-49- Dan geeft de voorzitter vervolgens het woord aan de fractie van de P.v.d.A. namens wie de heer Kamp de spits afbijt. Deze merkt op dat in eerste termijn al geconstateerd was dat de klok van. het college niet gelijk liep met die van de raad. Volgens de klok van de P.v.d.A. heeft de voorzitter van de raad in eerste termijn 1.16 uur nodig gehad voor zijn beantwoording, de heer Munters vervolgens 51 minuten en tot slot de heer Tuinman 33 minuten. Wat omgekeerd evenredig is aan "wat", laat de heer Kamp maar even in het midden. Met betrekking tot het investeringsbeleid en de belastingverhoging is gesteld dat de uitgangspunten na 1990 als richtinggevend gezien moeten worden. Het college heeft erop gewezen dat er toch best tegenvallers kunnen komen onder andere door de vermindering van de bijdragen van de rijksoverheid. Toch vindt de P.v.d.A. dat. dat richtinggevende karakter aanwezig moet blijven en dat tegen vallers op zich geen excuus zouden moeten zijn om de belastingen na 1989 hoger te stellen dan 5%. Op het moment dat er zich tegenvallers voordoen moeten er wel alternatieven worden voorgelegd op grond waarvan de gemeenteraad keuzes kan maken. De reactie van het college op het toeristisch-recreatief beleid vond de heer Kamp wat mager. Door de P.v.d.A. was het accent gelegd op de economische structuur van Willemsta alsmede zijn er wat concrete voorstellen gedaan. Daarnaast is er ook bepleit een commissie in te stellen. Op het moment dat de heer Van der Sluijs zei dat de fracties in de raad mee moesten denken dacht de heer Kamp, dat biedt perspectief want voor de beleidsbe paling zouden er inderdaad meer voorstellen vanuit de raad moeten komen. Gisteren is al aangetoond dat wat de denklijn betreft het CDA en de P.v.d.A. op een golflengte zitten zij het dat de P.v.d.A. dat al reeds voor een stukje heeft ingevuld. De heer Kamp nodigt het CDA uit om daaraan mee te doen. Het CDA bepleit de instelling van de vereniging V.V.V. Een dergelijke constructie sluit de P.v.d.A." op termijn niet uit. Het is echter wel van belang dat de lijnen die je als gemeente wil uitzetten als beleid en de wijze waarop de V.V.V. daarin moet passen, dat dat initiatief toch van de gemeente zelf moet komen. De P.v.d.A. merkt dat op omdat dat erg belangrijk is voor de ontwikkeling van de economische structuur van Willemstad. Dikwijls leiden middenstanders in kleine gemeenten een marginaal bestaan en moeten zij ontzettend hard werken om een redelijk inkomen te verwerven. Op het moment dat er een soort stilstandsituatie ontstaat merk je dat bij beëin diging van bedrijven er geen nieuwe zaken terugkomen. Door het verdwijnen van voorzieningen loopt de aantrekkelijkheid als woonplaats weer terug en zodoende komt de gemeente vervolgens in een neerwaartse spiraal. Om deze reden acht de P.v.dA. het van groot belang om datgene wat Willemstad te bieden heeft te verbeteren. Daarom ook is een concreet voorstel gedaan over de bestemming van het oude raadhuis Dit zou ook vanwege een duidelijk werkgelegenheidsaspect goed zijn. Inderdaad hoort er dan een horecabestemming op dat pand te komen. Overigens wil dit voorstel niet zeggen dat er voor de P.v.d.A. geen andere mogelijkheden zijn. De heer Groeneveld interumpeert de heer Kamp en vraagt of hij bedoelt te zeggen dat er eerst moet worden bepaald of de horeca uit kan en mag breiden. Tot op heden staat de gemeente nog steeds op het standpunt dat de horeca in Willemstad niet uit kan breiden. De heer Kamp merkt op dat waarschijnlijk de heer Groeneveld een verslag mist van de vergadering van de commissie A.B.Z. Bij de bespreking van de notitie is door de heer Kamp heel nadrukkelijk gesteld dat voor wat de P.v.d.A. betreft er ruimte is voor uitbreiding van de "zachte" sector. -Datzelfde- -50- Dat zelfde is gisteren herhaald. Dus wat de P.v.d.A. betreft is die ruimte er wel degelijk. Terugkomend op de V.V.V.