A -6- De voorzi iter antwoordt dat 65 reakties zijn ontvangen op de eerste aanschrijving inzake de opnieuw vastgestelde waarde van het onroerend goed. Hier was dus nog geen sprake van bezwaarschrifen. Deze reakties zijn om advies doorgezonden naar de Stichting Kafi, de instantie die voor de gemeente de hertaxaties heeft verricht. De adviezen van de Kafi zijn in januari ontvangen. Daar de gegevens van de O.G.B. voor december bij de belastingdienst binnen moesten zijn, was de gemeente dus niet in de gelegenheid de bewoners die gereageerd hadden te antwoorden vóórdat de aan slagen ter post bezorgd werden. Deze antwoorden zijn inderdaad enkele dagen na de aanslag toegezonden. De bezwaarschriftenprocedure staat inmiddels open en tot op heden zijn twee of drie bezwaarschriften ontvangen. De voorzitter is zo vrij te veronderstellen dat de meer dan uitgebreide toelichting van de gemeente er mede debet aan zal zijn dat het merendeel van de reacties niet zal worden omgezet in een bezwaarschrift. De heer Hoekwater is van mening dat wanneer bewoners een brief sturen zij daar op z'n minst een ontvangstbevestiging van ontvangen. Dit is in het verleden ook zo afgesproken. Is dit systeem inmiddels verlaten? Ten aanzien van de inhoud van het schrijven van het college merkt hij nog op dat in deze brief wordt gesteld dat de taxatié van 1981 geen reëel beeld geeft van de wer kelijke waarde van het onroerend goed per die datum. Het onroerend goed is toen met opzet laag getaxeerd om een soepele invoering van de O.G.B. te bewerkstelligen. Zo'n zinsnede roept bij een aantal inwoners de vraag op op welke basis deze schat ting dan is gebaseerd. De voorzitter antwoordt dat op zich niet interessant is of de taxaties in 1981 reëel waren of niet. De taxaties van nu zijn gedaan naar de werkelijke waarde van het onroerend goed. Daardoor zijn er lichte verschuivingen opgetreden in de onderlinge verhoudingen en heeft de gemeente de grondslag met 20% verlaagd, waardoor per saldo hetzelfde be drag aan O.G.B. zal worden ontvangen als voorheen. De laatste taxatie geeft overeenkomstig de voorschriften die daarvoor staan, een reëler beeld. Aangaande de ontvangstbevestiging merkt de voorzitter op dat alle 65 reacties in tern zijn geregistreed. De heer Hoekwater vraagt of de gemeente nu werkelijk is afgestapt van het systeem van het verzenden van antwoordkaartjes? Indien dat het geval is wordt hiermede dus afgeweken van een eerder door de gemeen teraad ingenomen standpunt. Hij wil met klem bepleiten dit systeem wederom in te voeren De voorzitter zegt dat inderdaad is afgestapt van het rondsturen van ontvangstbe vestigingen. Wel is het goed gebruik dat al dan niét telefonisch kontakt wordt op genomen met briefschrijvers wanneer wordt verwacht dat beantwoording c.q. afwerking wat langer gaat duren dan noodzakelijk. In 95% van de gevallen worden zaken binnen redelijke termijn afgewerkt en anders worden de betrokkenen in kennis gesteld van de latere afdoening van stukken. De heer Groeneveld vraagt of inmiddels alle 65 personen een antwoord hebben ont vangen De voorzitter antwoordt hierop bevestigend. De heer Groeneveld vraagt of de termijn van beantwoording van correspondentie wat meer aandacht kan krijgen opdat mensen niet maanden op antwoord hoeven te wachten. Tot slot merkt mevrouw Kroon nog op dat het college terzake al diverse malen toe zeggingen zijn gedaan en dat daar tot op heden nog niets van in praktijk is ge bracht. De voorzitter zegt toe hier zeer zorgvuldig mee om te gaan en te zullen bekijken hoe dit kan worden aangepakt. De heer Groeneveld interrumpeert de voorzitter en zegt dat niet wederom de zaak be keken moet worden, maar dat er nu duidelijke toezeggingen gedaan moeten worden en ook waargemaakt dienen te worden. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1988 | | pagina 10