I 0 MP IQQfl
-10-
Die tellingen gaven het volgende beeld:
- weekdaggemiddelde 1500 motorvoertuigen
- zon- en feestdagengemiddelde 3000 motorvoertuigen.
Hoe deze getallen geïnterpreteerd moeten worden, weet de voorzitter niet.
Er zal overleg plaatsvinden met de verkeersdeskundige van de rijkspolitie-, district
Breda om de zaak opnieuw in ogenschouw te nemen. Er zijn natuurlijk legio moge
lijkheden om de situatie daar op te lossen, maar de voorzitter acht het verstan
dig om eerst een verkeersdeskundige te raadplegen.
De heer Groeneveld dankt de voorzitter voor de uitgebreide beantwoording. Duide
lijk is dat de voorzitter exact in de gaten heeft welke problemen er leven.De
heer Groeneveld heeft er dan ook alle vertrouwen in dat een aanvaardbare oplos
sing zal worden gevonden.
De heer Slabbekoorn stelt vervolgens namens de P.v.d.A.-fractie de volgende
vragen
"Naar aanleidng van een publicatie in het Brabants Nieuwsblad, d.d. 7 april
1988, waar in een artikel over het jaarverslag van de F.N.V.-1987 de bestuurder
J. Broens nog eens wordt geciteerd, ter bevestiging van een stelling uit genoemd
verslag, met de uitspraak dat "het gezeur over de centen maar eens moet zijn
afgelopen"; waarbij even verder wordt gesteld dat het ook de verantwoordelijk
heid van andere gemeenten in West-Brabant is om daarbij te helpen, om de finan
ciële problemen van het Industrie- en Havenschap Moerdijk op te lossen, onzer
zijds de volgende vragen:
- Is het college, met de fractie van de P.v.d.A., van mening dat het een onge
wenste ontwikkeling is of zou zijn om, waar op diverse terreinen al hevig
wordt, gekort of dat op het punt staat te gebeuren, nu ook nog eens opgezadeld
te worden met de tekorten van een ander?
- Is het college ook niet de mening toegedaan dat evt. tekorten voor bedoeld
schap dan ook maar gefinancierd moeten worden door degenen (overheden/bedrij
ven/personen), die de aanleiding zijn van deze ontwikkelingen, i.e. degenen
die destijds ontwerpers en grote stimulators waren van een grootschalig indu
strieterrein, dat achteraf een miskleun van de le categorie blijkt te zijn
(waarvoor men destijds al uitdrukkelijk, maar helaas tevergeefs is gewaar
schuwd). En dat het beslist geen pas geeft nu de hele (West-) Brabantse ge
meenschap in de tekorten te laten delen; dit terwijl de eindbeslissing des
tijds bij de Rijksoverheid lag en dat die ook nu dan maar de consequenties
trekken moet?
- Is het college mogelijk van plan deze raad een uitspraak te vragen over de
wenselijkheid om de ideeën, van welke zijde dan ook geopperd, om tot een ver
deling over alle West-Brabantse gemeenten te komen van de tekorten van genoemd
industrieschap, met kracht te bestrijden en daartoe evt. het nodige te ver
richten?"
Vervolgens stelt de heer Slabbekoorn de tweede vraag, luidende:
"Met betrekking tot de C.A.l. vond op 23 maart jl. een bespreking plaats te
Fijnaart; de navolgende vragen daarbij:
- wanneer is het college in staat en/of van plan om de aangesloten abonnee's
terzake te informeren?
- van diverse zijden (abonnees wel te verstaan) is gevraagd of er mogelijk wat
eenvoudige technische voorlichting in de Brillant kan komen; ziet u daartoe
een mogelijkheid?
- wil het college nagaan (en/of indien bekend, meedelen) of er mogelijkheden
zijn tot afname van verschillende pakketten en tot welke prijzen?"
De voorzitter merkt op dat het moeilijk is om op publicaties in de krant te
reageren.
Het college is echter met de fractie van de P.v.d.A. van mening dat het nooit
zo kan zijn dat onder meer de gemeente Willemstad opgezadeld wordt met de te
korten van het industrie- en havenschap Moerdijk.
Als de plannen allemaal tot uitvoer waren gekomen zoals ze destijds in gedach
ten waren en er geweldige opbrengsten zouden zijn ontstaan uit grondverkopen
o.g.b. en legeskosten dan had niemand de gemeente Willemstad een gram toegescho
ven.
-Maw-
-11-
M.a.w. in het omgekeerde geval is het natuurlijk echt te gek om over te praten,
dat waar de gemeente volstrekt geen verantwoordelijkheid heeft te dragen, wel
in tekorten zou moeten worden bijgedragen.
Ten aanzien van het tweede deel van de vraag van de heer Slabbekoorn, merkt de
voorzitter op dat hij de mening is toegedaan dat hij als voorzitter van de raad
volstrekt geen uitspraak daarover kan doen. Hij is van oordeel dat de partici
panten in het l.H.M. daar verantwoordelijk voor zijn.
Het is zeker niet aan hem om uitspraken te doen over hoe het in dit geval alle
maal zou moeten. Hij hoopt wel dat er snel grond wordt verkocht.
Overigens betaalt de hele Brabantse gemeenschap indirect al mee in het verlies
van het l.H.M., en wel middels de deelname van de provincie aan het industrie-
en havenschap.
Uit dit alles mag worden afgeleid dat het college zeker niet voornemens is de
raad voorstellen te doen tot het verlenen van bijdragen in de tekorten van het
l.H.M.
In antwoordt op de vraag aangaande de c.a.i. zegt de voorzitter dat zodra zen
deruitbreiding plaatsvindt dit middels publicaties in de "Brillant" bekend ge
maakt zal worden.
Er is wellicht een mogelijkheid tot technische voorlichting in "de Brillant",
maar dan slechts summier. Er kan misschien aan de abonnees een handreiking
worden gedaan aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het interne of externe
factoren zijn die de storing veroorzaken.
Hierover zal met de technische ambtenaren contact worden opgenomen en nagegaan
zal worden of zo'n handreiking mogelijk is.
Over de afname van verscnillende pakketten zegt de voorzitter dat dat technisch
gesproken mogelijk is. De voorzitter vraagt zich af of dat financieel gezien
soelaas biedt op de schaal waarop de gemeente Willemstad de c.a.i. exploiteert.
Als het resultaat echter is dat drie zenders aan exploitatie-kosten/investerin
gen net zoveel kosten dan de 9 zenders die de installatie nu biedt, dan moet
evenwel niet aan pakketten worden begonnen. Er mag niet vergeten worden dat de
exploitatie-opzet van de c.a.i. gebaseerd is op een looptijd van 15 jaar (met
opbrengsten). Stel nu dat een pakket wordt ingevoerd en dat de helft van de
aangeslotenen voldoende heeft aan 3 zenders; dan gaat de gemeente failliet aan
het centraal antenne-systeem, want daar zijn de investeringen nipt op gebaseerd.
Langs verschillende kanten is het dus onverstandig om met zëfiderpakketten te
beginnen
5. Sluiting.
Niets meer aan de orde zijnde en onder dankzegging voor een ieders inbreng
sluit de voorzitter vervolgens de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Willem
stad gehouden op
ecretaris, de voorzitter,