-10-
Bedrijfseconomische principes, die drie jaar geleden in dit huis verwoord zijn,
komen niet pf onvoldoende aan bod.
Argumenten tegen extreme lastenverhoging, welke niet alleen door de fractie van
de V.V.D. hier zijn uitgesproken, gelden helaas dit jaar niet meer.
Wat betreft de begrotingsbehandeling als zodanig, meneer de voorzitter, is het I
u bekend dat de V.V.D-fractie zich moeilijk kan vinden in de behandeling van de
begroting zoals deze nu geschiedt. U weet dat de voorkeur van de V.V.D.-fractie
uitgaat naar een schriftelijke afhandeling van de algemene beschouwingen in
eerste termijn.
Daarom wil de V.V.D.—fractiemet u en de overige fracties in deze raad, de wij
ze waarop de begroting wordt behandeld aan een nadere evaluatie onderwerpen.
Tot slot, meneer de voorzitter, is deze aanbiedingsbrief er één waar een aantal j
wensen van de V.V.D.-fractie in zijn verwerkt.
De komende jaren zal de lastendruk o.a. door milieuheffingen, steeds zwaarder j
gaan wegen.
Het is niet juist deze lastendruk eenzijdig op onze burgers van Willemstad af te
wenden doch ook vanuit het gemeentelijke apparaat zullen verdergaande bezuinigin-i
gen noodzakelijk zijn.
Als V.V.D.-fractie willen wij met u als college en de andere fracties in deze
raad, in het komende jaar ons inzetten om deze moeilijke taak te volbrengen'!
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Kamp van de fractie van de j
P.v.d.A.
Deze verwoordt het volgende:
Algemeen.
De fractie van de P.v.d.A. wil beginnen met het complimenteren van het college
van burgemeester en wethouders en het ambtelijk apparaat voor de inspanningen
die zijn getroost om de begroting 1989 in een vroeg stadium gereed te krijgen.
Ook voor 1989 moeten de eigen gemeentelijke inkomsten fors stijgen om deze be
groting sluitend te krijgen.
Tijdens de begrotingsbehandeling voor het jaar 1988 heeft ortze fractie bepleit
dat er voor de zomervakantie een onderzoek en rapportage zou plaatsvinden ten
aanzien van:
A. het investeringsbeleid met prioriteiten
B. mogelijkheden tot privatisering
Aan de hand van de rapportages zouden uitgangspunten kunnen worden geformuleerd
voor het toekomstige financiële beleid.
Alhoewel, ondanks de toezeggingen, niet binnen de aangegeven tijdsperiode een
rapportage is uitgebracht, geeft de aanbiedingsbrief met betrekking tot het in
vesteringsbeleid een voldoende aanknopingspunt voor het voeren van een beleid
voor de komende jaren.
Het stemtonze fractie tot vreugde dat het college gehoor heeft gegeven aan onze j
wens om prioriteiten aan te geven ten aanzien van investeringen voor de komende
j aren
Mef het investeringsschema en het daarbij behorende plaatje wordt ingestemd. Met
uw voorstel om de belastingen en de tarieven voor het jaar 1989 met 10% te ver
hogen gaan wij eveneens accoord.
Onze overwegingen zijn daarbij onder meer de volgende:
1. de sterke daling van de algemene uitkering: voor 1989 een bedrag van
93. 811,— lager.
2. de rijkskorting van 7,3% op de gelden, in het kader van de overheveling van de
uitkeringen op het terrein van welzijn en volksgezondheid.
3. de financiële consequenties op basis van de afloopregeling gemeentelijke her
indeling.
4. de stijging van de uitgaven voor onderhoud, vanwege de gedwongen overname van
de polderwegen.
-Het.
Het zijn met name deze ontwikkelingen die nopen tot forse stijging van de belas
tingen.
Onze fractie had zorg vanwege het feit dat, wanneer nu geen keuzes zouden worden
gedaan, de belastingen en rechten de komende jaren, na 1989, eveneens met 10%
zouden moeten worden verhoogd.
