-4-
Het college verwacht binnen afzienbare tijd tot verkoop van het betreffende
perceel over te kunnen gaan. Daardoor zal dan plan "Kloosterblokje" nagenoeg
geheel kunnen worden afgerond.
De heer Slabbekoorn wijst erop dat in het raadsbesluit onder voorwaarde nr. 5,
het woord "ontboden" moet worden vervangen door "ontbonden".
De voorzitter zegt toe deze correctie te. zullen laten aanbrengen.
Zonder hoofdelijke stemming en zonder verdere beraadslaging wordt dan conform
het advies van burgemeester en wethouders en het daarbij gevoegde ontwerp-
raadsbesluit besloten aan de heer R. Mastenbroek, Frankendaal 143 te Rotterdam,
te verkopen en in volle en vrije eigendom over te dragen, een aan de Norbertus-
dreef in plan "Kloosterblokje" gelegen kavel bouwgrond, groot ongeveer 405 mJ
deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Willemstad sectie H
nr. 135 (ged.j voor een totale koopsom van 51.678,— exclusief b.t.w., onder
de bij koop en verkoop algemeen gebruikelijke bepalingen en bedingen en voorts
onder die bijzondere voorwaarden welke door burgemeester en wethouders nood
zakelijk worden geacht.
Vestiging recht van uitweg.
De heer Kamp vraagt waarom het feitelijke recht van uitweg formeel vastgelegd
moet worden. De verplichting daartoe vloeit toch rechtstreeks uit de wet voort?
De heer Munters zegt dat dit in principe juist is, doch dat het er hier om gaat
dat, exact wordt vastgelegd op welke wijze van het recht van uitweg gebruik
gemaakt gaat worden.
De heer Slabbekoorn vraagt om welke reden de overdracht van de percelen sectie
G nr. 5 en sectie D nr. 1077 van het Waterschap Vierlinghpolders naar het
Hoogheemraadschap West-Brabant plaats vindt.
De heer Munters antwoordt 'dat dit geschiedt op 'verzoek van het Hoogheemraad
schap, omdat het hier gaat om zgn. "eerste waterkerende dijken" waaraan na
eigendomsoverdracht, door het Hoogheemraadschap uit oogpunt van doelmatig dijk-
beheer zondermeer onderhoud kan worden gepleegd zonder dat daartoe dan steeds
overleg dient plaats te vinden met de eigenaar van deze dijken.
Zonder hoofdelijke stemming en zonder verdere beraadslaging wordt dan overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij gevoegde
ontwerp-raadsbesluit besloten om ten behoeve van de toegang tot de Grote Singel
vanaf de Lantaarndijk en ten behoeve van de toegang tot de Redance vanaf de
Oostdijk een erfdienstbaarheid van de uitweg te vestigen.
Vaststelling Brandbeveiligingsverordening 1988.
De heer Hoekwater vraagt of thans epn vergunningstelsel wordt ingevoerd.
Zo ja, om hoeveel panden gaat het dan en vallen daaronder ook panden die zijn
gelegen in het buitengebied?
Wordt terzake een overgangsbeleid gevoerd en beschikt het plaatselijk brandweer
corps over voldoende mankracht om de contrölewerkzaamheden adequaat te kunnen
verrichten?
Mevr' struijt-de Jong verzoekfcafschriften van de verordening aan de betreffen
de exploitanten toe te zenden, zodat een ieder tijdig aan zijn/haar verplich
tingen kan voldoen.
De voorzitter antwoordt dat niet voor alle 'bedrijven een vergunningstelsel
wordt ingevoerd. Dat geldt enkel voor die openbare gebouwen (veelal horeca
bedrijven) waarin meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn.
Overigens loopt de overgangsfase reeds geruime tijd, gedurende twee jaren.
Inmiddels zijn namelijk alle plaatselijke horeca-bedrijven door de brandweer
commandant en de preventie-officier van de regionale brandweer bezocht en ge
controleerd op de brandveiligheidsaspecten. Dit heeft er toe geleid dat alle
horeca-bedrijven, op één na, inmiddels de vereiste brandveiligheidsvoorzieningen
hebben getroffen.
Thans zijn de gemeentelijke openbare gebouwen aan de beurt om te worden nage
zien op de brandveiligheidsaspecten zoals die in de Brandbeveiligingsverordening
1988 zijn opgenomen.
