-57- Ten aanzien van de kerngegevens wordt het door de VVD op prijs gesteld wanneer in de toekomst de aantallen N.W.W. uitkeringsgerechtigden in deze gegevens worden opgenomen. De heer Hoekwater wil zijn tweede termijn eindigen met een voor hem moeilijk onderwerp. Dat betreft nlgebouw "Irene". Persoonlijk heeft hij daar als fractielid maar ook als gemeentelijk vertegenwoor- 1 diger in het bestuur van stichting "Ons Dorpshuis" grote moeite mee. Hij is van mening dat gebouw "Irene" een uitstekende functie vervult binnen de Willemstadse gemeenschap. Hij is ook, evenals zijn fractie, van mening dat daarvoor gelden beschikbaar moeten worden gesteld. De opmerkingen van het CDA met betrekking tot de suggestie dat het bestuur van gebouw "Irene" geen of onvoldoende cijfers zou publiceren worden betreurd. Daar had men immers kennis van kunnen nemen, aldus de heer Hoekwater. De raad heeft de heer Hoekwater als afgevaardigde in het bestuur van gebouw "Irene" aangewezen. Wanneer de raad meent dat zijn functioneren in dat bestuur niet juist is c.q. onvoldoende, dan zal hij zijn functie nader beraden. Hij neemt het mevrouw In 't Veld persoonlijk niet kwalijk dat zij een dergelijke j suggestie voor een overlevingsplan naar voren brengt. Het is per slot van rekening! de eerste keer dat zij hier het woord voert. De heer Hoekwater wijt een en ander aan de jonkheid van haar functioneren in de gemeenteraad. De heer Groeneveld interumpeert de heer Hoekwater en zegt dat de mening van mevrouw In 't Veld volledig wordt gedeeld door de rest van de CDA-fractie. De heer Hoekwater vindt de opmerking in kwestie dan nog meer te betreuren: zeker als men weet wat het bestuur van gebouw "Irene" gedaan heeft om met voor stellen te komen. Als het CDA op die manier blijft reageren en de P.v.d.A. in tweede termijn ook niet meer woorden vuil'maakt aan gebouw "Irene" dan dat het moet blijven voortbestaan dan zal de heer Hoekwater echt serieus zijn functie I nader beraden. Op deze manier is het onmogelijk om als raadsvertegenwoordiger in het stichtingsbestuur te blijven functioneren. Alvorens het college zich gaat beraden over de beantwoording in tweede termijn wil de voorzitter graag nog iets zeggen over gebouw "Irene" en dan met name in de richting van het CDA. Het bestuur van gebouw "Irene" heeft al in een vroeg stadium de problematiek bij het college kenbaar gemaakt, nl. reeds 1 jaar geleden. Het heeft toen een aanzet gegeven tot een overlevingsplan, waarna, het college zich is gaan beraden over hoe het nu verder met gebouw "Irene" moet lopen. Intussen zijn er binnen de gemeente diverse onderzoeken verricht over hoe in overleg met het bestuur gekomen kon worden tot een andere exploitatie-opzet van het gebouw. In de richting van de raad is al eens een tipje van de sluier opgelicht, onder meer in relatie tot de gymzaal. Het college heeft zich een half jaar bezig gehouden met de vraag of de gymzaal en de gemeenschapsruimte onder één dak kunnen worden gebracht. Twee maanden terug is toen tot de conclusie gekomen dat de ruimte die daarvoor benodigd zou zijn niet in verhouding staat tot de mogelijkheden die er zijn op de locatie waar zich thans gebouw "Irene" bevindt. Daarna is weer overleg gevoerd met de Stichting "Ons Dorpshuis". Daarbij is door de stichting een heel concreet plan op tafel gebracht. Het college beraadt I zich daar momenteel nog over. In de aanbiedingsnota is wel een schot voor de boeg gegeven over deze problematiek^ Een en ander in ogenschouw genomen is het niet juist verwijten te maken aan het adres van de afgevaardigde van de raad in de stichting. Dit temeer niet omdat die afgevaardigde zich juist zo indringend met deze hele materie bezighoudt. De heer Groensveld zegt dat er geen verwijten zijn gemaakt. Hij begrijpt niet hoe de heer Hoekwater daarbij komt. Er is alleen door mevrouw In 't Veld gevraagd of het niet raadzaam zou zijn een overlevingsplan op