Een stijging met 5%, uitgezonderd de afvalstoffenheffing, komt ons reëel voor.
Wij tekenen daarbij wel aan dat de uitgaven telkenjare kritisch moeten worden
beschouwd
Aan het uitgangspunt om de belastingen en rechten na 1989 jaarlijks met 5% te
verhogen, willen wij een richtinggevend karakter geven. Richtinggevend in die
zin, dat uitgegaan moet worden van maximaal 5%. Wanneer er financiële tegenval
lers zijn, zullen deze primair via bezuinigingen moeten worden gevonden, waartoe
eventueel alternatieven worden voorgelegd.
In "Binnenlands Bestuur" van 7 oktober 1988 wordt melding gemaakt van kritiek
van de V.N.G. op de miljoenennota. De V.N.G. stelt dat het Gemeentefonds in ver
sneld tempo is afgegleden tot een gewoon artikel op de Rijksbegroting. Het risi
co van verdere kortingen blijft aanwezig. Met name de welzijnssector kan daarvan
het slachtoffer worden. Het stemt onze fractie tot genoegen dat in de begroting
1989 geen bezuinigingen op subsidies worden doorgevoerd.
Als gevolg van de overheveling van de uitkeringen op het terrein van welzijn en
volksgezondheid, verdient het aanbeveling voor de jaren na 1989 nieuwe uitgangs
punten te formuleren voor het subsidiebeleid.
Bij deze formulering van uitgangspunten dient ons inziens aandacht te worden ge
schonken aan mogelijkheden van privatiseringen en zelfwerkzaamheid. De uitgaven
voor voorzieningen, die door de gemeente beschikbaar worden gesteld, moeten in
de beschouwingen worden betrokken.
Met het uitgangspunt om op termijn de verhouding kosten/opbrengstén van de sport
velden op ca. 25% te brengen, wordt ingestemd.
De oriëntatie op de privatiseringsmogelijkheden heeft, voorzover wij kunnen na
gaan, nog niet volledig plaatsgevonden. Nu met name bepleit wordt het subsidie-^
beleid onder de loep te nemen en daarbij elementen van privatisering kunnen wor
den betrokken, kan tevens naar privatiseringsmogelijkheden worden gekeken op
andere terreinen. Bij de afweging ter zake gaat het om effectiviteit, efficiency
en kwaliteit.
Wel is hier een relativerende opmerking op zijn plaats. Opgemerkt moet namelijk
worden dat veel activiteiten als het ware al geprivatiseerd zijn. Gewezen wordt
op de beheersfunctie van de gemeenschapshuizen en de zelfwerkzaamheid bij ver
enigingen.
Onvoldoende duidelijkheid is er over de vraag of het uitbesteden van onderhouds
werkzaamheden of het onderhoud in beheer geven bij verenigingen per saldo goed
koper is.
Naast de privatisering kan het mogelijk goedkoper zijn bepaalde onderhoudswerk
zaamheden in eigen beheer uit te voeren. Op basis van een rapportage zal moeten
worden nagegaan wat in concreto het voordeligst is.
Tijdens de begrotingsbehandeling voor het jaar 1988 heeft onze fractie bepleit
een commissie met gemengde samenstelling in te stellen met als taak te adviseren
over de wijze waarop inhoud moet worden gegeven aan een recreatief/toeristisch
beleid. Deze wens wordt nu herhaald. Onze fractie wil daaraan het volgende toe
voegen
Bij de ontwikkeling van een recratief/toeristisch beleid staat de kwaliteit van
het te leveren product centraal. Hiermede wordt bedoeld dat Willemstad in alle
opzichten aantrekkelijk moet blijven. De leefbaarheid van Willemstad neemt daar
bij een voorname plaats in. Een uitbreiding van de zogenaamde "harde horeca"
wijzen wij af, wel zien we mogelijkheden tot uitbreiding op het gebied van de
zgn. "zachte horeca".
-Via-