-De heer Groeneveld-
-5-
De heer Groeneveld vraagt of het bedrijf dat thans nog niet voldoet aan de be
palingen in de Brandbeveiligingsverordening, hetzelfde bedrijf is dat 2 jaar
geleden niet voldeed aan de betreffende bepalingen.
voorzitter antwoordt dat dit inderdaad het geval is, doch de brandbeveili
gingsvoorzieningen zullen gelijktijdig worden uitgevoerd met verbouwingswerk
zaamheden aan dat pand.
Binnen afzienbare tijd moet dit zijn voltooid.
Zonder hoofdelijke stemming en zonder verdere beraadslaging wordt dan overeen
komstig het advies van burgemeester en wethouders ónder intrekking van de
door de raad op 14 augustus 1979 vastgestelde verordening, de nieuwe Brandbe
veiligingsverordening 1988 vastgesteld.
Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Bouwtoezicht West-Brabant.
De heer Groeneveld vraagt of er een (wettelijke) verplichting bestaat om ge
bruik te maken van de diensten van Bouwtoezicht West-Brabant, daar waar het
gaat om de welstandsadvisering.
Voldoet de dienstverlening van deze instelling aan de daaraan te stellen eisen?
De fractie van het CDA heeft hier zo zijn twijfels over. Wijkt het college
frequent af van de terzake uitgebrachte welstandsadviezen?
Tenslotte wijst de heer Groeneveld erop dat in de concept-regeling op blz. 20
staat vermeld dat de gewijzigde gemeenschappelijke regeling in werking treedt
op 1 januari 1990 doch moet deze datum niet worden gewijzigd in 1 januari 1989?
De heer Munters antwoordt dat er geen wettelijke noodzaak aanwezig is van onder
havige gemeenschappelijke regeling gebruik te maken.
Niettemin kan het college zich in het algemeen zeer wel vinden in dé.door;bouw
toezicht West-Brabant uitgebrachte welstandsadviezen: het is wel zo dat van de
adviezen die ons passen nimmer commentaar wordt vernomen doch over enkele uit
gebrachte adviezen kan verschillend worden geoordeeld.
Geconcludeerd kan worden dat het college gebruik wenst te blijven maken van de
welstandsadvisering door Bouwtoezicht West—Brabant. Het is immers een objec
tieve advisering door mensen die geen privé-banden hebben met de gemeente
Willemstad.
Uit het feit dat geen enkele (grotere) gemeente in de regio de welstandsad
visering zelf ter hand heeft genomen, moge blijken dat de betreffende adviezen
van Bouwtoezicht West-Brabant voldoen aan daaraan redelijk te stellen eisen.
Tenslotte verduidelijkt de heer Munters in verband met de ingansdatum van de
aangepaste Gemeenschappelijke Regeling "Bouwtoezicht West-Brabant", dat nog
enkele procedures moeten worden doorlopen alvorens de aangepaste regeling
definitief in werking kan treden.
Getracht wordt de ingangsdatum te verschuiven van 1 januari 1990 naar 1 januari
1989.
Zonder hoofdelijke stemming en zonder verdere beraadslaging wordt dan beslo-»-~
het dagelijks bestuur van Bouwtoezicht West-Brabant te berichten dat kan
worden ingestemd met de voorgelegde aanpassing van de Gemeenschappelijke
Regeling "Bouwtoezicht West-Brabant", welke na het tijdstip van aanpassing
wordt voortgezet onder de benaming "Regeling Welstandszorg West-Brabant".
Aanpassing gemeenschappelijke regeling "Str'eekarchivariaat Nassau Brabant".
De heer Slabbekoorn: mérkt op dat op blz. 4 van de toelichting van de advies
commissie melding wordt gemaakt van een "uitgebreid en gedetailleerd werkplan".
Hij gaat er-hierbij vooralsnog vanuit dat dit niet gelijktijdig inhoudt dat de
daaraan eventueel verbonden extra consequenties door de gemeente zondermeer
worden aanvaard.
De voorzitter antwoordt dat het werkplan voor de gemeente geen verdergaande
consequenties zal hebben dan het bedrag van 23.000,dat reeds gemoeid is
met deelname aan deze gemeenschappelijke regeling.
Zonder hoofdelijke stemming en zonder verdere beraadslaging wordt dan overeen
komstig het advies van burgemeester en wethouders besloten de gemeenschappelijke
regeling Streekarchivariaat "Nassau-Brabant" te wijzigen respectievelijk de
nieuwe gemeenschappelijke regeling "Streekarchief Nassau-Brabant" vast te stel
len overeenkomstig het ontwerp-raadsbesluit.
-Aanpassing-