- 9 - Het college zal, naar hij meent, dan ook een zeer zorgvuldig beleid moeten voeren inzake de toewijzing van de overige sociale huurwoningen in de komende jaren. Hij vraagt wanneer het college denkt "Kloosterblokje 2" in uitvoering te kunnen gaan nemen. Hij ondersteunt het voorstel van het college om geen nieuwe naamgeving voor het nieuwe uitbreidingsplan in te voeren. Wellicht kan men in de toekomst spreken over "Kloosterblok" Inzake het "financiën en reservebeleid" merkt hij op dat zijn fractie pleit-bezorger is geweest voor het reservebeleid zoals dat nu gestalte heeft gekregen. Hij heeft daar nog steeds geen spijt van. Hij wil er echter noch een geloofsartikel, noch een dogma van maken. Temeer niet, daar zijn fractie er destijds geen flauw benul van had, welke bedragen aan rioolrechten afvalstoffenheffing de burgers zouden moeten gaan betalen. Hij haalt aan dat termen die het college hanteert, zoals: "geen dekking, extreme belastingenverhoging in de toekomst, korte termijn beleid en terug naar "af"", volgens hem niet in overeenstemming zijn met de feiten. Hij stelt slechts een correctie voor van ongeveer 25.000,hetgeen neerkomt op 0,33% van de inkomenskant van de begroting. Dat is rond de 20,per gezin/per jaar. Het zijn volgens hem werkelijk geen bedragen om over naar huis te schrijven, maar voor hem is er toch reden genoeg om er zich sterk voor te maken. Hij is het eens met het college dat in enig jaar de belasting in verband met het inflatiepercentage gecorrigeerd zal moeten worden. Hij merkt op met genoegen te constateren dat ook de P.v.d.A.-fractie van mening is, dat financiële tegenvallers door middel van bezuinigingen moeten worden opgevangen. In aansluiting daarop daarop zegt hij"de toevoeging in die zin, dat werkzaamheden kunnen worden uitgesteld, lijkt ons, maar dat horen we graag van de Partij van de Arbeid, meer op het creëren van achterstallig onderhoud, en daar verschillen we met die fractie van mening." Namens de P.v.d.A.-fractie spreekt de heer Kamp zijn dankbaarheid uit voor het vele werk wat door het college en het ambtelijk apparaat is verzet. Inzake het financieel beleid haalt hij aan dat de financiële positie van Willemstad gezond is. Hij hecht eraan dat dat ook zo blijft. Hij zegt vervolgens: "Daarmee verheugen wij ons al dat dat kan binnen de randvoorwaarden, die daar vorig jaar voor zijn aangegeven. Er is toen gezegd een maximale belastingstijging van 5%. Nu kunnen we met vreugde constateren dat er voor de jaren daarna sprake is van een afvlakking. En wat dat betreft heeft met name de reactie van de WD ons toch in hoge mate verbaasd" Hij merkt op dat, indien lasten naar achter worden geschoven, er nieuwe problemen komen, omdat ook de reserves die opgebouwd worden later nodig zullen zijn. Indien blijkt dat de reserves tekort schieten, zal er een meerprijs betaald moeten worden, die tot uitdrukking komt in de lasten voor de burgers. Hij voelt er absoluut niets voor om met het voorstel van de WD-fractie mee te gaan. Daar waar zijn fractie spreekt over het voeren van een financieel verantwoord beleid, een sober beleid waarbij efficiënt gewerkt moet worden, wordt niet bedoeld het creëeren van achterstallig onderhoud door uitstel van de werkzaamheden, doch het op verantwoorde wijze stellen van prioriteiten. Verder merkt hij op dat er aan veel verlangens, die de afgelopen jaren zijn verwoord, is voldaan.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1989 | | pagina 125