-6-
Namens de fractie van de WD zegt de heer Hoekwater dat we hier te
maken hebben met twee uiterste belangen, nl. aan de ene kant het belang
van het uitzicht van de bewoners van de Prins Hendrikstraat op het
polderlandschap, anderzijds het belang van de ontwikkeling van een
kleinschalig bedrijventerrein.
Hij is van mening dat de bewoners de argumenten van de gemeente nooit
zullen overnemen.
De enige manier om de pijn te verzachten is het stellen van een aantal
randvoorwaardennamelijk: dat de nok en goot hoogte van de bedrijfsbe-
bouwing op max. 5 meter, met een marge van 10% gehandhaafd dient te
blijven, de vestiging van slechts milieuvriendelijke bedrijven en
aanleg van een voor de bewoners aanvaardbare en visueel aantrekkelijke
groenstrook
Bij de behandeling van het bouwplan wil hij er op toezien dat de onder
nemer ook een aantrekkelijk gebouw "wegzet".
Namens de fractie van de P.v.d.A. brengt de heer Kamp het volgende
in.
Hij is van mening dat de procedure die gevolgd wordt niet "de schoon
heidsprijs" verdient. De bewoners werden pas ingelicht nadat de raad
het voorbereidingsbesluit had genomen. De raad is hier zelf uiteraard
ook debet aan.
De keuze voor het huidige terrein is de enig mogelijke gebleken. Het
terrein achter de loods kan niet aangekocht worden, terwijl een ont
eigeningsprocedure 5 a 7 jaar zou gaan duren. Andere alternatieve
locaties in Willemstad zij niet mogelijk gebleken.
Met betrekking tot de invulling van het bedrijventerrein zegt de
heer Kamp dat slechts de vestiging van milieuvriendelijke bedrijven
zal worden toegestaanHij wil in beslissingen hieromtrent betrokken worden.
Bij de opstelling van het concept bestemmingsplan dient een "groenplan"
overgelegd te worden, dat als zodanig dan ook deel kan uitmaken van
de anticipatie-procedure.
Hij is van mening dat nu het besluit genomen moet worden dat de goot/
nokhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen. Dit ter voorkoming van
het feit dat in volgende artikel 19 W.R.O.-procedures hiervan afgeweken
wordt
Hij vraagt of er reeds van de Woningbouwvereniging een schriftelijke
bevestiging is binnengekomen, inhoudende dat er geen huurverhoging
zal plaatsvinden voor de betrokken bewoners.
Persoonlijk voegt hij er aan toe, dat hij zelf, gelet op zijn woonom
geving, heeft moeten ervaren hoe moeilijk het is belangen af te wegen.
Het belang van de vestiging van een bedrijventerrein heeft bij hem
de doorslag gegeven i.p.v. het individuele belang.
Antwoord le termijn:
De heer Munters gaat in op de gestelde concrete vragen.
Er zullen zich slechts handels—, ambachtelijke- en nijverheidsbedrijven
op het bedrijventerrein mogen vestigen.
Elk bouwplan zal de instemming van de raad moeten hebben.
Voor wat betreft de invulling van de groenstrook zegt de heer Munters
dat deze voor 5 meter uit gras en voor 5 meter uit beplanting
zal bestaan. Met het uitzicht voor het verkeer wordt rekening gehouden.
Het onderhoud zal gedeeltelijk voor rekening van de betrokken onderne
mer skomen
Ter meerdere zekerheid zal een stedebouwkundige ingeschakeld worden
voor de vormgeving aan het groenplan en met name ook voor de overige
inrichting van het bedrijventerrein.
-Er-