-5-
De gemeente heeft ook volstrekt niet kunnen vermoeden dat wanneer zij een stukje
grond kwijtraakt de overige grond hierdoor in een keer beter van kwaliteit is ge
worden. Er moet dus een heel raar verschil zijn tussen de wijze van berekenen in
1971 en nu.
Indien blijkt dat de gemeente geen recht meer heeft op de uitkering dient er naar
de mening van de voorzitter op z'n minst een afbouw van de uitkering over een
periode van 5 of 10 jaren plaatste vinden.
Kortom, de gemeente staat een beetje met de rug tegen de muur en de enige manier om
tegengas te geven is het laten verrichten van een contra-onderzoek.
Aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek kunnen dan eventueel verdere stap
pen worden ondernomen.
.Mocht de gemeente niet in het gelijk gesteld worden dan zal overleg moeten plaats
vinden over eventuele afbouw van de uitkering, want een terugebetaling over twee
jaren is op zich nog niet zo'n probleem maar het niet meer ontvangen
van de bijdrage over lengte van jaren is veel erger.
Dhr .Kamp merkt in tweede termijn op dat bij de overdracht van het stukje grond aan
de gemeente Oostflakkee door de wethouder van die gemeente werd opgemerkt dat zij
er financieel gezien niet op vooruit gingen, erger nog de verhouding percentage
slechte bodem pakte voor hun nadelig uit.
De heer Kamp begint dan ook het vermoeden te krijgen dat alleen de rijksoverheid
beter wordt van de grenswijziging en dat de beide gemeenten in de knip worden ge
pakt. Dit op zich is natuurlijk al een merkwaardige zaak.
Het gaat de heer Hoekwater in eerste instantie over het feit dat een overheidsin
stantie zogenaamd de bevoegdheid heeft dit soort zaken te regelen zonder enig over
leg. Hij benadrukt daarna nogmaals hetgeen reeds in eerste termijn door hem is ge
zegd t.a.v. onbehoorlijk bestuur.
Met de uitvoering van het bodemonderzoek kan hij overigens wel akkoord gaan.
Tot besluit zou hij graag van het college vernemen of de gemeente, wanneer uit het
onderzoek blijkt dat het percentage wel uitkomt op 50 of meer, in staat is een en
ander via de rijksgeologische dienst af te dwingen.
De heer Groeneveld zou tenslotte nog willen vernemen of bij het college bekend is
of het bedrijf dat het onderzoek gaat verrichten dit soort onderzoeken ook voor
andere gemeenten reeds heeft verricht, en zo ja, met welk resultaat.
De voorzitter stelt n.a.v. de opmerking van de heer Kamp voor om eens bij de gemeen
te Oostflakkee te informeren naar haar percentage slechte bodem van voor en na
1-1-1986.
Ten aanzien van de terugbetaling van 100.000,heeft de voorzitter inderdaad ge
zegd dat dat niet het grootste probleem is, maar wil met nadruk zeggen dat hij zich
niet heeft neergelegd bij die terugbetaling.
Het bureau dat het onderzoek gaat verrichten staat te goeder naam en faam bekend en
de voorzitter neemt aan dat de rijksgeologische dienst op grond van de uitkomsten
van het onderzoek open staat voor goede argumenten die wetenschappelijk kunnen
worden onderbouwd.
Dit bedrijf heeft voor meerdere gemeenten dit soort onderzoeken verricht, waaruit
blijkt dat ook anderen met dit soort problemen te kampen hebben. Onlangs is voor de
gemeente Vianen onderzoek gedaan en die zijn 10% hoger uitgekomen dan de cijfers
van de rijksgeologische dienst.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan vervolgens
overeenkomstig het voorstel van burgemester en wethouders besloten een krediet ad
6.960,beschikbaar te stellen voor het doen verrichten van grondonderzoek. De
begroting 1988 wordt hiermede in overeenstemming gebracht.
Rondvraag
De heer Hoekwater stelt namens de fractie van de V.V.D. de volgende vraag, luidende:
"Een 90-tal inwoners van onze gemeente heeft in september 1987 tegen uw schatting
van de waarde-grondslag O.G.B. een bezwaarschrift ingediend.
Per 1-2-1988 werd de aanslag O.G.B. van 's Rijksbelastingen te Apeldoorn in Willem
stad bezorgd.
Enkele dagen daarna ontvingen eerdergenoemde reklamanten uw antwoord op hun be
zwaarschriften
De fractie van de V.V.D. stelt er prijs op uw oordeel te vernemen omtrent deze
gang van zaken."
-De-