-17- In de praktijk is het natuurlijk zo dat naar bevind van zaken gehandeld moet worden. De heer Kamp merkt op dat als Binnenlandse Zaken contractpartner wordt er een andere overeenkomst gesloten moet worden dan datgene wat als concept ter in zage ligt. Wanneer het gaat om de verplichtingen is het zo dat in de stukken die voorliggen er sprake is van verplichtingen tussen het streekgewest en de heer Theunisse en niet tussen Theunisse en Binnenlandse Zaken. Het Streekge west stelt zich dus verantwoordelijk. In feite zou er dus een drie-partijen- overeenkomst moeten zijn. Daar waar de overeenkomst zelf probeert in detail te regelen op welke wijze de heer Theunisse benadert moet worden en waar zijn verplichtingen liggen, moet de zaak toch wel met gezond verstand benadert worden. Op de een of andere manier zal er toch een pre-ambule bij moeten op welke wijze met name de coördinatie geregeld zou moeten worden. De heer Kamp kan zich voorstellen dat de regionale commandant brandweer met name in de advisering aan de burgemeester, daar een belangrijke rol in speelt Iets zal er in ieder geval over opgemerkt moeten worden ter voorkoming van merkwaardige situaties. De heer Hoekwater sluit zich grotendeels aan bij datgene wat reeds door de heer Kamp naar voren is gebracht. Hij hoopt dat het streekgewest contractpartner wordt. Erg overtuigd van de argumentatie over de maximale 0,41 bijdrage is hij niet Hij blijft het merkwaardig vinden dat de gemeente Willemstad een dergelijke voorwaarde in het besluit opneemt. Wanneer andere gemeenten mede gezien hun financiële positie van mening zijn dat een hogere bijdrage gegeven moet worden is dat hun verantwoordelijkheid. De voorzitter vindt de pre-ambule zoals dpor de heer Kamp aangegeven een goede zaak en zal dat bij het eerstvolgende overleg aan de orde stellen. Aangaande deze materie zal overigens een notitie verschijnen van de Commissa ris van de Koningin. Het is echter niet alleen een zaak van de burgemeester en de brandweer doch ook voor Rijkswaterstaat als beheerder van het vaarwater. Aan de 0,41 moet niet zwaar getild worden. Vooraf is natuurlijk uitgebreid gesproken over deze zaak met alle partijen en toen is duidelijk afgesproken dat 0,41 betaald zou gaan worden. Overigens zal de voorzitter alle opmerkingen die gemaakt zijn zeer ter harte nemen en in het overleg ter sprake brengen. De heer Groeneveld vraagt tot slot wie nu de uiteindelijke tekst van de over eenkomst gaat opstellen. De voorzitter weet niet beter of Binnenlandse Zaken is onderhandelingspartner in financiële zin met Theunisse. Wanneer de definitieve regeling klaar is zal deze uiteraard ter kennis worden gebracht van de raad. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten in te stemmen met deelneming in een waakvlamovereenkomst met bergings- en sleepdienst Theunisse te Dinteloord en in principe in te stemmen met een gemeentelijke bijdrage van 0,41 per inwoner. Als voorwaarde is hierbij opgenomen dat alle andere bij de hulpverlenings overeenkomst Schelde-Rijnverbinding aangesloten gemeenten zich bij de waak vlamovereenkomst aansluiten en zich bereid verklaren een bijdrage van maximaal 0,41 per inwoner beschikbaar te stellen. Wijziging Regeling Bestuursacademie Noord-Brabant. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijk stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders ingestemd met de ontwerp-wijziging van de Regeling Bestuursacademie Noord-Brabant.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1988 | | pagina 63