-6- Het overleg, wat overigens half formeel-half informeel is, zal nu in een aan zienlijk mindere frequentie plaatsvinden dan tot nu toe het geval is geweest, omdat met de notitie in de hand de meeste zaken nu zonder burgemeester en wet houders kunnen worden afgedaan. Het kan dus wel 2 jaar gaan duren alvorens weer een overleg zal plaatsvinden. Mochten er zich echter zwaarwegende problemen voordoen dan zal de commissie natuurlijk eerder bijeen geroepen worden. De heer Boertjes kan accoord gaan met de notitie, maar vraagt de voorzitter om de commissieleden toch op de hoogte te brengen van de mogelijkheid tot deel name aan het overleg door plaatsvervangende leden. De voorzitter zegt toe dit kenbaar te zullen maken. De heer Maris vraagt in tweede termijn nogmaals naar de controle op de stand plaatsen. Ook wil hij vernemen of de bij het voorstel gevoegde lijst van standplaats- houders volledig is. Waarschijnlijk heeft nl. een standplaatshouder in Helwijk géén vergunning en die verkoopt daar dan op zaterdag als het ware illegaal. De voorzitter zegt niet op de hoogte te zijn van het gegeven dat in Helwijk een standplaatshouder op zaterdag zijn waren aan de man brengt. Dit gebeurt naar zijn oordeel zonder vergunning van het college. De standplaatsen op de weekmarkt worden overigens wekelijks door de marktmees ter gecontroleerd en een vreemde eend in de bijt valt zo op. De lijst van standplaatshouders is naarzijn' mening een complete lijst. De heer Maris zegt dat de videotheek ook niet op de lijst staat. i-,e voorzitter merkt op dat de lijst de vaste standplaatshouders vermeldt. De ambulante handel, waar onder meer de videotheek onder valt, staat daar niet op Die valt onder de 25 handelaren die regelmatig hun vaste klanten binnen de ge meente aandoen regelmatige mensen die ambulante handel drijven binnen de ge meente. De heer Groeneveld vraagt of het begrip "ambulante handel" wel juist wordt geïnterpreteerd. Is er sprake van ambulante handel zolang 't op wielen staat? De voorzitter zegt dat er niet formeel een plaats wordt aangewezen waar handel gedreven mag worden. De heer Groeneveld concludeert daaruit dat er dus sprake is van het illegaal innemen van een standplaats. v°orzitter tracht e.e.a. te verduidelijken met het voorbeeld dat een bloe menverkoper bijvoorbeeld een uur plaatsneemt in Helwijk en een uur een straat verderop. Dan is er geen sprake van een vaste standplaats zoals dat het geval is met Van Gend en Van der Slöot aan het havenhoofd. De heer Groeneveld zegt het allemaal niet meer te kunnen volgen. Wat is dan het verschil tussen van Gend die enkele uren op zijn plaats staat en daar een x-bedrag per jaar voor betaald en bijv. een videotheek die ertkele uren stand plaats inneemt ergens in de gemeente. 'De videotheek betaalt ook leges voor zijn standplaats aldus de voorzitter. De heer Groeneveld vraagt of hij het juist ziet dat de lijst van standplaats houders zoals die bij het voorstel is gevoegd een heel ander soort standplaats houders is dan bijv. de videotheek en de kraam Helwijk. De voorzitter antwoordt dat dat niet helemaal juist is. De videotheek is nl bekend bij het college en van de kraam in Helwijk is absoluut niets bekend. Naar dit laatste zal onderzoek worden gedaan. De heer Maris zegt dat als hij de voorzitter goed beluistert de kraam in Hel wijk er best mag staan, want dan rijdt hij het ene uur maar naar straatje A en het volgend uur naar straatje B. De voorzitter zegt dat wanneer dat het geval zou zijn deze handelaar een vent vergunning zou moeten aanvragen. Echter vöor de bewuste standplaats is noch een ventvergunning noch een standplaatsvergunning afgegeven omdat het college formeel niet bekend is met deze gang van zaken. