaren van de verschillende ministeries c.q. de vreemdelingendienst van de gemeente Rotterdam? Uit de evaluatie over de opvang van asielzoekers is duidelijk geworden dat, het besluit tot beschikbaarstelling van een telefoon een meerder heidsbesluit van het college was. Waarom is ook dit besluit niet gefiatteerd door de raad? Door de P.T.T. wordt nog melding gedaan van het achterwege blijven van controle van het muntentoestel. Wat is de waarde van die opmerking en waarom is er in de periode van 20—10—1988 en 23—12—1988 niet gecontroleerd? Een ander punt dat de heer Hoekwater aan de orde wil stellen is de begeleidingsgroep. Mevrouw In t Veld onderbreekt de heer Hoekwater en vraagt de voor zitter of er nu dan niet wordt gesproken over personen. De voorzitter antwoordt ontkennend. De héér Hoekwater zegt in dit verband alleen te willen weten of het college van mening is dat het huidige aantal leden binnen de opvanggroep een voldoende draagvlak vormen voor de gemeente Willemstad om over te kunnen gaan tot het opnieuw ontvangen en begeleiden van een nieuwe groep asielzoekers. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1989 | | pagina 52