- 24 -
De begroting zou hier een afgeleide van moeten zijn. Hij geeft het college
een compliment voor het beleid dat op dit punt is gevoerd.
Namens de fractie van het CDA zegt de heer van der Sluijs er moeite mee te
hebben dat de komende jaren de belastingen met 5% worden verhoogd. Dit met
het oog op eventuele meevallers. Tevens wil hij mede de besteding van
eventuele overschotten bepalen.
Antwoord le termijn
voorzitter is het met de heer Kamp eens dat de meerjarenbegroting de
komende jaren aan importantie zal winnen.
Op de vraag van de heer van der Sluijs antwoordt de voorzitter geen
meevallers of overschotten te verwachten. Zijn deze er wel, dan is dit een
gevolg van het niet hebben kunnen uitvoeren van een aantal taken. Uiteraard
heeft de raad het laatste woord over meevallers, overschotten en
belastingverhoging of -verlaging.
Zonder hoofdelijke stemming en verdere beraadslaging wordt dan conform het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten de meerjarenbegroting
1990-1994 vast te stellen.
De fractie van de WD wordt geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.
verhoging van belastingen, heffingen en rechten met ingang van 1 januari
1990
le termijn
Namens de fractie van de WD zegt de heer Boertjesgelet op de voorgaande
agendapunten 3 en 4, slechts accoord te kunnen gaan met de verhoging van de
afvalstoffenheffing en de rioolrechten.
Namens de fractie van de P.v.d.A. vraagt de heer Slabbekoorn enige
toelichting op de systematiek m.b.t. het vaststellen van de verhoogde
bedragen, met name de afronding daarvan. De afronding geeft namelijk een
aantal "rare" verschillen te zien. Tevens heeft hij vragen over de raming,
c.q. opbrengst van de O.G.B. 1988 en 1989, afvalstoffenheffing 1990 en de
jaarrekening 1988.
De heer Slabbekoorn heeft een aantal voorbeelden, betreffende bovengenoemde
punten op papier staan, welke hij aan de voorzitter zal overhandigen.
Antwoord le termijn
Op de vraag van de heer Slabbekoorn zegt de voorzitter dat hij hem
schriftelijk zal beantwoorden. De overige raadsleden ontvangen een afschrift
van het antwoord.
Vervolgens wordt zonder verdere beraadslaging en hoofdelijke stemming
conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten m.i.v. 1990 de
volgende belastingen met 5% te verhogen: Onroerend-goedbelasting,
Woonforensenbelasting, Hondenbelasting, Leges, Rioolrechten en
Afvalstoffenheffing.
Sluiting
Ds voorzitter merkt op dat wat betreft deze wijze van begrotingshandeling
het college tevredend is.
Echter bij de evaluatie dient zijns inziens wel aandacht besteed te worden
aan de korte tijd die het college had voor het beantwoorden van vragen in le
termijn.