-16— Ook bij de ingekomen stukken van deze raad zit een overzicht van alle besluiten die het college bij delegatie heeft genomen. Langs deze weg is er toch sprake van democratische controle. De heer Tuinman is het niet eens met de voorzitter. Er is weliswaar sprake van een democratische verkiezing; dat zal niemand ontkennen. Maar over de democratische contrSle zou de heer Tuinmans met de voorzitter nog wel een x'obbertje van gedachten kunnen wisselen. De voorzitter denkt dat daar ooit nog wel een gelegenheid toe zal zijn. Maar controle is er wel want ook deze keer heeft het college de raad alle zaken zoals ze zijn besloten, ter kennisneming gebracht. In tweede termijn zegt de heer de Visser het volgende. 'Ik denk dar ik op een aantal punten verkeerd begrepen ben. U hebt mij ook niet horen zeggen dat mijn fraktie bezwaren maakt tegen de gang van zaken. Tot mijn schrik heb ik nu ook nog moeten horen dat niet alleen de havengeldverorüening aan de orde is maar ook het haven reglement. Ik heb aan willen tonen dat met deze verordening in de praktijk heel moeilijk valt te werken. Min of meer aangevuld door de collega-raadsleden is dat ook gebleken. Het college stelt dae. dat niet waar is. tiaar goed, ik hoef er niet mee te werken ik hoef er alleen maar aan te geven wat ik er van denk. Wel nu dat heb ik getracht. Ik ben het er niet mee eens dat deze verordening gemakkelijk hanteerbaar zou zijn. Als ik havenmeester zou zijn en vanuit die hoek heb ik de zaak bekeken, dan kom ik tot mijn eerder gestelde vragen. Ik geloof niet dat ik u hoef te vertellen dat er zeer vindingrijke opvarende/schippers zijn die met reglementen experimenten willen uithalen. Het college stelt dat cruise-schepen worden aangemeld. Er bestaat echter toch nog een situatie dat die binnenschepen van de buitenhaven gebruik maken met dezelfde doelstelling als hier aangegeven, nl., onder meer om boodschappen te doen en voor kerbezoek en eventueel voor het lossen van auto1s aan de wal Als dat na vier uur gebeurd zou ik best willen weten wat dat betekent. Want het zou voor een schip dat 40 meter lang en 5 meter breed is,be tekenen dat 200 m2 x 0,50 100,moet worden betaald. Dat is een groot bedrag om te betalen als je na vier uur alleen je auto aan de wal wil brengen. Als die schipper dat weet zal hij nog wel eens verder kijken want voor dat geld kan je nog aardig wat benzine verbruiken. De opslag bij het parkeerterrein bij de vuurtoren breng ik niet in relatie tot de haven. Op een gegeven moment staat er dat de bevoegdheid tot het in gebruik geven van zaken betrekking heeft op alle gemeenschappelijke bezittingen. Daar zou dus ook de loods in Helwijk mee bedoelt kunnen worden. Ik denk dus dat dat niet goed geregeld is. Ik denk dat dat moeten worden beperkt tot gronden en voorzieningen behorende bij de haven. Ik kan me haast niet voorstellen dat het parkeerterrein bij ae vuurtoren bij de haven hoort. Dus ik denk dat die relatie ook niet goed gelegd is, als gesteld wordt dat er zand gelost mag worden. We hebben niet gezegd dat er niet gelost mag worden er is nadrukkelijk wél gezegd: er wordt een besluit door deze raad genomen dat er niet meer gelost en geladen mag worden en ik heb in verband daarmede alleen de relatie gelegd met het feit dat elders volgens het reglement wél laden en lossen is toegestaan maar" dan voor schepen ten behoeven van de gemeente. Op dat moment zegt u,het kan niet,onze kades staan dat niet toe, maar dan staat u het wel toe als het voor de gemeente is. Ik denk dat men dat kan aanvechten. Daarom heb ik die opmerking gemaakt. Met omdat ik het een of ander wil of niet wil. Ik heb gezegd dat kan je aanvechten. -17- U zegt aan