I
I
-3-
Overgangsbeleid Kragge 1--II en wijziging geweste 1 ijk afvalverwijderings-
plan.
De heer v.d. Sluijs constateert dat uic de voorgelegde beleidsnotitie
blijkt dat het streven erop is gericht om de Kragge per 1 januari 1989
te sluiten.
In het gewestelijk afvalverwijderingsplan (g.a.p.) is vastgelegd, dat met
het oog op de overgang van Kragge I naar Kragge II een overgangsbeleid
moet worden geformuleerd.
De gebieden Kragge I en II zijn nauw mee elkaar verweven en er is sprake
van een onderlinge milieuhygiënische beïnvloeding. Daardoor komen de
jaarlijkse kosten van het dagelijks bestuur en toezicht van Kragge I van
af de precieze sluitingsdatum voor rekening van het Streekgewest.
Deze kosten bedragen 196.000,(excl. b.t.w.), welk bedrag meegenomen
wordt in de exploitatie-opzet van de Kragge II en één van de bouwstenen
uitmaakt van het gemiddelde storttarief per 1 januari 1989 dat het Streek
gewest vooralsnog op y 35,-— per ton raamt.
De bestuurlijke verantwoordelijkheid, inclusief de milieuhygiënische aan
sprakelijkheid voor de Kragge 1 blijft ingevolge de Interimwet Bodemsa
nering c.q. de Wet Bodembescherming bij de gemeente Bergen op Zoom berus
ten.
In een overeenkomst, af te sluiten tussen ae gemeente Bergen op Zoom
enerzijds en het Streekgewest anderszijds zal een en ander worden vastge
legd.
Wij zijn met het college van mening dat het in dit kader van groot belang
is dat in de overeenkomst duidelijk wordt geformuleerd dat de gemeente
Bergen op Zoom met uitsluiting.van anderen verantwoordelijk en aansprake
lijk is voor eventuele gevolgschade van de Kragge I.
Omdat wij in ieder geval tot 1998 geen gebruik zullen maken van de stort
plaats Kragge II, vanwege het feit dat wij tot die datum contractueel ge
bonden zijn aan Heeren bvvinden wij het met uw college alleszins rede
lijk om onze aansprakelijkheid voor gevolgschade van "Kragge Ii; tot dat
jaar eveneens uit te sluiten, aldus de heer van der Sluijs.
De voorgenomen wijziging van het g.a.p. houdt in dat met ingang van 1
januari 1989 het Streekgewest het tarief voor het aanbieden van huishou
delijke en daarmee gelijk te stellen afvalstoffen op de stortplaats de
Kragge 1 of de Kragge II bepaalt.
Verder dan een voorlopige indicatie van de storttarieven komt de nota
Overgangsbeleid Kragge I -• Kragge II niet.
Wij dienen ons terdege te realiseren dat de toekomstige gewestelijke
storttarieven een directe invloed hebben op de afvalverwerkingsprijs die
onze gemeente aan Heeren Vuilverbranding Roosendaal b.v, moet betalen,
omdat Willemstad, evenals de overige 5 voormalige V.V.R.-gemeenten, vol
gens overeenkomst met Heeren b.v. verplicht is om, zodra de ton~prijs
voor storten op de Kragge boven de 30,46 (excl. b.t.w.) komt te liggen,
aan Heeren b.v» voor de afvalverbranding een verwerkingsprijs te betalen
welke gelijk is aan het betreffende storttarief.
De indicatie van het tarief opgenomen in de nota ''Overgangsbeleid Kragge
1 - Kragge II bedraagtvoor 1 januari 1939 f 35,-—.
De indicatie van 35, per ton per 1 januari 1939 door het Streekgewest
is overigens nog maar de eerste stap naar het niveau dat nodig is voor
een kostendekkende exploitatie van kragge II.
Een helder economisch perspectief wordt in de stukken, geleverd door het
streekgewest, niet gegeven zodat de toekomstige ontwikkeling van de prijs
van storten niet ingevuld is.
Op 11 december 1936 hebben wij er uitdrukkelijk opgewezen dat onze gemeen
te zich niet kon verenigen met het toen gegeven voorbeeld van verevening
van de kosten van transport van afval naar de toekomstige regionale ver-
werkingsinrichting(en)Volgens dat voorbeeld zou de toekomstige vereve
ningsregeling voor onze gemeente in financieel opzicht aanzienlijk nade
liger uitvallen dan de V.V.R.-vereveningsregeling, welke thans nog voor
Willemstad opgaat.
-Het-