te stellen. -De- -58- De voorzitter zegt dat zo'n plan er dus al is. Overigens heeft hij de gemaakte opmerking van het CDA. net zo begrepen als de heer Hoekwater. Hij is dan ook blij met de nadere uitleg van de betreffende opmerking. De heer Kamp merkt nog op dat door de P.v.d.A. nooit kritische geluiden zijn gegeven over het functioneren van de heer Hoekwater. De P.v.d.A. heeft nog steeds alle vertrouwen in het juiste functioneren van de heer Hoekwater. Vervolgens schorst de voorzitter de vergadering voor 45 minuten. Na heropening zegt de voorzitter blij te zijn met de opmerkingen van de heer Van der Sluijs over het functioneren van de raad. Over de 10% belastingverhoging merkt hij op dat, voor zover het zich nu laat aanzien, een. zodanige verhoging thans wellicht voor het laatst aan de orde is. Slechts heel 'onvoorziene omstandigheden zouden er nog toe kunnen leiden dat er nogmaals zo'n verhoging wordt voorgesteld. Dit ligt echter niet in de lijn der verwachting, aldus de voorzitter. In 1985/1986 is er in overleg met de raad een stappenplan gemaakt voor een meer "gezonde" financiering van een aantal lopende uitgaven. Het jaar 1989 is de laatste schijf in die operatie. Er worden nu geen rentes meer aan de reserves onthouden om deze toe te voegen aan de middelen op de gewone dienst. In 3 jaar tijd is nu zodoende zo'n 350.000,"inverdiend". Door alle fracties is terecht aandacht besteed aan het toerisme en de recreatie. De P.v.d.A. plaatst dat in een economisch beleid wat de gemeente zou kunnen voeren. Op zichzelf is dat wel juist. De middelen die daarvoor echter beschikbaar zijn, zijn echter uiterst beperkt. Het is goed om in de volgende vergadering van de commissie A.B.Z. ten principale een discussie te voeren over de rol welke de gemeente in dit hele proces zou moeten hebben. Misschien kan vanuit de standpunten die er dan zijn een commissie economisch—recreatief beleid ingesteld worden die bouwstenen kan aandragen om vroeg in het voorjaar een nota te presenteren waarin het toeristisch, recrea tieve beleid voor de komende jaren wordt verwoord. De beantwoording over de C.A.I. is misschien wat mager geweest. Het is echter met de kwaliteit van de C.A.I. niet anders gesteld. Voor 95% is dat terug te brengen naar het feit dat de capaciteit van de Duitse zenders met 50% is terug gebracht. In 1985 is al gezegd dat de ontvangstmogelijkheid t.a.v. de Duitse zenders kritisch zou liggen. Wanneer de zaak dan al kritisch is kan men zich voorstellen dat een vermindering van het signaal met 50% direct aanleiding geeft tot slechte beelden. Er zullen best zaken voor verbetering vatbaar zijn, doch 100% optimaal zal een en ander, gezien de omstandigheden, nooit worden. Mogelijkheden om wat minder afhankelijk te worden van Fijnaart zijn er best wel, maar hoe en tegen welke kosten, wordt nog onderzocht. Overigens betreurt de voorzitter het dat de WD de toezegging over de verhoging van de C.A.I.-bijdrage intrekt en dat hij in de richting van Fijnaart dan ook nu moet zeggen dat een en ander voor wat Willemstad betreft moet worden teruggedraaid. Dat kan toch gewoon niet? Het college is blij dat er vorig jaar een gemeentegids is uitgegeven. Dat het nu anders moet is op zich jammer, maar de gemeente zal voor 100% medewerking verlenen aan de totstandkoming en uitgave van een gids door de middenstandsver eniging. Alle gegevens zullen worden aangedragen en de bereidheid is aanwezig om via de "Brillant" een oproep te doen tot actualisatie van de in de gids te vermelden gegevens Er is momenteel een ambtelijke werkgroep bezig met de voorbereiding van de automatiseringsnota. Zodra die nota gereed is wordt deze allereerst voorgelegd aan een ad hoe commissie automatisering. Gezamenlijk kan dan een stappenplan worden opgezet voor hoe in 1989 de automatisering gestalte kan worden gegeven. -Overigens-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1988 | | pagina 115