- 12 -
Betreffende de eigendommen, niet voor de openbare dienst bestemd, stelt hij
de volgende vragen inzake de garages in de Groenstraat:
"Wat is er contractueel vastgelegd met de huurders?";
"Wat is de huidige boekwaarde van de garages?";
"Waar in de begroting is die post te vinden?".
Verder merkt hij nog op de mogelijkheid tot het verkopen van de garages niet
uit te sluiten.
Inzake de dijkverzwaring van de Oostdijk vraagt hij in welk jaar deze
werkzaamheden moeten starten.
Tevens vraagt hij wie er opdraait voor de bijkomende kosten die de
werkzaamheden met zich brengen.
Hij wil ook graag weten hoe de verplichtingen, wettelijk of in afspraken,
voor de gemeente en voor het Hoogheemraadschap liggen.
Met betrekking tot de verbreding van de Noordlangeweg schetst hij nogmaals
het in le termijn door zijn fractie naar voren gebrachte standpunt.
Verder merkt hij op dat de door het college bedoelde ononderbroken streep
maar fictief is.
Inzake de milieuzorg vraagt hij of er bij de opslagmogelijkheden van de
diverse stoffen ook gedacht wordt aan het aldaar tewerk stellen van een
toezichthouder voor inname, zodat gecontroleerde aanlevering mogelijk is.
Ook wil hij weten op welke termijn er in Willemstad van gemeentewege inname
van koelkasten en diepvriesinstallaties is te verwachten.
Verder vraagt hij op welke manier het college de voorlichting over
milieuaangelegenheden na 1 januari 1990 denkt te continueren.
Inzake de notitie inzameling bedrijfsafvalstoffen deelt hij mede dat hij de
daarin genoemde punten 1 tot 7, de stappen die dus gezet moeten worden, als
uitgangspunten geheel kan volgen.
Inzake de monumenten herhaalt hij de in le termijn door zijn fractie
gestelde vraag luidende: "Welke nadere informatie kan worden verstrekt
omtrent de plannen met betrekking tot fort "De Hel"?. Hierop is door het
college nog geen antwoord gegeven."
Na de inbreng van de heer Slabbekoorn, schorst de voorzitter de
vergadering, zodat het college zich kan beraden over de antwoorden in 2e
termijn.
Antwoord 2e termijn
De voorzitter heropent de vergadering.
Het college gaat vervolgens concreet
vragen.
in op de in tweede termijn gestelde
Financieel perspectief:
De voorzitter constateert dat het financieel vooruitzicht tot 1994 niet
ongunstig is te noemen. Rekeningoverschotten zoals die in voorgaande jaren
zijn voorgekomen, zijn nu niet meer te verwachten. Enerzijds vanwege het
beleid dat de gemeente de laatste jaren voert. Ondanks het gunstig
perspectief zullen de marges in de komende jaren klein zijn. Gelet op het
beleid dat de laatste jaren is gevoerd, is hij er niet voor, zoals de WD
stelt, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten niet te verhogen. Ondanks
dat dit dan "maar" 25.000,bedraagt (0,33%) van de totale begroting van
10.000.000,