-9- Echter, omdat voor wat betreft de haven de b.t.w. als voorbelasting aftrekbaar is, blijven de kosten per saldo dus 12.000,—. Dat er zand wegloopt is niet te wij -en aan onzorgvuldig handelen. Toen de damwand is geslagen en de promenade is aangelegd is de grond ter plaatse tot een diepte van 4 S 5 meter geroerd. Wanneer over zo'n grote afstand en tot op zo'n diepte in de grond wordt gewerkt sluit alles niet direct goed af. In de loop der jaren is het zand dan ook tussen spleetjes, gaatjes en kiertjes gezakt. Het is niet zo dat er nu nog steeds zand wegloopt. Daarom is het ook niet nodig dat er thans voorzieningen worden getrof fen om herhaling te voorkomen. Over het niet behandelen van dit voorstel in de commissie openbare werken merkt de heer Munters op dat normaliter dit punt inderdaad aan de orde zou zijn gesteld in eerdergenoemde commissie. Echter, een en ander is urgent en daarnaast een vrijwel kostendekkende zaak; voor de gemeente speelt per saldo slechts een investering van ƒ3.000,=. De heer Boertjes kan zich verenigen met het argument dat de zaak urgent is en daarom niet in de cie. O.W. aan de orde kon komen. Echter, het feit dat er slechts 3.000,mee is gemoeid is niet ter zake doende. De hoogte van de investering mag niet bepalend zijn voor het al dan niet behandelen van een werk in de commissie. Ten aanzien van de berekening van de electriciteit denkt de heer Boertjes dat met name voor de 380 volt-aansluitingen een doorbereke ning over het gehele jaar wel op z'n plaats is. Tot slot vraagt hij of bij het herstraten nog een zanddoek wordt aangebracht om te voorkomen dat het zand wegloopt. De heer Munters antwoordt dat de 380 volt—aansluitingen bestemd zijn voor drie extreem grote schepen. Deze schepen betalen dus ook al een aanzienlijk bedrag aan havengeld. Het college is de mening toegedaan dat zo'n electriciteitsaansluiting deel uitmaakt van de service van een goed geoutilleerde jachthaven. Het aanbrengen van een zanddoek is overbodig, omdat er geen sprake is van weglopen van zand in de haven. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders beslo ten een krediet ad 12.000,beschikbaar te stellen voor het aan brengen van nutsvoorzieningen langs de oude binnen haven. De begroting 1969 wordt hiermee in overeenstemming gebracht. Beschikbaarstelling van een krediet ter dekking van de kosten voor de opvang van asielzoekers. Mevrouw In t Veld merkt op dat op 20 april jl. de commissie Cultuur Onderwijs, Welzijn en Volksgezondheid voor de eerste keer bijeen kwam. Voor deze vergadering stond één punt op de agenda nl.: opvang asielzoekers. Tijdens deze vergadering bleek al snel dat de geruchten over de financiële consequenties van de opvang op waarheid berustten. Misschien heeft de gemeente het deze eerste keer slecht getroffen. Men kan nu niet zeggen dat de gemeente hier helemaal niets aan kan doen. Waarschijnlijk hadden we ook wat te hoog gespannen verwachtingen over hetgeen geboden werd. Van de wethouder Welzijn is inmiddels vernomen dat er maatregelen genomen worden om te voorkomen dat dergelijke zaken zich opnieuw zullen voordoen. Het CDA is de mening toegedaan dat er deze keer ter zake een hoge prijs moet worden betaald. Echter, een volgende keer wil zij toch deze mensen in nood wederom bijstaan. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1989 | | pagina 50