-functie wordt het idee geopperd een startmogelijkheid te creëren als éénmalige bijdrage. Gesuggereerd wordt daarvoor de middelen te hanteren die als overwinst op het gas bestemd zouden zijn voor bijdragen in de kosten van aansluiting in onrendabele gebieden. 't Is de P.v.d.A. nog niet volledig duidelijk of het eerste bedrag van 25.000, toereikend is voor die aansluitingen. Wanneer daar wat meer klaarheid in komt, heeft de P.v.d.A. er geen moeite.mee om een andere bestemming te geven aan de tweede 25.000, Overigens is door de P.v.d.A. bepleit om bij overschotten op de jaarrekening 1987 aandacht te schenken aan de ontwikkeling van de recreatieve functie. Toen is door het college gemeld dat het fonds stadsvernieuwing zo breed was dat wanneer een dergelijke eenmalige investering zou moeten worden gepleegd, op genoemd fonds een beroep gedaan zou kunnen worden. De V.V.V.-functie zou naar de mening van de P.v.d.A. meer moeten zijn dan een z.g.n. folderpost. Bij de belastingcapaciteit werd opgemerkt dat er slechts 50% wordt benut van de te benutten belastingcapaciteit, zijnde een bedrag van 400.000, Met betrekking tot de onroerend-goedbelasting is het zo dat op het moment dat je binnen deze gemeente een aantal bedrijven zou hebben deze ook een aanslag zouden krijgen hetgeen ertoe zou kunnen leiden dat de gemeente op het maximum van haar te benutten belastingcapaciteit komt. Met andere woorden: een koe,is een beest, maar een beest is geen koe. Het feit dat Willemstad de 16e plaats inneemt qua inkomenspositie geeft de gemeente geen vrijbrief om te zeggen van: "laten we ons niet te veel zorgen maken want er kan nog zoveel aan belasting geheven worden". Men zegt op rijksniveau dat de inkomenspositie van de minima in het kader van de koopkrachtontwikkeling gelijk blijft. Daarbij worden meestal niet de effecten meegenomen van de belastingverhoging op lokaal niveau en per saldo leidt dat er toe dat de inkomenspositie van de mensen met een smalle beurs toch terugloopt. Om die reden zou er de komende jaren de nodige behoedzaamheid betracht moeten worden. Met het standpunt van het college over de ontwikkelingssamenwerking is de P.v.d.A. niet echt gelukkig. Ten opzichte van datgene wat in de aanbiedingsnota is vermeld en wat door de meerderheid van het college is medegedeeld moet er geconstateerd worden dat er toch al sprake is van enige verschuiving in het standpunt, aldus de heer Kamp. Er is gesproken over het bieden van onderdak, het mogen benutten van het gemeentelijk voorlichtingsblad en het geven van morele ondersteuning. Er is ook opgemerkt dat het niet zo kan zijn dat op het moment dat de overheid de ontwikkelingssamenwerking gaat financieren vanuit de verschillende overheids niveaus particulieren zich ter zake geen inspanningen meer zouden moeten getroos ten. Het is zeker niet de bedoeling van de P.v.d.A. een dergelijke situatie te bevorderen, maar wanneer er initiatieven vanuit de bevolking zijn en de gemeente zou daar ondersteuning aan kunnen geven, dan zou dat ook daadwerkelijk moeten gebeuren. Het gaat de P.v.d.A. dus niet primair om het direct op tafel leggen van hoeveelhe den geld maar het zou kunnen dat een bijdrage wordt gegeven door de gemeente aan een project wat door de inwoners wordt gedragen. Met andere woorden het initiatief kan ook vanuit de bevolking komen en dan past het zeker in het beleid om daarbij aan te sluiten, volgens de heer Kamp. Ontwikkelingssamenwerking is dikwijls ook een proces van bewustwording. Er is reeds gezegd dat Willemstad de 16e plaats inneemt voor wat betreft de inkomenspositie. Er zijn in Brabant gemeenten die veel lager op de lijst staan, maar waar wel activiteiten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking worden ontplooid. -Met-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1988 | | pagina 111