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan vervol gens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders de notitie inzake het standplaatsen- en ventvergunningenbeleid vastgesteld. -7. -7- 7' ^eschlkbaarstellinë van een krediet voor een algehele herziening van bestem mingsplan "Noordlangeweg" Naar aanleiding van dit voorstel plaatst de heer Hoekwater een aantal kantteke ningen. In de eerste plaats vraagt de V.V.D.-fractie zich af wie in dit verband gefe liciteerd kan worden. Het college mischien, dat bij de samenstelling van de ■begroting 1988 al wist dat de herziening 60.000,— zou gaan kosten, of het stedebouwkundig bureau dat zo keurig binnen de begroting van 60.000,is gebleven. Of misschien beiden met het feit dat het precies 60.000,gaat kosten. Aan de andere kant kan de fractie niet helemaal voorbij gaan aan de lankmoe dige, wijfelachtige manier, de toon die spreekt uit de nota. De heer Hoekwater citeert in dit verband de volgende uitdrukkingen. "Het stedebouwkundig bureau heeft zo nauwkeurig mogelijk; desondanks is het niet uitgesloten dat; mocht dit een overschrijding betekenen; zoveel mogelijk m eigen beheer; in dit verband valt te denken aan; er zal een tijdschema wor den afgesproken". Op blz. 2 van de nota staat "zoveel mogelijk in eigen beheer. Daarover zullen uiteraard nog afspraken worden gemaakt". De heer Hoekwater neemt aan dat voor al die laatste zin een overdreven uiting is van het welnemen van het college met de raad. Hij kan zich nauwelijks voorstellen dat het college geen goede afspraken met het stedebouwkundig bureau gaat maken. De fractie wil hiermee zeggen dat het college de gemeenteraad, een blanco cheque vraagt voor de gehele herziening van het bestemmingsplan in kwestie. Dat acht de fractie niet raadzaam. De raad dient te worden geconfronteerd met vaste standpunten. Vooraf dient een planning gemaakt te worden van wat door de afdeling openbare werken kan worden gedaan. Dat moet worden vastgelegd. Daarop wordt het overleg met het stedebouwkundig bureau gebaseerd. En op basis van een contractuele overeenkomst met dat stede bouwkundig bureau kan de gemeente haar eigen overeenkomst maken dat kan dan worden gekadreerd binnen de 60.000, Het kan niet zo zijn dat het college zelfs geen percentages noemt waarbinnen het college wenst te opereren. In welke mate is het college nlbereid een eventuele overschrijding te accep teren. Is dat voor 100% of voor 10%. Indien tegen deze nota ja wordt gezegd is de raad gehouden om elk volgend be drag dat wordt gevraagd ook te voteren. 't Mag dan wel voorjaar zijn, en de heer Hoekwater wil best zonnig nadenken, maar de fractie van de V.V.D. is toch van mening dat hier in zo'n klein stukje tekst zoveel onduidelijkheden zitten dat dat geen beleid vormt waar de fractie zich op kan baseren. Vervolgens komt de heer Slabbekoorn ?an het woord. Hij wil aan hetgeen reeds door de heer Hoekwater naar voren is gebracht noe het volgende toevoegen. De bedragen die door het bedrijf zijn genoemd zijn aan de forse kant. Hanteren alle bedrijven deze bedragen? Zijn datvastgestelde tarieven? Ook hij vraagt of eventuele overschrijdingen vóóraf gemeld kunnen worden, zo dat het college eerst zijn goedkeuring kan geven aan die overschrijding, indien die goedkeuring niet gegeven kan worden moet men binnen de vastgestelde bedragen maar naar een oplossing zoeken. Tot slot vraagt hij of het college op grond van ervaringen opgedaan bij eer dere bestemmingsplannen, al een indicatie kan geven van de kosten die nog extra ontstaan door bezwaarschriften, informatievoorziening etc.. vggrzitter zegt dat het college best gefeliciteerd mag worden omdat de 60.000,— het resultaat is van overleg met de stedebouwkundige en onderzoek binnenshuis. Naar de inschatting van het college zou alles voor de 60.000,rond kunnen komen. Het hangt echter van een groot aantal externe factoren af of alles snel door de procedures heen komt. -Ten-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1988 | | pagina 29