- 6 - Hij vraagt dan in dat geval vanwege de gemeente een risico-reserve op te bouwen, welke bij tegenvallers aangesproken kan worden. Antwoord le termijn De heer Munters antwoordt dat in het verleden het Rijk een contra-garantie verschafte. Op die manier werd het risico van de gemeente doorgesluis naar het Rijk. Het Rijk is hiermee gestopt. Naar aanleiding hiervan is er een waarborgfonds in het leven geroepen. De leningen via het fonds zijn duur, wat doorberekend wordt in de huur. Een tweede mogelijkheid is dat de gemeente de lening garandeert met als enige dekking het onroerend goed. Over de uitleg van deze regeling zijn landelijke verschillen te constateren. De provincie Noord-Brabant ziet o.a. als mogelijkheid dat bijvoorbeeld de gemeente aan een toegelaten instelling geld "door—leent" en een soort "opcent" over de rente in rekening brengt waarmee dan een risico-reserve kan worden opgebouwd. Ook dit heeft consequenties voor de door te berekenen huur. Gelet op de goede financiële situatie waarin de woningbouwvereniging verkeert loopt de gemeente vooralsnog geen risico. De V.N.G. is overigens bezig een regeling op te stellen ten aanzien van deze materie waarin alle betrokken partijen zich kunnen vinden. Zonder verdere beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot het garanderen van rente en aflossing van een door Woningbouwvereniging "Brabants Westhoek" af te sluiten 40-jarige vaste geldlening groot 540.000,tegen een rente van 7,48% 's jaars, bij een koers van 100% te verstrekken door de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te s-Gravenhage ter financiering van de bouw van de derde serie van 6 bejaardenwoningen bij het steunpunt voor ouderen "In de Veste" Verzoek vrijstelling bepalingen bestemmingsplan "Vesting Willemstad" t.b.v. verplaatsing horecabedrijf Landpoortstraat 3 naar pand Voorstraat 65 Namens de fractie van het CDA spreekt mevrouw In 't Veld als volgt: "In de raadsvergadering van 9 mei jl. is het CDA, net zoals trouwens de P.v.d.A. en V.V.D. accoord gegaan met het nemen van een voorbereidings- besluit voor o.a. perceel Voorstraat 65. Ik herhaal wat wij toen hebben gezegd, nl. dat het voor het CDA gevoelsmatig een moeilijke beslissing was. Nadrukkelijk hebben wij nog eens om uitleg gevraagd wat precies "harde en zachte horeca" is. Ook toen heeft mijn fractie gezegd voor wat betreft harde horeca onveranderd achter het beleidsprogramma voor 1986-1990 te staan. We zijn nu 7 maanden verder, en uit de informatie die wij uitvoerig als raadsleden hebben gekregen, zijn wij het met het college eens dat bij de plannen van de ondernemer, na het sluiten van de keuken, de bar duidelijk een op zichzelf staande functie krijgt. Zoals de jurisprudentie luidt is dat harde horeca. En daar kunnen wij als CDA-fractie niet accoord mee gaan. Het CDA heeft het college wel gevraagd, gaat u nog eens praten met de ondernemer. Als het harde gedeelte zou vervallen dan kunnen wij als CDA wel instemmen met vrijstelling van de voorschriften van het bestemmingsplan "Vesting Willemstad". Namens de fractie van de P.v.d.A. vraagt de heer Kamp of deze situatie te vergelijken is met de vestiging van het Chinees-Indisch restaurant in de Landpoortstraat, zoals de heer Timmermans in zijn brief aangeeft.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1989 | | pagina 155