-6-
5. Garantieverlening ten behoeve van een door Tennisvereniging T.V.
'76 af te sluiten geldlening.
De heer Slabbekoorn zegt dat zijn fractie had verwacht in de raads-
portefeuille een overzicht aan te treffen waaruit de financiële
positie van de tennisvereniging blijkt. De vraag is nl. of T.V.
'76 wel voldoende draagkracht heeft voor de financiële verplichtingen
voortvloeiende uit de af te sluiten geldlening.
In de raadsvergadering van 13 december 1988 waarin de privatisering
van het tenniscomplex aan de orde is geweest, is de fractievoorzitter
van de P.v.d.A. toegezegd dat een en ander zeker zou worden nagegaan.
De heer Munters noemt de volgende 3 redenen waarom het door de
heer Slabbekoorn bedoeld financieel overzicht in de raadsportefeuille
ontbrak, te weten:
- de goede ervaringen met T.V. '76. Een eerder afgegeven garantie
t.b.v. een door T.V. '76 afgesloten geldlening heeft niet tot
problemen geleid. De vereniging is altijd stipt haar verplichtingen
nagekomen
- de al jaren achtereen ontvangen exploitatierekeningen van T.V.
'76 maar ook de overgelegde begroting m.b.t. de financiële situatie
van de vereniging na de privatisering hebben een duidelijk en
reëel beeld gegeven van een goed financieel beheer;
- ook bij de garantieverzoeken van bijv. de "V.V. kogelvangers"
en de "Speeltuinvereniging Kindervreugd" t.b.v. de nieuwe "Blokhut"
zijn geen financiële overzichten gepresenteerd als bedoeld door
de heer Slabbekoorn.
Kortom, een en ander is voor het college voldoende reden geweest
om tot onderhavig voorstel te komen, aldus de heer Munters.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
dan overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten garantie te verlenen als bedoeld in artikel 1857 van
het Burgerlijk Wetboek voor de betaling van hoofdsom en rente
van een lening groot 122.500,tegen een rente van 7,5% met
een looptijd van 10 jaar, te verstrekken aan tennisvereniging T.V.
'76 door de Coöperatieve Raiffèisenbank "Noord-Westhoek" b.a.
te Fijnaart.
6. Verordening inzake de behandeling van beroepschriften als bedoeld
in artikel 6K, tweede lid van de Wet op de Bejaardenoorden.
Mevrouw Struijt merkt op dat haar fractie samen met de fractie
van het CDA de verordening op een aantal punten aangepast wenst
te zien om dat juist bij toepassing van deze verordening zaken
in het menselijk vlak heel gevoelig kunnen liggen.
Zo wensen de P.v.d.A.- en de CDA-fractie de volgende wijzigingen:
- art. 5, lid 4 der verordening dient te luiden: "Aftredende leden
blijven hun functie vervullen (i.p.v. waarnemen), totdat in
hun opvolging is voorzien"
- het laten vervallen van het woord "korte" in de eerste regel
van de 2e alinea van de tekst onder artikel 20, lid 2 der veror
dening;
- het vervangen van de woorden "verdaagd" en "verdaging" in respec
tievelijk lid 2 en lid 3 van art. 23 der verordening door achter
eenvolgens de woorden "verlengd" en "verlenging".
-Met-