de ene kant er kan geen opslag plaatsvinden want dat staat de kade niet toe en aan de andere kant zegt u wanneer het voor de gemeente is kan het wel. Ik ben van mening dat wanneer iemand wat wil lossen en u staat dat niet toe omdat de kade daar niet geschikt voor is dat belanghebbende zich kan beroepen op het feit dat de wal voor laden en lossen kan worden gebruikt wanneer dat voor de gemeente zelf gebeurt. Dat was mijn intentie bij het opnoemen van die dingen; de uitvoerbaarheid van deze verordening stel ik alzo ter discussie. Ten aanzien van de reparatie-vaartuigen beperkt u zich tot een vaartuig wat in de haven ligt. Maar het is natuurlijk denkbeeldig dat een bedrijf in Willemstad, bijvoorbeeld een betimmering op een schip repareert. In het verleden konden deze schepen ligplaats nemen bij de werf. Maar sinds de werf er niet meer is hebben we daar de huidige wijze van hande len voor gevonden. Dus ik wil 'het niet zo eng toesplitsen op de lig plaats van een schip waarvoor een privaatrechtelijke overeenkomst is afgesloten maar ook op vaartuigen die anderzins van plaatselijke bedrij ven gebruik maken bijv. voor het stofferen van het interieur van de boot. Dan de delegatie van bevoegdheden. Het bevreemdt mij dat u zich nu be roept op een besluit van de raad van een aantal jaren terug, dit ver volgens toepast op het havengebeuren om dan daaruit een aantal zaken privaatrechtelijk te gaan regelen. Als u het zo zegt zal het wel zo zijn. Alleen heb ik in de veronderstel- ling geleefd dat als ik een besluit neem dat dat een afgerond besluit is. Dat dat dan aangevuld kan worden met zaken die 10 jaar later aan de orde komen dat wist ik niet. Vandaar dat ik denk dat ik in het vervolg wat zorgvuldiger zal moeten zijn met het nemen van delegatie besluiten. Voor de rest, meneer de voorzitter, is het mijn bedoeling geweest deze verordening wat meer hanteer te maken. Ik heb er mijn twijfels over of, wanneer dit reglement/deze verordening niet wordt gewijzigd t>pbepaalde punten, de regeling inderdaad hanteerbaar is". In tweede termijn heeft de heer Hoekwater ook nog een tweetal punten nl de privaatrechtelijke overeenkomsten. Naar de letter van de wet zal het college zeker gerechtigd zijn deze overeenkomsten aan te gaan. Zeker wanneer daar een besluit aan ten grond slag ligt daterend uit 1974, wat overigens de heer Hoekwater niet bekend was Hij is van mening dat er wel wat meer speelt dan puur het verhuren van havenruimte. Wanneer men alleen maar neemt datgene wat er gebeurt met boten waar de gemeente een privaatrechtelijke overeenkomst voor aangaat dan heeft dat niet alleen te maken met het verhuren van ruimte aan de haven maar daar spelen dan ook andere zaken. Neem bijvoorbeeld het proviandschip wat nu ligplaats heeft gekozen in de gemeentelijke haven of hetgeen er gebeurd is met "Op hoop van Zegen" die nu aan palen geboeid ligt. En zo zijn er nog andere zaken die au fond terug te voeren zijn tot een privaatrechtelijke overeenkomst in de richting van een aantal meters haven. Daarop heeft deze raad dan, op basis van het feit dat men een aantel meters huurt, geen inspraak. Zo kan er van alles gebeuren waar de raad het mogelijkerwijs niet mee eens is. Dat betreurt de heer Hoekwater en dat noemt hij dan democratische be sluitvorming over privaatrechtelijke overeenkomsten waar de raad duide lijk een afwijkende mening over zou kunnen hebben. Voor wat betreft boten met een lengte van meer dan 6 m' constateert de heer Hoekwater dat er een forse verhoging van het havengeld plaatsvindt. De heer Hoekwater zou graag vanavond de tekst van artikel 5.2 vast stel len. -Het-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 9