Na heropening van de vergadering door de voorzitter antwoordt de heer Munters dat hij heeft geconstateerd dat alle fracties zich zeer indringend hebben bezig gehouden met het onderhavige voorstel. Vooraf merkt hij op dat het voorstel van het college niet is ingege ven, om reden dat de gemeente bedrijfsonvriendelijk zou zijn. In het algemeen geeft de heer Munters dan weer wat ten grondslag ligt aan de weigering van de bouwvergunning. In dit verband haalt hij nog eens de hier relevante tekst aan van het bestemmingsplan Vesting Willemstad. Tevens geeft hij in het kort weer wat in 1984 aan voorwaarden en beperkingen is opgenomen bij de verkoop van de school. Gezien dit alles en gelet op het bepaalde in artikel 48 Woningwet mag het duidelijk zijn dat het college niet anders kon dan de bouwver gunning weigeren. De heer Munters zegt dit met name ook, opdat voorkomen wordt dat het college een soort zig—zag—beleid verweten wordt. Vrij recent zijn nl. bouwvergunningen geweigerd voor de plaatsing van een tuinhuisje heel dicht in de buurt van het pand Voorstraat 24. Ook zijn vorig jaar op grond van dezelfde bestemmingsplanvoor schriften nog twee bouwvergunningen geweigerd voor de plaatsing van garages in de Landpoortstraat Temeer is er bouwvergunning geweigerd omdat nog niet zo lang geleden een vergunning is afgegeven die niet geheel voldeed aan een bestem mingsplan en eenieder weet zich waarschijnlijk nog zeer wel te herin neren wat voor vervelende consequenties dat voor de gemeente heeft gehad Het college is dan ook van mening dat het zowel de gemeente als de heer Saarloos in bescherming neemt als de bouwvergunning niet wordt afgegeven. De raadsfracties stellen nu voor om toch enige mogelijkheden te openen voor Saarloos'bedrijfopdat perceel Voorstraat 24 voor een gedeelte bebouwd kan worden. Tijdens de schorsing is overleg gepleegd over de standpunten van de raad. Naar aanleiding daarvan stelt het college nu voor het voor stel zoals dat nu op tafel ligt te ondersteunen. Het doet dan de toezegging dat de raad op 17 januari 1989 een voorstel wordt gedaan om via een voorbereidingsbesluit en een daarop volgende artikel 19 W.R.O. procedure het bestemmingsplan voor dit ad hoe geval aan te passen. Daardoor kan dan alsnog bekeken worden of het bedrijf van de heer Saarloos de gewenste bouwvergunning kan worden verleend Vervolgens vraagt de heer Kamp of de vergadering wederom voor enige minuten geschorst kan worden. Nadat de vergadering opnieuw door de voorzitter is geopend neemt de heer Kamp namens de drie fracties het woord. Geconstateerd is dat het college formeel een standpunt heeft ingenomen t.a.v. de vraag of in deze zaak wel of geen vergunning kan worden verleend. Bij formele toets zou geconcludeerd moeten worden dat het beroep op formele gronden ongegrond zou moeten worden verklaard. Toegezegd is nu dat het college bereid is op 17 januari aanstaande de raad een voorstel te doen tot het nemen van een zgn. voorbereidingsbesluit, waarna een artikel 19 W.R.O. procedure in deze ad hoe zaak kan worden doorlopen -Daarbij— -13- Daarbij kan de heer Saarloos dan een hernieuwde bouwaanvraag indienen die dan welwillend zal worden benaderd. We hoeven elkaar geen verwijten te maken. Formeel wordt nu gezegd "neen", maar materieel wordt in januari a.s. ter zake de eerste stap gezet voor nieuwe besluitvorming. De heer Munters zegt naar zijn mening niets meer te hoeven toevoegen aan hetgeen reeds naar voren is gebracht. Daarna wordt zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders het beroepschrift van de heer Saarloos, Voorstraat 24 ongegrond verklaard respectievelijk bouwvergunning voor de door de heer Saarloos voorgenomen bouw geweigerd. 17. Rondvraag De heer Kamp stelt namens de fractie van de P.v.d.A. de eerste vraag, luidende "De bereikbaarheid van huisartsen staat de laatste tijd regelmatig ter discussie. In de pers komen we voorvallen tegen, waarbij een huisarts niet direct in gaat op verzoeken van patiënten om te komen. De beeldvorming, die daar van uitgaat is dat patiënten aan hun lot dreigen te worden overgelaten. Bij de bereikbaarheid gaat het om twee zaken. 1. de mogelijkheid de huisarts te kunnen consulteren, inclusief huisbezoek door de huisarts; 2. de bereikbaarheid van eén arts in geval van een waarneemregeling, inclusief huisbezoek door de arts. Ernstige voorvallen, zoals in de pers vermeld hebben zich nog nooit in Willemstad voorgedaan. Wel zijn er situaties waarbij een huisarts niet direct gevolg geeft aan verzoeken van patiënten om direct aan huis te komen. Daarnaast zijn er ook voorbeelden waarbij door de huisartsen snel en adequaat is gehandeld. De verantwoordelijkheid voor het nemen van beslissingen berust bij de huisarts zelf. De gemeente heeft daarin geen directe rol. Vanuit een oogpunt van volksgezondheid verdient het evenwel aanbeve ling wanneer inzichtelijk zou kunnen worden gemaakt welke gedragslijn door de huisartsen bij hun beslissingen wordt genomen. Het is zowel in het belang van de huisartsen als van de patiënten wanneer er op dit gebied duidelijkheid is. Voor de arts is het belang rijk te weten wat patiënten van hem verwachten. Voor de patiënten is het belangrijk te weten wat hij van de arts kan verwachten. De vraag is of het college met de artsen van gedachten wil wisselen over de bereikbaarheid, daaronder begrepen huisbezoek en waarneem regeling en voorts om de uitkomsten van dit overleg bekend te maken in de Brillant." De heer Tuinman zegt dat het college waardering heeft voor de wijze waarop de heer Kamp het probleem presenteert. Terecht constateert de heer Kamp dat het niet direct een probleem voor de gemeente is waar het hier de verantwoordelijkheid van het nemen van belissingen betreft. De zorg van de P.v.d.A. wordt wel door het college begrepen. Ongeveer 4 weken terug is door de voorzitter van de raad n.a.v. een concreet geval reeds een brief geschreven aan de huisartsen. De gevraagde procedure loopt dus reeds, terwijl de hier betrokken partijen op termijn definitief afspraken zullen maken om ter zake tot een gesprek te komen. Vervolgens stelt mevrouw In 't Veld de volgende vraag namens de CDA-fractie -In

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1988 | | pagina 131