a -3- Wat zijn nu voor de gemeente de mogelijkheden om zich daartegen te verzetten. De heer Kamp kan zich wel voorstellen dat wanneer een maatregel genomen wordt, dat die betrekking heeft op de toekomst. Maar daar waar de staatssecretaris, wetende dat een herindeling speelde en wetende dat per 1 januari 1986 grenswijziging heeft plaatsgevonden eerst nu met terugwerkende kracht de betreffende uitkering beëin digd is dat zeer onzorgvuldig. Immers waren voor de rijksoverheid alle mogelijk heden aanwezig om eerder tot een standpuntbepaling terzake te komen. Indien moge lijk zou dus bezwaar aangetekend moeten worden. De P.v.d.A. is er wel mee akkoord dat onderzoek plaatvindt. Persoonlijk is de heer Kamp van mening dat wanneer de staatssecretaris in decem ber 1987 stelt dat er terugbetaald moet worden, er sprake is van uitermate onzorg vuldig handelen. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Hoekwater Deze wil een vergelijking trekken tussen Parijs 1968 en Willemstad 1988. In de zestigerjaren zijn er ontwikkelingen op gang gekomen en hebben begrippen als democratisering, medezeggenschap, inspraak, overleg, beroepsprocedures, hun in- rede gedaan in onze maatschappij In 1988 discussieert de gemeenteraad van Willemstad over een notitie van het col lege waarvan je bij het lezen de haren ten berge rijzen. Je gelooft je ogen niet. Hoe is het in de wereld mogelijk dat zoiets in 1988 kan plaatsvinden. Heeft Bin nenlandse Zaken nu werkelijk niets geleerd van veranderingen in de samenleving en is het dan geheel aan hun voorbij gegaan? De fractie van de V.V.D. vindt de woorden die het college gebruikt in de notitie zoals "onbehoorlijk bestuur", slechts een vage afspiegeling van de gevoelens van machteloze woede, die zich bij het lezen van de brief van de staatssecretaris van Biza van je meester maken. Waar in de samenleving komt het voor dat op zo'n onfatsoenlijke manier wordt om gesprongen met belangen van burgers. Alleen dan, wanneer met redelijke zekerheid zou kunnen worden ondersteld dat de gemeente had kunnen weten dat de ontvangen gelden de gemeente niet rechtens zouden toekomen, dan en dan alleen zou er sprake kunnen zijn van een terugbetaling. Volstrekt onbegrijpelijk dat dat in een be schaafde samenleving kan gebeuren. Een ander woord zou de fractie van de V.V.D. in de richting van de staatssecre taris willen sturen. Dit woord is "minachting". Minachting voor het college, voor de ambtelijke staf, voor de burgers van Willem stad, voor de gemeenteraad van Willemstad en voor al datgene wat gebeurd is bij de provincie bij de beoordeling van de begroting. Heeft niet iedereen zich heel intensief bezig gehouden met de begroting 1988. Op deze manier wordt zo'n begrotingsbehandeling een farce. En wat blijft er over van het begrip rechtszekerheid? De gevolgen van deze handelwijze voor de portemonnaie zijn zeer vergaand. Niet al leen de terugbetaling van ruim 100.000,maar ook het structurele tekort van 50.000,per jaar is onvoorstelbaar. De vraag kan niet onbeantwoord blijven wat dit alles betekent voor de begroting 1988 en volgende jaren. Zijn er wellicht nog meer van deze onheilsberichten op komst? Alvorens van de V.V.D. zich akkoord verklaart met het bodemonderzoek verneemt zij graag wat de kans is op een beter resultaat. Vervolgens vraagt de heer Hoekwater in hoeverre het rijksgeologisch instituut bereid is de uitkomst van dat onderzoek te accepteren. Tot slot merkt de heer Hoekwater op dat naar de mening van de fractie van de V.V.D. het niet alleen zaak is om namens het college een brief te sturen maar zal iedere fractie bij zijn geestverwanten in het Haagse op de meest krachtige manier moeten protesteren tegen een behandeling als verwoord in de brief van de staatssecretaris. Ook de heer Groeneveld reageert namens het CDA op het schrijven van de staats secretaris en wel in volgende zin. -Blijkens-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1988 | | pagina 7