- 20 -
besproken. De cluster-woordvoerder in de gewestraad heeft duidelijk
aangegeven dat de zaak in heroverweging genomen zou moeten worden.
Zijn opmerking heeft het echter moeten afleggen tegen de democratische
meederheid van de gewestraad.
De geplande huisvesting in het pand Kronenburg zal zodoende doorgaan.
Inzake de automatisering herinnert de heer Hoekwater namens de
WD-fractie het CDA er aan, dat zijn fractie als eerste erop heeft
aangedrongen om te automatiseren. Daarnaast zegt hij niet tegen
automatisering gestemd te hebben, maar tegen de bedragen die er mee gemoeid
waren.
Hij is blij met de toezegging dat er volgend jaar een evaluatierapport zal
komen. Hij ziet dat met belangstelling tegemoet.
Betreffende het openlucht zwembad constateert hij met vruegde dat
alternatieve energievoorzieningen bespreekbaar zijn.
Betreffende de woningbouw is hij voldoende geïnformeerd, meent de heer
Hoekwater
Inzake C.A.I. vraagt hij aan de andere raadsfracties om zich nader te
beraden over de wijze waarop het college van mening is de gelden die van
Enwa verkregen worden, in de boekhouding te moeten verwerken.
Hij is van mening dat er in de sociaal culturele sfeer dringend behoefte is
om reserves op te bouwen.
Hij hoopt dat het college toezegt de raad voor te lichten over hoe de van
Enwa verkregen gelden in de boekhouding worden verwerkt, zodat daarover dan
een discussie gevoerd kan worden. Het gaat zijn fractie vooralsnog te ver om
zondermeer accoord te gaan.
Betreffende de onroerend-goedbelastingen merkt hij op dat zijn fractie een
aantal jaren terug meerdere malen heeft betoogd, toen enige jaren achtereen
geen O.G.B.verhoging plaatsvond, om jaarlijks een verhoging te laten plaats
vinden zodat men niet in de nu ontstane situatie zou belanden.
Verder merkt hij op: "De WD vindt dat die O.G.B.-verhoging verminderd, dan-
wel bijgesteld tot nul moet worden. Dit in relatie tot de kosten die de
burgers in Willemstad moeten gaan betalen voor andere heffingen.
Dat u ons dan "gebrek aan realiteitszin" verwijt, trekken wij ons aan. Ik
denk niet dat we zo met de materie omgaan, en dat we voldoende realiteitszin
laten blijken als wij in onze betogen zeggen dat een en ander staat in
verhouding tot andere heffingen die de burgers in Willemstad wordt opgelegd."
De heer Hoekwater wil zijn betoog onderstrepen door het indienen van een
motie.
Daarop wordt de op schrift gestelde motie uitgedeeld.
De door de heren Boertjes en Hoekwater ondertekende motie luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Willemstad bijeen in vergadering op 24 oktober
1989, gehoord de discussie m.b.t. het reserve-beleid, belastingen en
tarieven, spreekt als zijn mening uit, dat de stijging van de tarieven voor
rioolrecht en afvalstoffenheffing nu en in de toekomst een zodanige
lastenverzwaring voor de gezinnen met zich zullen brengen, dat zij deze
stijging wenst te compenseren, door de voorgestelde verhoging van de O.G.B.,
woonforensenbelasting, hondenbelasting en leges geen doorgang te laten
vinden.
De vermindering aan inkomsten dit jaar te verrekenen met een verminderde"
bijschrijving van rente op de reserves "Stadsvernieuwing" en "Bovenwijkse
voorzieningen" ad 18.033,-- respectievelijk 7.282,— en deze gelden dit
jaar ten goede te laten komen aan de "Gewone dienst".
Voor volgende jaren de belastingen te laten stijgen, overeenkomstig het
inflatie-percentage.